Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Draairichting Controleren; Inschakelen; De Pomp Resetten - Grundfos SEG AUTOADAPT Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SEG AUTOADAPT:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.4 De draairichting controleren

De pomp mag worden gestart gedurende
een zeer korte periode zonder dat deze
ondergedompeld is om de draairichting te
controleren.
De wikkeling van alle eenfasepompen is in de fabriek
ingesteld op de juiste draairichting.
De elektronica van de driefasenpompen zorgt ervoor
dat de pomp niet inschakelt bij een foutieve fase-
volgorde, en daardoor een verkeerde draairichting.
Als de pomp niet draait en het vloeistofniveau is
hoger dan de droogloopsensoren, verwissel dan L1
en L2.
Een pijl op het statorhuis geeft de juiste draairichting
aan.
De waaier draait met de klok mee, van
bovenaf bekeken. Na inschakeling geeft
de pomp een ruk in de richting tegenge-
steld aan de draairichting.
Afb. 10 Reactierichting

4.5 Inschakelen

De pomp mag niet drooglopen.
Als de atmosfeer in de put mogelijk explo-
sief is, gebruikt u alleen pompen met Ex-
goedkeuring.
Als de droogloopsensoren niet in de vloei-
stof zijn ondergedompeld, dan kan de
pomp niet inschakelen.
Schakel de pomp onmiddellijk uit in geval
van abnormale geluiden of trillingen vanuit
de pomp, of bij een storing in de pomp of
in de voeding.
Probeer de pomp niet opnieuw in te scha-
kelen voordat de oorzaak is gevonden en
de storing is hersteld.
10
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringen en controleer of de
waaier vrij kan draaien. Draai de snijkop met de
hand rond.
2. Controleer de conditie van de olie in de olieka-
mer. Zie ook paragraaf
vanging.
3. Controleer of de niveausensor schoon is en of de
beschermingskap intact is.
4. Controleer of de droogloopsensoren schoon zijn.
5. Open de afsluiters, indien deze zijn aangebracht.
6. Laat de pomp in de vloeistof zakken en plaats
vervolgens de zekeringen.
7. Controleer of het systeem is gevuld met vloeistof
en is ontlucht. De pomp ontlucht zichzelf.
8. Schakel de voedingsspanning naar de pomp in.
Als de pomp van spanning wordt voorzien, zal
deze inschakelen en verpompen tot aan het
droogloopniveau. Deze functie kan worden
gebruikt om de correcte werking van de pomp te
controleren.
Als de droogloopsensoren niet in de vloei-
stof zijn ondergedompeld, dan kan de
pomp niet inschakelen. U kunt controleren
of de fasevolgorde juist is door de pomp
enkele seconden lang te laten proef-
draaien. Als de pomp niet werkt, wisselt u
L1 en L2 om en herhaalt u de testrun.
Controleer na één week in bedrijf of na vervanging
van de asafdichting de staat van de olie in de kamer.
Zie paragraaf
9. Het product servicen en onderhou-
den
voor de procedure.

4.6 De pomp resetten

U kunt de pomp resetten door de voedingsspanning
naar de regelaar gedurende 1 minuut uit te schake-
len en deze daarna opnieuw in te schakelen (nor-
male procedure).
9.2 Oliecontrole en -ver-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave