5.1.1 Gebruik van een frequentie-omvormer
MS driefasenmotoren kunnen op een frequentieom-
zetter worden aangesloten.
MMS motoren met PE/PA kunnen worden aangeslo-
ten op een frequentieomzetter.
Als een Grundfos MS motor met tempe-
ratuurtransmitter wordt aangesloten op
een frequentieomzetter, dan zal een
zekering die zich in de transmitter
Voorzichtig
bevindt smelten, waardoor de transmit-
ter inactief wordt. De transmitter kan
niet opnieuw worden geactiveerd.
In dat geval zal de motor als een motor
zonder temperatuurtransmitter werken.
Als een temperatuurtransmitter vereist is, kan bij
Grundfos een Pt100 sensor voor de onderwatermo-
tor worden besteld.
Het is niet aan te raden de motor via
een frequentieomzetter te laten draaien
bij een frequentie die hoger is dan de
nominale frequentie (50 of 60 Hz).
Het is belangrijk om tijdens bedrijf
Voorzichtig
nooit de frequentie (en daardoor het
toerental) te verlagen tot een waarde
waarbij de noodzakelijke stroming van
koelvloeistof langs de motor niet lan-
ger gegarandeerd wordt.
Om schade aan het pomponderdeel te voorkomen
moet u de motor uitschakelen wanneer het pompde-
biet lager is dan 0,1 x het nominale debiet.
Afhankelijk van het type kan de frequentieomzetter
ervoor zorgen dat de motor meer geluid maakt.
Bovendien kan de motor worden blootgesteld aan
schadelijke spanningspieken.
Dit kan worden voorkomen door een sinusfilter van
de juiste afmeting tussen de frequentieomzetter en
de motor te monteren.
Grundfos raadt het gebruik van een sinusfilter aan bij
gebruik van een frequentieomzetter.
8
Spanningspieken dienen te worden beperkt voor
Grundfos onderwatermotoren volgens de onder-
staande tabel.
Max. U
Motortype
spanning
650 V
MS 402
fase-fase
850 V
MS 4000
fase-fase
850 V
MS 6000
fase-fase
850 V
MMS6
fase-aarde
850 V
MMS 8000
fase-aarde
850 V
MMS 10000
fase-aarde
850 V
MMS 12000
fase-aarde
Om het bewaken van de motortempera-
tuur mogelijk te maken bij gebruik van
N.B.
een frequentieomzetter, raadt Grundfos
het gebruik van een Pt100 sensor
samen met een PR 5714 relais aan.
Toegestaan frequentiebereik: 30-50 Hz en 30-60 Hz.
Aanloop-/uitlooptijd: Maximaal 3 seconden voor in-
en uitschakelen.
5.2 Motorbeveiliging
5.2.1 Eénfasemotoren
Eénfase MS 402 onderwatermotoren zijn uitgerust
met een thermische schakelaar en hebben
zodoende geen extra motorbeveiliging nodig. Als uit-
zondering geldt dat de 1,1 kW (1,5 hp) MS 402
externe stroombeveiliging vereist.
Waarschuwing
Nadat de motor door de thermische
schakelaar is uitgeschakeld, blijven de
aansluitklemmen onder spanning
staan. Als de motor voldoende is afge-
koeld, wordt deze automatisch
opnieuw ingeschakeld.
Eénfase MS 4000 onderwatermotoren moeten wor-
den beveiligd. Dit kan een afzonderlijke beveiliging
zijn of een beveiliging die in een schakelkast is geïn-
tegreerd.
piek
Max. dU/dt
2000 V/μs
2000 V/μs
2000 V/μs
500 V/μs
500 V/μs
500 V/μs
500 V/μs