.CZ`<<`.
.C&
Ve.:CB
11.6 Overzicht van de ingebruikname van de warmtepompmanager
(3e bedieningsniveau)
Nr.
INBEDRIJFNAME
1
CODE-NR
2
TAAL
3
CONTRAST
4
DISPL WEERGAVE
5
NOODBEDRIJF
Aanwijzing
De parameter KOELEN mag alleen worden ingesteld bij warmtepompen WPF...cool!
6
KOELMODUS
KOELFUNCTIE
7
OPWARMPROGR
8
ZOMERBEDRIJF
9
POMPCYCLI
CONTINUEBEDR
10
POMP
11
VASTE WAARDE
12
BRON
13
BRON MIN
14
RETOUR-MAX
15
Aanvoer temp V
16
HD SENSOR
qT% | ê
Parameter (wordt op het display weergegeven)
DEUTSCH
---
BUITENTEMP
RETOURTEMP
AAN / UIT
AAN / UIT
PASSIEF
AAN / UIT
ACTIEF
AAN / UIT
EERSTE-OPWARMT
AAN / UIT
BOUWWIJZE
AAN / UIT
AAN / UIT
UIT / °C
ETHYLENGLYCOL
KALIUMCARBONAAT
°C
°C
°C
BAR
TERUG
WEEKDAG
WARMWATERTEMP
VENTILATOR
OPPERVLAK
GEVR-RUIMTETEM
GEVR-RUIMTETEM
GEVR-AANV-TEMP
GEVR-AANV-TEMP
HYSTERESE
HYSTERESE
VENTILATOR
OPPERVLAKTE
GEVR-RUIMTETEM
GEVR-RUIMTETEM
GEVR-AANV-TEMP
GEVR-AANV-TEMP
HYSTERESE
HYSTERESE
DYNAMISCH
DYNAMISCH
TIJD-E-OPWARM
OPWARMTEMP-MAX
TERUG
BUITENTEMP
TERUG
ALM 0
ALM 30
WATER
ALM 180
MENG-TEMP
TERUG
TERUG
MAX-CONTINUTEM
VERHOGING/DAG
ALM 60
ALM 120
qqq Z`.
<é<`VHC HB