3.6 Parametergroep 2: Instelpunt
3.6.1 MIN_RGE – Instelpuntbereik min.
Het instelpuntbereik is het ingangsstroombereik als percentage van het werkbereik voor de kleppen en toebehoren (van 0 100%).
Het ingestelde instelpuntbereik mag niet kleiner zijn dan 20 % (3,2 mA).
Gebruik de parameter MIN_RGE om de ondergrens van het instelpuntbereik te bepalen. U kunt een waarde invoeren binnen het toelaatbare
waardebereik van 4 ... 18,4 mA, met één decimaal.
3.6.2 MAX_RGE – Instelpuntbereik max.
Het instelpuntbereik is het ingangsstroombereik als percentage van het werkbereik voor de kleppen en toebehoren (van 0 100%).
Het ingestelde instelpuntbereik mag niet kleiner zijn dan 20 % (3,2 mA).
Gebruik de parameter MAX_RGE om de bovengrens van het instelpuntbereik te bepalen. U kunt een waarde invoeren binnen het
toelaatbare waardebereik van 5,6 ... 20 mA, met één decimaal.
Instelvoorbeelden
22
Instelpuntbereik
Split range configuratie van het bereik
tussen
SP7-10, SP7-11, SP7-12 en SP7-20, SP7-21, SP7-22 Parameterinstelling
LET OP
LET OP
Min. = 8,3 mA, Max. = 15,6 mA
Min. = 12,0 mA, Max. = 20,0 mA
IM-S051-07-NL CTLS-UKn-01