3.6.3 CHARACT - Karakteristieke curve
Gebruik deze parameter om een functie te selecteren die het gedrag van de klepstandsteller aan het analoge ingangssignaal aanpast volgens
een vooraf gedefinieerd verloop.
Dit lineariseert de karakteristieke curven voor de kleppen en toebehoren en verbetert het gedrag van de totale regelkring.
Naast vijf voorgedefinieerde karakteristieke curven kunt u ook een door de gebruiker te configureren karakteristieke curve selecteren, die alleen
via een PC met het juiste configuratieprogramma (en niet lokaal) in het apparaat kan worden gegenereerd en opgeslagen.
Selectie
3.6.4 ACTION – Werkingsrichting (instelpuntsignal)
De werkingsrichting beschrijft de relatie tussen het analoge instelpunt en de pneumatische uitgang OUT1.
Toenemend
Afnemend
Selectie
IM-S051-07-NL CTLS-UKn-01
LINEAR
EP 1/25
EP 1/50
EP 25/1
EP 50/1
USERDEF
USERDEF
Instelpunt 0 ... 100 % naar Uitgang 0 ... 100%
Instelpunt 0 ... 100 % naar Uitgang 0 ... 100%
DIRECT
REVERSE
SP7-10, SP7-11, SP7-12 en SP7-20, SP7-21, SP7-22 Parameterinstelling
Lineair
equiprocentueel 1:25
equiprocentueel 01:50
equiprocentueel 25:1
equiprocentueel 50:1
configureerbaar door de gebruiker
LINEAR
Toenemend
Regelsignaal 4 ... 20 mA, en
instelpunt 0 ... 100 % = positie 0 ... 100%
Afnemend
Regelsignaal 20 ... 4 mA, en
instelpunt 100 ... 0 % = positie 0 ... 100%
23