8.3 Ingebouwde beveiliging
De motor is uitgerust met een ingebouwde elektroni-
sche eenheid die de motor bij verschillende situaties
beveiligt.
In geval van overbelasting wordt de pomp gedu-
rende 5 minuten stilgelegd door de ingebouwde
overbelastingsbeveiliging. Na 5 minuten wordt een
herstartpoging ondernomen.
Als de pomp is gestopt als gevolg van drooglopen,
zal na 5 minuten een automatische herstart plaats-
vinden.
Als de pomp weer gestart wordt en de put leeg is, zal
de pomp na 30 seconden stoppen.
De pomp resetten: schakel de voedingsspanning
gedurende 1 minuut uit.
Verder is de motor beveiligd tegen:
•
droogloop
•
piekspanning (tot 6000 V)
In gebieden met een hoge bliksem intensiteit,
is een externe bliksembeveiliging benodigd.
•
overspanning
•
onderspanning
•
overbelasting en
•
te hoge temperatuur.
SQE pompen/MSE 3 motoren:
De droogloop beveiliging van de MSE 3
motoren kan door middel van de CU 300 of
N.B.
CU 301 aangepast worden aan de betref-
fende applicatie.
9. Onderhoud en service
De pompen zijn normaal gesproken onderhoudsvrij.
Met het oog op mogelijke slijtage en sedimentatie
kunnen bij Grundfos service kits en onderhoudsge-
reedschap worden besteld.
Het onderhoudsboek van Grundfos is leverbaar op
aanvraag.
De pompen kunnen bij een onderhoudswerkplaats
van Grundfos voor servicewerkzaamheden worden
aangeboden.
9.1 Verontreinigde pompen
Indien een pomp is gebruikt voor het ver-
pompen van vloeistof die schadelijk is voor
N.B.
de gezondheid, wordt deze pomp als ver-
ontreinigd beschouwd.
Wanneer Grundfos wordt verzocht een pomp een
servicebeurt te geven, dienen alle gegevens over het
gepompte medium enz. aan Grundfos te worden
doorgegeven voordat de pomp aan Grundfos wordt
geretourneerd. Gebeurt dat niet, dan kan Grundfos
weigeren de pomp een servicebeurt te geven.
Indien de pomp is gebruikt voor media die schadelijk
zijn voor de gezondheid, dient de aanvraag voor een
servicebeurt (ongeacht aan wie) te allen tijde verge-
zeld te gaan van gegevens over het gepompte
medium.
SQE-NE: Uitsluitend pompen die als niet verontrei-
nigd gewaarmerkt kunnen worden, d.w.z. pompen
die geen gevaarlijke of giftige stoffen bevatten, kun-
nen naar Grundfos worden gestuurd voor onder-
houd.
Ter bescherming van de gezondheid van ons perso-
neel en het milieu dient een document te worden
toegevoegd met een waarmerk dat de pomp is gerei-
nigd.
Grundfos moet eerst dit waarmerk ontvangen en
daarna pas de pomp. Gebeurt dat niet, dan kan
Grundfos weigeren de pomp een servicebeurt te
geven.
Eventuele kosten voor het retourneren van de pomp
zijn voor rekening van de klant.
13