Inhoudsopgave
Advertenties
AFSTELINSTRUCTIES EN TESTPROCEDURES
TOEGANG TOT RUIMTE
1. Koppel alle elektrische ladingen naar de eenheid los.
WAARSCHUWING
Er is hoge spanning aanwezig in dynamo- en
bedieningsruimten
wanneer
Accuspanning is aanwezig wanneer de accu is
aangesloten.
2. Verwijder met de motor stilgelegd de plaat aan de
linkerzijde of voorzijde van de aansluitkast van de
dynamo.
3. Zoek de spanningsregelaar.
Afbeelding 89
AFSTELLEN VAN SPANNINGSREGELAAR
Raadpleeg het deel TOEGANG TOT RUIMTE en
illustratie [Afbeelding 89] voor locaties.
1. Koppel alle elektrische ladingen los. Leg de motor stil.
Schakel hoofdschakelaar "UIT".
2. Stel "Spanning" POT(P2) op de regelaar af op de
volledige linkse positie.
de
motor
draait.
73
3. Stel de "Spanning" POT op het bedieningspaneel af
naar de volledige rechtse positie.
4. Start de eenheid.
5. Verifieer de generatorfrequentie tot 52 - 53 Hz zonder
belasting. Indien afstelling is vereist, raadpleeg de
procedures
(50 - 50,5
snelheidscontrole).
6. Stel "SPANNING" POT(P2) af op de regelaar tot 440V
op de AC Voltmeter.
7. Stel "Stabiliteit" POT(P3) af naar links totdat de AC
volt binnen ± 1 volt is. Draai daarna de "Stabiliteit"
POT (P3) ongeveer 5 - 10 graden naar rechts.
8. Stel "Spanning" POT af op het bedieningspaneel tot
400V op de AC Voltmeter.
9. Stop de generatorset.
STROOMOMLOOPSCHAKELAAR VOOR MOTOR
ECU ONDERHOUD
Duw op de stroomomloopschakelaar om tijdelijk stroom
aan
te
brengen
op
motorcomputerdiagnostiek op een stilgelegde motor. De
schakelaar bevindt zich aan de zijde van de motor naast
de CAN-BUS diagnosekoppeling.
Afbeelding 90: Stroomomloopschakelaar
A
CAN-BUS diagnosekoppeling
B
Stroomomloopschakelaar
bedienings- en onderhoudshandleiding
Hz
indien
elektronische
de
motor
ECU
tijdens
G80, G100, G150, G200
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
