3.12 Parametergroep 8: Analoge uitgang
(op de plug-in-module voor analoge feedback)
3.12.1 MIN_RGE – Stroombereik (minimum)
Gebruik deze parameter om de ondergrens van het stroombereik voor de analoge feedback vast te leggen. Het stroombereik komt overeen
met het geconfigureerde slagbereik
De grenzen van het stroombereik kunnen vrij geconfigureerd worden tussen 4 ... 18,5 mA. Het stroombereik mag
echter niet kleiner zijn dan 10 % (1,6 mA).
3.12.2 MAX_RGE – Stroombereik (maximum)
Gebruik deze parameter om de bovengrens van het stroombereik voor de analoge feedback vast te leggen.
De grenzen van het stroombereik kunnen vrij geconfigureerd worden tussen 4 ... 20 mA. Het stroombereik mag
echter niet kleiner zijn dan 10 % (1,6 mA).
3.12.3 ACTION – Karakteristieke curve actie
Gebruik deze parameter om de karakteristieke curve voor de analoge feedback te specificeren.
Toenemend
Afnemend
44
Positie 0 ... 100 % = Signaal 4 ... 20 mA
Positie 0 ... 100 % = Signaal 20 ... 4 mA
SP7-10, SP7-11, SP7-12 en SP7-20, SP7-21, SP7-22 Parameterinstelling
LET OP
LET OP
IM-S051-07-NL CTLS-UKn-01