Installatie
3. Installatie
3.1 Algemeen
De machine mag alleen worden geïnstalleerd door bekwaam personeel.
Lees deze instructies grondig door: ze bevatten belangrijke informatie bevatten
voor een juiste installatie.
Gebruik de instructies samen met de aansluitschema's voor elektriciteit, water en
stoom.
De machine is voorzien van een CE-markering. De CE-markering is uitsluitend
geldig voor machines in originele staat. Wanneer de machine beschadigd raakt
doordat de instructies niet worden opgevolgd, vervallen de leveranciersgarantie
en de productaansprakelijkheid.
3.2 Vereisten voor installatie ter plaatse
3.2.1 Verlichting
Voor de best mogelijke werkomstandigheden bij installatie, bediening en onder-
houd moet de machine in een goed verlichte ruimte worden geplaatst.
3.2.2 Ventilatie
Tijdens bedrijf produceert de machine warmte en stoom. Voor een goede wer-
komgeving moet er in de afwasruimte een bepaalde luchtverversing zijn. De ven-
tilatie-eisen voor de ruimte zijn conform geldende standaarden.
3.2.3 Afvoer
Er moet een vloerafvoer zijn om het afvalwater uit de machine en het restwater
van het schoonmaken af te voeren. Deze moet onder de invoerzijde van de ma-
chine worden aangelegd. De capaciteitseisen van de vloerafvoer staan in de
TECHNISCHE SPECIFICATIES.
3.2.4 Onderhoudsruimte
Houd voor de machine 1 meter ruimte vrij voor onderhoudsdoeleinden. De ruimte
boven de machine moet vrij zijn van installaties of apparatuur die montage, ser-
vice en het vervangen van onderdelen in de weg staan.
WD-151E - WD-421E
6
Rev. 2.0 (201201)