5
Service
5.1
Foutengeheugen
De regelaar slaat de foutmelding op in het foutengeheugen P080. De regelaar slaat een
nieuwe fout pas op als de foutmelding is bevestigd. Op het lokale bedieningspaneel
wordt de laatst opgetreden fout weergegeven. Daardoor komen bij dubbele fouten de in
P080 opgeslagen waarde en de op het bedieningspaneel weergegeven waarde niet
overeen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij F-07 DC link overvoltage en vervolgens F-34
Ramp timeout.
Op het moment van de storing slaat de regelaar de volgende informatie op:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
5.2
Reset programmeerapparaat
Een foutmelding kan als volgt worden bevestigd:
•
De toets "STOP/RESET" heeft voorrang op vrijgave via de klemmen of via de interface.
Nadat er een fout is opgetreden en een foutreactie is geprogrammeerd, kunt u met de
STOP/RESET-toets een reset uitvoeren. De aandrijving is na de reset geblokkeerd.
U moet de aandrijving met de RUN-toets vrijgeven.
Technische handleiding programmeerapparaat – MOVITRAC
opgetreden fout;
status van de binaire in-/uitgangen;
bedrijfsstatus van de regelaar;
regelaarstatus;
temperatuur van het koellichaam;
toerental;
uitgangsstroom;
wattstroom;
volledige belasting van het apparaat;
tussenkringspanning.
handmatige reset op bedieningspaneel (toets STOP/RESET).
Foutengeheugen
®
B
Service
5
29