Bediening van het apparaat
Ovenruimte
De ovenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van onderen naar boven
geteld.
Attentie!
–
Zet nooit iets direct op de bodem van de oven.
Bedek de bodem niet met aluminiumfolie. Het
apparaat kan door opeenhoping van warmte
beschadigd raken.
–
Schuif geen toebehoren tussen de inschuifrails,
deze kunnen anders kantelen.
Open de deur van het apparaat altijd tot de aanslag. In
deze positie zwenkt de geopende deur niet vanzelf
terug.
Toebehoren in het apparaat plaatsen
De toebehoren zijn voorzien van een
vergrendelingsfunctie. De vergrendelingsfunctie
voorkomt dat de toebehoren kantelen wanneer deze
uit de oven worden getrokken. De toebehoren dienen
op de juiste wijze in de oven te worden geschoven
zodat de beveiliging tegen kantelen goed
functioneert.
Let er bij het inschuiven van het rooster op
▯
dat het neusje (a) naar beneden wijst
▯
dat de veiligheidsbeugel van het rooster boven en
aan de achterkant is.
Inschakelen
1
Stel met de functieschakelaar de gewenste
verwarmingsmethode in. In de display verschijnen
de gekozen verwarmingsmethode en de
voorgestelde temperatuur.
2
Indien u de temperatuur wilt wijzigen:
Stel met de draaiknop de gewenste temperatuur
in.
In de display verschijnt het opwarmsymbool
balk laat doorlopend de opwarmstatus zien. Wanneer
de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er een
signaal en het opwarmsymbool
Aanwijzing: Wanneer er een temperatuur onder 70°C
wordt ingesteld, blijft de ovenverlichting
uitgeschakeld.
Uitschakelen:
Draai de functieschakelaar op 0.
Snel voorverwarmen
Met de functie "Snel voorverwarmen" bereikt uw
apparaat bijzonder snel de gewenste temperatuur bij
de verwarmingsmethodes Bovenwarmte,
Onderwarmte, en Bovenwarmte + onderwarmte.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het "Snel
voorverwarmen" beëindigd en het symbool '
verdwenen is.
Aanwijzing: De functie "Snel voorverwarmen" is
vooraf ingesteld in de fabrieksinstellingen. In de
basisinstellingen kunt u Snel voorverwarmen ' of
Voorverwarmen " kiezen.
Veiligheidsuitschakeling
Voor uw beveiliging is het apparaat uitgerust met een
veiligheidsuitschakeling. Het verwarmen eindigt altijd
na 12 uur, als het apparaat in deze tijd niet bediend is.
Op het display verschijnt een melding.
Uitzondering:
Een programmering met de timer voor lange tijd.
Draai de functiekeuzeknop op 0, dan kunt u het
apparaat weer normaal in gebruik nemen.
'
. De
'
verdwijnt.
13