GPS-instellingen
U kunt de GPS-instellingen wijzigen om de satellietsystemen aan te passen die voor elke activiteit worden
gebruikt. Ga voor meer informatie over satellietsystemen naar www.garmin.com/aboutGPS.
TIP: De GPS-instellingen kunnen de levensduur van de batterij beïnvloeden
batterij,
pagina 97).
Houd UP ingedrukt, selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit, de activiteitsinstellingen
en GPS.
OPMERKING: Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor alle activiteiten.
Uit: Hiermee schakelt u de satellietsystemen voor de activiteit uit.
Alleen GPS: Hiermee activeert u het GPS-satellietsysteem.
Alle systemen: Hiermee activeert u meerdere satellietsystemen. Als u meerdere satellietsystemen tegelijkertijd
gebruikt, krijgt u betere prestaties in moeilijke omgevingen en kunt u sneller uw positie bepalen dan met
alleen GPS.
Alle + Multi-Band: Hiermee activeert u meerdere satellietsystemen op meerdere frequentiebanden. Multi-
bandsystemen maken gebruik van meerdere frequentiebanden en geven consistentere spoorlogs, verbeterde
positionering, minder multi-padfouten en minder atmosferische fouten bij gebruik van de watch in moeilijke
omgevingen.
Autom select: Hiermee kan de watch SatIQ
te selecteren op basis van uw omgeving. De instelling Autom select biedt de beste nauwkeurigheid van de
positionering, terwijl de levensduur van de batterij nog steeds voorop staat.
UltraTrac: Legt spoorpunten en sensorgegevens minder vaak vast. Door de UltraTrac functie in te schakelen,
wordt de batterijduur verlengd, maar neemt de kwaliteit van de vastgelegde activiteiten af. U kunt de
UltraTrac functie gebruiken voor activiteiten die een langere levensduur van de batterij vereisen en waarvoor
regelmatige updates van de sensorgegevens minder belangrijk zijn.
Sensorinstellingen
Kompasinstellingen
Houd UP ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Kompas.
Kalibreer: Hiermee kunt u de kompassensor handmatig kalibreren
pagina 89).
Scherm: Hiermee stelt u de koersweergave op het kompas in letters, graden of milliradialen in.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in
pagina 90).
Modus: Hiermee stelt u in dat het kompas alleen elektronische sensorgegevens (Aan), een combinatie van GPS
en elektronische sensorgegevens bij verplaatsing (Automatisch) of alleen GPS-gegevens gebruikt (Uit).
Het kompas handmatig kalibreren
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed
uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek en maakt standaard gebruik van automatische kalibratie.
Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren.
1 Houd UP ingedrukt.
2 Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Kalibreer.
3 Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht wordt weergegeven.
Uw watch personaliseren
technologie gebruiken om dynamisch het beste multi-bandsysteem
™
(Het kompas handmatig kalibreren,
LET OP
(Informatie over de levensduur van de
(De noordreferentie instellen,
89