Inbedrijfstelling
5
Instellen van de EtherCAT-ID
5
Inbedrijfstelling
5.1
Instellen van de EtherCAT
5.2
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
50
Compacte technische handleiding – MOVIDRIVE
®
-ID
Via de hexadecimale schakelaars S1 en S2 kan een EtherCAT
gewezen aan de applicatieregelaar. Met deze schakelaars kan een decimaal
®
EtherCAT
-ID tussen 1 en 255 in hexadecimale weergave worden ingesteld.
Deze ID dient als eenduidige apparaatidentificatie van de respectievelijke EtherCAT
slaves voor de EtherCAT
®
De EtherCAT
-ID wordt steeds toegewezen door de EtherCAT
stand bij levering van de applicatieregelaar is de ID standaard ingesteld op de waarde
0 (S1 = 0 en S2 = 0).
Het instellen van de EtherCAT
automatische adressering van de slaves.
®
De EtherCAT
-ID van de applicatieregelaar moet alleen worden ingesteld wanneer het
gebruik van de EtherCAT
ingesteld.
Gewenst ID decimaal
3
18
25
100
110
255
®
S1-EtherCAT
-ID (×10)
®
S2-EtherCAT
-ID (×1)
In de afbeelding hierboven is als voorbeeld het EtherCAT
Voor de inbedrijfstelling gelden de onderstaande voorwaarden:
•
U heeft de applicatieregelaar volgens de voorschriften mechanisch en elektrisch
geïnstalleerd.
•
U heeft de applicatieregelaar en de aangesloten aandrijvingen correct geconfigu-
reerd.
®
system
®
®
-master. De EtherCAT
-ID is geen EtherCAT
®
-ID is niet vereist. De master zorgt standaard voor een
®
-ID in de hardwareconfiguratie van de master vooraf werd
ID hexadecimaal
03
12
19
64
6E
FF
0
1
F
2
E
3
D
C
4
6
5
B
6
A
9
7
8
0
1
F
2
E
D
3
4
C
E
5
B
6
A
7
9
8
®
-ID vast worden toe-
®
-adres.
®
-master. In de toe-
Instelling S1
Instelling S2
(× 10)
(× 1)
0
3
1
2
1
9
6
4
6
E
F
F
®
-ID "110" ingesteld.
ID
EtherCAT-
van de
Instellen
®
-