Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

G10, G20, G30, G40, G60, G80,
NL
G100, G160, G200, G250, G400, G500
BEDIENINGS EN ONDERHOUDSHANDBOEK
23184138-NL (11-12) Rev. F
© Doosan Company 2012

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Doosan G10

  • Pagina 1 G10, G20, G30, G40, G60, G80, G100, G160, G200, G250, G400, G500 BEDIENINGS EN ONDERHOUDSHANDBOEK 23184138-NL (11-12) Rev. F © Doosan Company 2012...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSTAFEL Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding TITEL PAGINA VOORWOORD ............5 VEILIGHEIDSSYMBOLEN .
  • Pagina 4 **Gebruik altijd Doosan-reserveonderdelen!**...
  • Pagina 5: Voorwoord

    Voorwoord Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 6 Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 7: Veiligheidssymbolen

    Veiligheidssymbolen Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 8 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Veiligheidssymbolen GRAFISCHE VORM EN BETEKENIS VAN ISO-SYMBOLEN Verbod / Verplicht Informatie / Instructies Waarschuwing LET OP - Risico op elektrische LET OP - Onderdeel of systeem onder LET OP - Heet oppervlak schokken druk LET OP - Lucht/gasstroom of LET OP - Drukbediening LET OP - Bijtend of corrosief luchtafvoer...
  • Pagina 9 Veiligheidssymbolen Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding LET OP - Voer geen onderhoudswerken LET OP - Raadpleeg de bedienings- aan deze machine uit voordat de Adem de perslucht van de machine niet stroomtoevoer is afgesloten en de en onderhoudshandleiding alvorens luchtdruk volledig is afgelaten. onderhoudswerken uit te voeren.
  • Pagina 10 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Veiligheidssymbolen Aan (stroom). Uit (stroom). Hefpunt Lees de bedienings- en onderhoudshandleiding alvorens deze Gebruik de zijstandaard, handrem en Vulling compressorolie machine te bedienen of wielblokken om te parkeren. onderhoudswerken uit te voeren. Onderhoud in ruwe omstandigheden Dieselolie Parkeerrem Werking op natte locaties...
  • Pagina 11: Veiligheid

    Veiligheid Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 12 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Veiligheid Veiligheid GEVAAR Deze machine is niet ontworpen voor apparatuur die patiënten in leven houdt. Ze is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de machine uitschakelt wanneer zich een incident voordoet waarvoor de machine moet worden uitgeschakeld. GEVAAR Gebruik de motor van deze machine nooit in een gebouw met onvoldoende ventilatie.
  • Pagina 13: Belangrijk

    Veiligheid Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding BELANGRIJK Neem extreme voorzichtigheid in acht wanneer u de extra accu gebruikt. Om de accu te overbruggen verbindt u een startkabel aan de positieve pool (+) van elke accu. Verbind één uiteinde van de andere kabel aan de negatieve pool (-) van de extra accu en verbind het andere uiteinde op een aarding uit de buurt van de lege accu (om een vonk te vermijden in de buurt van eventuele explosieve gassen).
  • Pagina 14 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Veiligheid WAARSCHUWING Elektrische schokken - Gebruik geen elektrische apparatuur wanneer u in water staat, op een natte ondergrond of met natte handen of schoenen. Ga uiterst voorzichtig om met elektrische onderdelen. De accuspanning (12V/24V DC) is altijd aanwezig behalve wanneer de accukabels zijn afgekoppeld.
  • Pagina 15: Indien Gebruikt Als Alternatieve Stroombron

    Veiligheid Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Er worden meerdere methodes toegepast om transportabele generatoren extern te aarden al naargelang het gebruiksdoel en de toepasselijke wetgeving. In alle gevallen moet een ononderbroken naadloze koperen kabel van minstens 10 mm worden gebruikt als externe aardingsgeleider wanneer aarding vereist is.
  • Pagina 16: Voorzorgsmaatregelen Voor Gevaarlijke Stoffen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Veiligheid BELANGRIJK Wees uiterst voorzichtig en vermijd contact met hete oppervlakken (uitlaatonderdelen van de motor). VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEVAARLIJKE STOFFEN Zorg er steeds voor dat het koelsysteem voldoende geventileerd wordt en dat uitlaatgassen worden geëvacueerd. De volgende stoffen worden gebruikt voor de productie van deze machine en kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid indien ze verkeerd worden gebruikt.
  • Pagina 17: Algemene Gegevens

