3.5.1
Benodigde data
Voor een succesvolle inbedrijfstelling zijn de volgende data nodig:
•
•
•
3.5.2
Inbedrijfstelling activeren
Voorwaarden:
•
Als er een kleinere of grotere motor wordt aangesloten (maximaal één typenummer
verschil), moet u de waarde selecteren die het dichtst bij het nominale motorvermogen
komt.
De inbedrijfstelling is pas voltooid als u met de OUT-toets naar het niveau van het hoofd-
menu terugkeert.
De inbedrijfstelling kan alleen met motorparameterset 1 worden uitgevoerd.
AANWIJZING!
De inbedrijfstelling van de SEW-motor is ontworpen voor 4-polige motoren. Het kan
zinvol zijn om 2-polige of 6-polige SEW-motoren als niet-SEW-motor in bedrijf te
stellen.
3.5.3
V/f
De standaardinstelling voor de bedrijfssoort is V/f. Gebruik deze bedrijfssoort als er
geen speciale vereisten zijn en bij toepassingen waarbij een hoog maximumtoerental
vereist is.
3.5.4
VFC
U moet de regelaar in de bedrijfssoort VFC of VFC met gelijkstroomremmen in bedrijf
stellen voor:
•
•
•
•
Daarvoor moet u bij de inbedrijfstelling op het punt P-01 de bedrijfssoort VFC of VFC
met gelijkstroomremmen selecteren.
Technische handleiding programmeerapparaat – MOVITRAC
Inbedrijfstelling met het programmeerapparaat FBG11B
Motortype (SEW-motor of motor van ander fabrikaat)
Motordata
– nominale spanning en frequentie
– bovendien bij motoren van ander fabrikaat: nominale stroom, vermogen, vermo-
gensfactor cos en toerental.
Nominale voedingsspanning
FBGAandrijving "geen vrijgave": StoP (stop)
hoog koppel;
continubedrijf bij lage frequenties;
nauwkeurige slipcompensatie;
dynamisch gedrag.
Inbedrijfstelling
®
B
I
3
0 0
15