3.11.10 DB_CALC – Bepaling deadband
Bij een standaard automatische afstelling bepaalt het algoritme de deadband, evenals de eindposities en de regelparameters. In sommige
toepassingen kan het nodig zijn om na installatie in het systeem een nieuwe automatische afstelling uit te voeren, maar de deadband op een
vooraf ingestelde waarde te laten staan. DB_CALC biedt de volgende instelmogelijkheden:
— ON (automatische afstelling met bepaling van de deadband)
— OFF (automatische afstelling zonder bepaling van de deadband)
3.11.11 LEAK_SEN – Lekgevoeligheid
Vaststelling van een eventuele lek tussen de uitgang klepstandsteller en de pneumatische servomotor. Als de kleppositie binnen een bepaald
tijdbereik zeven keer achter elkaar in dezelfde richting uit de dode zone (dode band) gaat, is er een grote kans op een lek in de
verbindingsleidingen tussen de klepstandsteller en de pneumatische servomotor. Met LEAK_SEN kunt u het tijdbereik bepalen waarbinnen
de klep maximaal zeven keer achter elkaar de deadband mag verlaten voordat een alarm wordt gegenereerd. U kunt een tijdbereik kiezen
tussen 1 en 7200 seconden.
3.11.12 CLOSE_UP - Positiebewaking
Deze parameter geeft een bereik rond de deadband aan. Wanneer de klep het CLOSE_UP bereik nadert binnen een tijd < positionering
time-out, dan stuurt de klepstandsteller geen alarm. Wanneer deze tijd > positionering time-out is, genereert de klepstandsteller een alarm.
CLOSE_UP wordt alleen gebruikt om het alarmgedrag te beïnvloeden.
Het regelproces gaat door totdat de klep de deadband bereikt heeft.
De standaardwaarde is 0,30%; de waardebepaling is 0,00 - 100,00 %.
Wijzigingen kunnen worden aangebracht in stappen van 0,01%.
3.11.13 EXIT – Terug naar bedrijfsniveau
Met deze parameter kunt u het configuratieniveau verlaten. De klepstandsteller keert terug naar het bedrijfsniveau. Hier kunt u gegevens in het
niet-vluchtige geheugen opslaan of alle eerder aangebrachte wijzigingen (ook de wijzigingen in andere parametergroepen) ongedaan maken.
Om het configuratieniveau te verlaten (met of zonder opslaan), houdt u ENTER ingedrukt totdat het aftellen van 3 naar 0 is afgelopen.
Het actieve opslagproces wordt aangegeven door het melding NV_SAVE. Na het opslaan wordt een plausibiliteitscontrole uitgevoerd.
Als er een fout optreedt tijdens de controle of tijdens het opslaan, kunnen de gegevens niet opgeslagen worden en wordt er in plaats daarvan
een foutmelding weergegeven (zie hoofdstuk "Foutcodes").
NV_SAVE
Slaat instellingen op in het niet-vluchtige geheugen
CANCEL
Maakt alle wijzigingen ongedaan die sinds de laatste permanente opslag zijn aangebracht
SP7-10, SP7-11, SP7-12 en SP7-20, SP7-21, SP7-22 Parameterinstelling
IM-S051-07-NL CTLS-UKn-01
43