Bedrijfsstoringen
7
Storingen in de encoder
7.2
Storingen in de encoder
7.3
Storingen aan de rem
7.3.1
Rem BP
Storing
Rem licht niet
Motor remt niet
Geluiden/knarsen in
de buurt van de rem
20
Bij het gebruik van de BY-rem moet de lichtspleet van de rem worden gemeten volgens
de intervallen die zijn aangegegeven in het hoofdstuk "Inspectie/onderhoud" van de
technische handleiding "Synchrone servomotoren".
Een lichtspleet die de maximaal toegestane waarde overschrijdt, kan encoderfouten
veroorzaken of de encoder beschadigen.
Storingen in de encoder worden met een desbetreffende foutmelding uitgegeven op de
regelaar .
Voor alle werkzaamheden aan de motor waarbij de verzegelde schroefverbindingen aan
de veiligheidsencoder moeten worden losgemaakt, dienen de aanwijzingen in
hoofdstuk 2 (→ pag. 8) in acht te worden genomen.
Mogelijke oorzaak
Rem verkeerd aangesloten
Max. toelaatbare lichtspleet overschreden vanwege
slijtage van de remvoering
Verkeerde spanning op de remaansturing, bijv.
spanningsverlies in de voedingskabel > 10%
Remspoel heeft sluiting in de wikkeling of met het
huis.
Remvoering versleten
Remkoppel verkeerd
Remparameters in de regelaar verkeerd ingesteld
Functionele veiligheid – Synchrone servomotoren CMP40 – 100, CMPZ71 – 100
Oplossing
Aansluiting van de rem controleren
•
Overleg met Vector Aandrijftechniek
•
Motor vervangen
Spanning op de motoraansluiting controleren:
Voor juiste aansluitspanning zorgen, kabeldoorsnede
controleren
Overleg met Vector Aandrijftechniek
•
Overleg met Vector Aandrijftechniek
•
Motor vervangen
•
Overleg met Vector Aandrijftechniek
•
Motor vervangen
Remlicht- en invaltijden controleren