    Algemene gegevens Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 18 Algemene gegevens Toerental motor - TPM 1500 1500 1500 1500 1500 1500 1500 Mitsubishi Mitsubishi Mitsubishi Mitsubishi Mitsubishi John Deere John Deere S3L2-61IR S3L2-61IR S4Q2-Z361SD S4S-Z361SD 4045TF270 4045HF275 S4S-Z3DT61SD VLOEISTOFVOLUMES e i l i l ( i l ( Koelvloeistof radiator en motor (liter) 11.4 11.4 22.7...
  • Pagina 19: Algemene Informatie

    Algemene gegevens Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Algemene informatie G10 INFORMATIE OVER LUCHTGELUID - A-gewogen emissie-geluidsdrukniveau 77 dB(A), onzekerheid 1 dB(A) - A-gewogen emissie-geluidsvermogenniveau 92 dB(A), onzekerheid 1 dB(A) De werkingsvoorwaarden van de machine zijn conform met ISO 3744:1995 en EN ISO 8528-10:1998...
  • Pagina 20: G160 Informatie Over Luchtgeluid

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Algemene gegevens G160 INFORMATIE OVER LUCHTGELUID - A-gewogen emissie-geluidsdrukniveau 80 dB(A), onzekerheid 1 dB(A) - A-gewogen emissie-geluidsvermogenniveau 95 dB(A), onzekerheid 1 dB(A) De werkingsvoorwaarden van de machine zijn conform met ISO 3744:1995 en EN ISO 8528-10:1998 G200 INFORMATIE OVER LUCHTGELUID - A-gewogen emissie-geluidsdrukniveau 80 dB(A), onzekerheid 1 dB(A)
  • Pagina 21: Bedieningsinstructies

    Bedieningsinstructies Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 22: Alvorens Te Beginnen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Gebruik de machine nooit zonder eerst alle veiligheidswaarschuwingen in acht te hebben genomen en aandachtig de bedienings- en onderhoudshandleiding te hebben gelezen die bij deze machine werd geleverd. ALVORENS TE BEGINNEN 1. Vul met schone diesel-brandstof. De eenheden worden getransporteerd met brandstof.
  • Pagina 23: Starten

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding STARTEN BELANGRIJK Gebruik de NOODSTOP-knop UITSLUITEND voor noodgevallen. Gebruik hem NOOIT om de motor gewoon uit te schakelen. Controleer het volgende: 1. Alle externe elektrische belastingen zijn uitgeschakeld. 2. De hoofdonderbreker staat "UIT". 3. Schakelaar accu afgekoppeld staat op "AAN". 4.
  • Pagina 24: Stoppen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies 7. Laat de motor 3 tot 5 minuten opwarmen. Raadpleeg de rubriek Problemen oplossen indien de motor onverwacht afslaat. 8. Kijk op het CONTROLEPANEEL voor de juiste spanningsniveaus. Er mogen geen RODE indicatorlampjes branden. Als dat wel het geval is, moet u de machine uitschakelen en de rubriek Problemen oplossen raadplegen.
  • Pagina 25: Diagnostiek/Automatische Uitschakeling

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding DIAGNOSTIEK/AUTOMATISCHE UITSCHAKELING De bedieningsinstrumenten en -indicatoren zoals op het afgebeelde controlepaneel. Een beschrijving van elk onderdeel van het paneel: 1. Motor te warm - Duidt op de uitschakeling van de motor omdat de koelvloeistof te warm is geworden of omdat er onvoldoende koelvloeistof aanwezig is.
  • Pagina 26 17. Claxon - Weerklinkt voordat wordt gestart in de modus Autostart. Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 27: Generatorsysteem

