Installatie
4
Elektrische installatie
4.3.1
Algemene aanwijzingen
4.3.2
Toegestane spanningsnetten
4.3.3
Netaansluiting
18
Compacte technische handleiding – MOVIDRIVE
•
Voorkom onbedoeld opstarten van de motor door gepaste maatregelen, bijvoor-
beeld door het elektronicaklemmenblok X20 los te maken. Verder moeten afhan-
kelijk van de toepassing extra voorzorgsmaatregelen worden getroffen om risico's
voor mens en machine te vermijden.
•
Gebruik bij aansluiting op de schroeven alleen gesloten kabelschoenen om te
voorkomen dat er draden uitsteken.
Informatie over de spanningsnetten
TN- en TT-netwerken – spanningsnetten met
direct geaard sterpunt.
IT-netwerken – spanningsnetten met niet ge-
aard sterpunt.
Spanningsnetten met een geaarde buitenste
geleider.
De werking van de applicatieregelaar met aangesloten remweerstand is en zonder
netmagneetschakelaar mogelijk.
LET OP
Soort gevaar en bron van het gevaar
Vernieling van de applicatieregelaar of onverwachte storingen bij te frequent inscha-
kelen.
Neem de opgegeven tijden en intervallen in acht.
•
Er moet een minimum uitschakeltijd van 10 s voor het herinschakelen van de
netvoeding worden aangehouden!
•
De netspanning niet vaker dan één keer per minuut in/-uitschakelen!
•
De magneetschakelaar moet altijd voor het netfilter aangebracht zijn.
•
Gebruik uitsluitend netmagneetschakelaars uit de gebruikscategorie AC‑3
(EN 60947-4-1) of beter.
•
Gebruik de netmagneetschakelaar niet voor het tipbedrijf, maar alleen voor het in-
en uitschakelen van de applicatieregelaar. Gebruik de FCB 20 "Tippen" voor de
stapsgewijze werking.
•
Neem voor een UL-conforme installatie de betreffende configuratie van de kabel-
doorsneden in acht.
®
system
Aanwijzingen over de betrouw-
baarheid
Gebruik is onbeperkt mogelijk.
Gebruik is met inachtneming van be-
paalde maatregelen toegestaan.
Maatregelen, zie hoofdstuk Gebruik
in IT-netwerken.
Gebruik alleen bij een nominale
spanning van maximaal 240 V.