.CZ`<<`.
p.<.&+.
.CZ`<<`.
7.
Veiligheid
7.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
- Installatie, ingebruikneming, evenals onderhoud en reparatie
van het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde in-
stallateur worden uitgevoerd.
- Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfsveiligheid
uitsluitend bij gebruik van originele accessoires en vervan-
gingsonderdelen voor de apparatuur.
7.2
Voorschriften, normen en bepalingen
Aanwijzing
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
7.2.1 Elektrische installatie
Beschadiging van het toestel
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning. Neem de gegevens op het typeplaatje in
acht.
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de nationale en regionale
voorschriften.
GEVAAR voor elektrische schok
Schakel het toestel voor aanvang van de werkzaamheden
spanningsvrij in de schakelkast.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aanslu-
iting mogelijk. Het toestel moet op alle polen met een
afstand van minstens 3 mm van het net kunnen worden
losgekoppeld. Aan deze vereiste wordt voldaan door
magneetschakelaars, vermogensschakelaars, zekerin-
gen enz.
8.
Toestelbeschrijving
8.1
Werkwijze
Via de warmtewisselaar aan de warmtebronzijde (verdamper)
wordt omgevingswarmte aan de warmtebron onttrokken. De da-
arbij opgenomen energie wordt samen met de energie van de
compressoraandrijving naar het verwarmingswater in de war-
mtewisselaar aan de verwarmingszijde (condensor) gevoerd.
Afhankelijk van de verwarmingsbelasting kan het verwarming-
swater tot +60 °C worden opgewarmd. De opwarming van het
warm water gebeurt via de in de warmwaterboiler ingebouwde
warmtewisselaar.
Elektrische aanvullende verwarming (intern 2e WE) treedt in
werking als de hogedruksensor of de heetgasbewaking tijdens
de warmwaterbereiding wordt geactiveerd. Bovendien kan deze,
qqq Z`.
<é<`VHC HB
wanneer de warmtebehoefte van het verwarmingssysteem groter
is dan het verwarmingsvermogen van de warmtepomp, instaan
voor de dekking van de resterende warmtebehoefte.
8.2
Leveringstoebehoren
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
- 1 buitensensor AFS 2
9.
Voorbereidingen
9.1
Algemeen
Aanwijzing
Deze warmtepomp is bedoeld voor opstelling in ruimtes,
behalve in vochtige ruimtes
De warmtepomp mag niet onder of naast slaapkamers worden
opgesteld. Buisdoorvoeren door muren en plafonds moeten ge-
luiddempend worden uitgevoerd.
De ruimte waarin het toestel moet worden geïnstalleerd, moet
voldoen aan de volgende voorwaarden:
- vorstvrij;
- stevige vloer (het gewicht van het toestel is vermeld in de
technische gegevens);
- horizontale, effen en stabiele ondergrond, want de voeten
van de warmtepomp zijn niet verstelbaar;
- bij zwevende vloeren moeten, met het oog op een geluidsar-
me werking van de warmtepomp, de vloer en de stapgelu-
idsisolatie rond de opstelplaats van de warmtepomp worden
uitgespaard.
1
2
3
4
1 Betonvloer
2 Stapgeluidsisolatie
3 Zwevende vloer
qT% | ê