    GENERATORSYSTEEM METERS 1. AC-spanning - Geeft de spanning van de output aan. 2. AC-stroomsterkte - Geeft de stroomsterkte van de output in ampère aan in functie van de positie van de schakelaar "stroomsterkte output". 3. Hertz - Geeft de frequentie van de output van de generator aan. 4.
  • Pagina 28: Beveiliging/Regeling

    BEVEILIGING/REGELING 10. 3-fase-aansluitingen voor rechtstreekse koppeling - L , N (neut), PE (veiligheidsaarding). (niet afgebeeld) 11. Zekeringhouders - Zekeringen voor spanningsmeter van output. (niet afgebeeld) 12. Reststroomapparaat (RCD) - Beschermt tegen aardlekken. (niet afgebeeld) 13. Hoofdonderbreker - (niet afgebeeld) 14. Claxon - (niet afgebeeld) bevindt zich achteraan op de bedieningskast. Spanningsbereik Lijn - Neutraal Lijn - Lijn...
  • Pagina 29: Starten (Modellen Met Sleutel)

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding STARTEN (MODELLEN MET SLEUTEL) BELANGRIJK Gebruik de NOODSTOP-knop UITSLUITEND voor noodgevallen. Gebruik hem NOOIT om de motor gewoon uit te schakelen. Controleer het volgende: 1. Alle externe elektrische belastingen zijn uitgeschakeld. 2. De hoofdonderbreker staat "UIT". 3.
  • Pagina 30: Stoppen (Modellen Met Sleutel)

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies 7. Laat de motor 3 tot 5 minuten opwarmen. Raadpleeg de rubriek Problemen oplossen indien de motor onverwacht afslaat. 8. Kijk op het CONTROLEPANEEL voor de juiste spanningsniveaus. Er mogen geen RODE indicatorlampjes branden. Als dat wel het geval is, moet u de machine uitschakelen en de rubriek Problemen oplossen raadplegen.
  • Pagina 31: Diagnostiek/Automatische Uitschakeling (Modellen Met Sleutel)

    DIAGNOSTIEK/AUTOMATISCHE UITSCHAKELING (MODELLEN MET SLEUTEL) De bedieningsinstrumenten en -indicatoren zoals op het afgebeelde controlepaneel. Een beschrijving van elk onderdeel van het paneel: 1. Motor te warm - Duidt op de uitschakeling van de motor omdat de koelvloeistof te warm is geworden of omdat er onvoldoende koelvloeistof aanwezig is. 2.
  • Pagina 32: Generatorsysteem (Modellen Met Sleutel)

    GENERATORSYSTEEM (MODELLEN MET SLEUTEL) METERS 1. AC-spanning - Geeft de spanning van de output aan. 2. AC-stroomsterkte - Geeft de stroomsterkte van de output in ampère aan in functie van de positie van de schakelaar "stroomsterkte output". MONITORSCHAKELAARS 3. Stroomsterkte output - Selecteert de lijn (fase)-stroomsterkte die wordt weergegeven op de AC-stroomsterktemeter.
  • Pagina 33: Beveiliging/Regeling

    BEVEILIGING/REGELING 8. Zekeringhouders - Zekeringen voor selectieschakelaar en meter van outputspanning. (niet afgebeeld) 9. Hoofdonderbreker 10. Reststroomonderbreker - (Aardlekken) Spanningsbereik Lijn - Neutraal Lijn - Lijn -N, L -N, L 207V - 253V 360V - 440V Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 34: Gebruik Van Digitale Basisbedieningselementen

