.CZ`<<`.
.C&
Ve.:CB
11.4 Bediening en werking
Toestel- en installatieschade
De stroomvoorziening mag u ook buiten de verwar-
mingsperiode niet onderbreken. Als de stroomvoorzie-
ning wordt onderbroken, wordt de actieve vorstbescher-
ming van de installatie niet meer gegarandeerd.
U hoeft de installatie ‚s zomers niet uit te schakelen. De warm-
tepompmanager beschikt over een automatische zomer-/winte-
romschakeling.
11.5 Buiten dienst stellen
Als de installatie buiten dienst moet worden gesteld, zet u de
warmtepompmanager op stand-by. De veiligheidsfuncties voor
de bescherming van de installatie blijven op die manier verzekerd
(bijv. vorstbescherming).
Toestel- en installatieschade
Maak de installatie aan de waterzijde leeg, terwijl de
warmtepomp volledig is uitgeschakeld en wanneer er
vorstgevaar bestaat.
qqq Z`.
<é<`VHC HB
qT% | ê