De draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel
Voordat u voor het eerst gebruikmaakt van de
kookfuncties, moet er verbinding tussen de draadloze
temperatuursensor en het bedieningspaneel zijn
gemaakt.
Dockingmenu openen.
1.
Basisinstellingen openen en het menu-item
2.
Kooksensor kiezen.
De optie „Nieuwe kooksensor toevoegen" kiezen.
3.
Binnen 30 seconden op het symbool » van de
draadloze temperatuursensor drukken.
Na enkele seconden verschijnt het resultaat van de
verbinding van de temperatuursensor met het
bedieningspaneel op het display.
Zodra de temperatuursensor foutloos verbonden is met
het bedieningspaneel zijn de kookfuncties beschikbaar.
Aanwijzingen
Een niet-correcte verbinding als gevolg van een
■
storing van de temperatuursensor kan zich voordoen
vanwege de volgende redenen:
– Bluetooth-communicatiefout.
– Het symbool op de temperatuursensor is na de
keuze van de kookzone niet binnen 30 seconden
ingedrukt.
– De batterij van de temperatuursensor is leeg.
Temperatuursensor resetten en de
verbindingsprocedure opnieuw uitvoeren.
Bij een niet-correcte verbinding vanwege een
■
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Is de verbinding nog steeds foutief, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
Draadloze temperatuursensor resetten
Symbool » gedurende ca. 8-10 seconden
1.
aanraken.
Gedurende deze periode licht de LED-indicatie van
de temperatuursensor drie maal op. Bij de derde
keer oplichten van de LED start het resetten. Op dat
moment de vinger van het symbool afnemen.
Zodra de LED gedoofd is, is de draadloze
temperatuursensor gereset.
Verbindingsprocedure vanaf punt 2 herhalen.
2.
Zo stelt u in
Zie hoofdstuk ~ "Voorbereiding en verzorging van
1.
de draadloze temperatuursensor" voor het
bevestigen van de temperatuursensor aan de pan
Een pan met voldoende vloeistof op de gewenste
2.
kookzone plaatsen en altijd een deksel erop doen.
De kookzone kiezen waarop de pan met de
3.
temperatuursensor staat. In het kookmodus-menu
van de kookzone de kookmodus Kookfuncties
kiezen.
Raak het symbool » van de draadloze
4.
temperatuursensor aan.
Kies de juiste temperatuurstand uit de tabel.
5.
De functie is geactiveerd.
Het temperatuursymbool » knippert tot het water of
de olie de juiste temperatuur heeft bereikt om de
etenswaar toe te voegen.Bij het bereiken van de
ingestelde temperatuur klinkt een signaal. Het
temperatuursymbool » knippert niet meer en is
verlicht.
De deksel na het geluidssignaal afnemen en het
6.
voedsel toevoegen. Tijdens de bereiding de pan
gesloten houden.
Bij de functie "Frituren met veel olie in
Aanwijzing: .
de pan" de pan niet afdekken.
Kookfuncties uitschakelen
Kookzone kiezen en de vermogensstand in het
instelbereik op 0 zetten. De kookzone gaat uit en de
restwarmte-indicatie verschijnt.
Kookhulpfuncties
nl
23