    GEBRUIK VAN DIGITALE BASISBEDIENINGSELEMENTEN Overzicht De digitale controller van Doosan is een uitgebreide generatorcontroller die wordt gebruikt als primaire interface tussen de bestuurder en de generator. De controller biedt een zeer degelijke bescherming aan motor en generator. U kunt er ook heel wat real-time parameters mee weergeven, zoals onder andere kW, kVA, kVAr, arbeidsfactor, oliedruk, koelvloeistoftemperatuur, motortoerental en diagnosegeschiedenis.
  • Pagina 35 Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding IDENTIFICATIE VAN TOETSEN EN INDICATIES BEDIENINGSTOETSEN Druk op deze toets om de generator te starten. Druk op deze toets om de generator stop te zetten. Druk op deze toets om de claxon te deactiveren. Druk op deze toets om inactieve storingen op te heffen. Gebruik deze toets om de bedieningsmodus van de generator van OFF-MAN-AUT te veranderen.
  • Pagina 36: Displaytoetsen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies DISPLAYTOETSEN Gebruik deze toets om van display te wisselen tussen de schermen "metingen", "instellingen" en "storingen". Gebruik hem ook om schermen weer te verlaten. Gebruik deze toets om een instellingsparameter te selecteren en om de juiste instelling te bevestigen. Gebruik deze toets om waarden van een instelpunt te VERHOGEN en naar het instelmenu te gaan.
  • Pagina 37 Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding WEERGAVE VAN REAL-TIME GEGEVENS - TOEGANG TOT DE SCHERMEN Druk op de toets totdat u het primaire bedrijfsscherm bereikt. Gebruik de om tussen de schermen te scrollen Dit is het primaire bedrijfsscherm dat de status van de generator aangeeft samen met het generatorvermogen (kW), de arbeidsfactor en het motortoerental (tpm).
  • Pagina 38 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies Dit scherm geeft de status van de binaire ingangen van de controller weer. “I” geeft aan dat een ingang van status is veranderd en “0” geeft aan dat er geen statusverandering is. Dit scherm geeft de status van de uitgangen van de controller weer.
  • Pagina 39 Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Dit scherm geeft de belastingsparameters van de generator weer met betrekking tot actief vermogen, arbeidsfactor, reactief vermogen en schijnbaar vermogen. Deze waarden worden in totaal en per fase aangegeven. Op het scherm verschijnt operationele informatie van de generator met betrekking tot bedrijfsuren, aantal starts, aantal e-stops, uitschakelingen, kW-uren, kVAr-uren.
  • Pagina 40 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies CONTROLE VAN DE SOFTWAREVERSIE / LAMPTEST Om de softwareversie te controleren en de werking van de LED's op het bedieningspaneel te testen, drukt u tegelijkertijd op INSTELLEN VAN HET CONTRAST VAN HET LCD-DISPLAY Om het contrast van het LCD-display in te stellen, drukt u tegelijkertijd op om het contrast te verhogen of te verlagen.
  • Pagina 41: Instellen Van Parameters Via Het Toetsenbord

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding INSTELLEN VAN PARAMETERS VIA HET TOETSENBORD Druk op de toets totdat u het menu voor parameterinstelling bereikt. Gebruik om doorheen de parametermenu's te scrollen. Druk op om het gewenste parametermenu te selecteren. Gebruik om naar de in te stellen parameter te scrollen. Druk op om de in te stellen parameter te selecteren.
  • Pagina 42 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies BESCHRIJVING VAN INSTELPUNTEN BASISINSTELLINGEN Gen-Set Name (naam generator) Door de gebruiker gedefinieerde naam, gebruikt voor de identificatie van de CONTROLLER bij verbinding via externe of mobiele telefoonverbinding. De naam van de generator is maximaal 14 tekens lang en moet worden ingevoerd met behulp van Lite Edit-software. Nomin Power (3ph) (nominaal vermogen (3ph)) Nominaal vermogen van de generator in driefasige HI-WYE serieschakeling.
  • Pagina 43: Motorparameters

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding IL Power OFF (IL-uitschakeling) De tijdslimiet in minuten voor het in slaapmodus gaan van de controller. De aansturing wordt hersteld door 5 seconden op de aansturingstoets te drukken. Controller ADDR (controlleradres) De instelling van het controlleradres. RS232 Mode (RS232-modus) De keuze van het communicatieprotocol.
  • Pagina 44: Cooling Speed (Koelsnelheid)

