DMU27671
De motor laten warmdraaien
DMU27718
Modellen met manuele starter en
elektrische starter
(1) Nadat u de motor hebt gestart, laat u
hem 3 minuten onbelast draaien om
hem te laten warmdraaien. OPGELET:
Als dit niet gebeurt, zal de motorle-
vensduur daardoor worden verkort.
[DCM04550]
(2) Ga
na
of
wingslampje wel uitgaat na het starten
van de motor. OPGELET: Als het olie-
drukwaarschuwingslampje knippert
nadat de motor werd gestart, dient u
de motor weer uit te schakelen. An-
ders kan de motor ernstig bescha-
digd raken. Controleer het oliepeil en
vul indien nodig motorolie bij. Raad-
ZMU08761
het
oliedrukwaarschu-
pleeg uw Yamaha-dealer wanneer de
oorzaak van de oliedrukwaarschu-
wing niet kan worden achterhaald.
[DCM01832]
DMU36532
Controles na het warmdraaien
van de motor
DMU36542
Schakelen
Controleer met een stevig aangemeerde
boot en zonder gas te geven of de motor
soepel in voorwaarts en achterwaarts scha-
kelt en vervolgens terug in neutraal.
DMU36981
Stopschakelaars
Zet de hoofdschakelaar op "
op de motorstopknop en ga na of de motor
stopt.
Vergewis u ervan dat de motor stopt wan-
neer de clip wordt verwijderd van de mo-
toruitschakelaar.
Vergewis u ervan dat de motor niet kan
worden gestart wanneer de clip werd ver-
wijderd van de motoruitschakelaar.
DMU34563
Schakelen
DWM00181
Ga na of er zich geen personen of hinder-
nissen in het water rond de boot bevin-
den, alvorens te schakelen.
DCM01611
Laat de motor warmdraaien alvorens in
een versnelling te schakelen. Het is mo-
gelijk dat het stationair toerental hoger is
dan normaal zolang de motor niet geheel
warm is. Een hoog stationair toerental
Werking
", of druk
56