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies Idle Time (stationaire looptijd) De stationaire looptijd begint wanneer het toerental het starttoerental overschrijdt. "Start fail" wordt gedetecteerd wanneer in stationair bedrijf het toerental onder 2 daalt. Starttoerental tpm=2 BO Startmotor BO STATIONAIR NOMINAAL Stationaire Min.
  • Pagina 45: Motorbescherming

    Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Brandstofsolenoïde Bepaalt gedrag van de BRANDSTOFSOLENOÏDE met binaire uitgang. DIESEL: Uitgang sluit samen met STARTMOTOR met binaire uitgang. De uitgang opent indien Noodstop optreedt of Gekoelde generator wordt stopgezet of in pauze tussen startherhalingen. BENZINE: Uitgang sluit samen met ONTSTEKING met binaire uitgang indien het toerental hoger is dan 30 tpm (vaste waarde).
  • Pagina 46: Dynamobeveiliging

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies Sd Oil Press (uitschakeling oliedruk) Uitschakeldrempel voor lage oliedruk. Oil Press Del (vertraging oliedruk) Vertraging voor waarschuwing/uitschakeling oliedruk. Sd Engine Temp (uitschakeling motortemperatuur) Uitschakeldrempel voor hoge temperatuur motorkoelvloeistof. Wrn Engine Temp (waarschuwing motortemperatuur) Waarschuwingsdrempel voor hoge temperatuur motorkoelvloeistof. Wrn Engine Temp (waarschuwing motortemperatuur laag) Waarschuwingsdrempel voor lage temperatuur motorkoelvloeistof.
  • Pagina 47 Bedieningsinstructies Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Overload del (vertraging overbelasting) Vertraging voor alarm lage generatoroverbelasting. Ishort (I kortsluiting) Uitschakeling gebeurt wanneer I kortsluitingslimiet wordt bereikt. Ishort del (vertraging I kortsluiting) Vertraging voor I kortsluitingsalarm. 2Inom del (vertraging 2I nominaal) IDMT is "very inverse" generator-overstroombeveiliging. 2Inom del is de reactietijd van IDMT- beveiliging voor 200% overstroom Igen = 2* Nominale stroom.
  • Pagina 48 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Bedieningsinstructies Gen <f SD (uitschakeling overfrequentie generator) Uitschakelniveau voor onderfrequentie generator. Gen f del (vertraging generatorfrequentie) Vertraging voor alarm onderfrequentie en overfrequentie generator. DATUM/TIJD Time Stamp Per (tijdstempel per) Vast tijdsinterval wanneer geschiedenis van alle parameters wordt geregistreerd. Instelling fabriekswaarde = 0.
  • Pagina 49: Onderhoud

    Onderhoud Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 50: Onderhoudsinformatie

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Onderhoud Onderhoudsinformatie BELANGRIJK Elke wijziging zonder toestemming of elk gebrek aan onderhoud van deze machine kan haar onveilig maken en ervoor zorgen dat de fabrieksgarantie niet van toepassing is. WAARSCHUWING Voordat u wat dan ook probeert te herstellen, moet u de accukabels en alle elektrische leidingen naar elektrische apparatuur loskoppelen.
  • Pagina 51: Brandstof-Waterscheiding

    Onderhoud Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Slangen Het wordt aanbevolen de aanzuigslangen van de luchtzuivering en alle flexibele slangen voor water en brandstof te controleren op het volgende: 1. Alle rubberdichtingen van slangen en de bevestigingsklemmen met schroeven moeten goed vastzitten en de slangen mogen geen tekens vertonen van slijtage, schuring of schade.
  • Pagina 52: Koppeltabel Bevestigingen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Onderhoud Zorg ervoor dat de montagebouten en -klemmen van de luchtfilter goed vastzitten en dat de luchtfilter correct is gemonteerd. Controleer de behuizing op deuken of schade aan de filter die een lek zouden kunnen veroorzaken. Koppeltabel bevestigingen Het koppel van alle bevestigingen dient overeen te stemmen met hun afmetingen en graad.
  • Pagina 53 Onderhoud Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding TABEL 2 METRIEKE BEVESTIGINGEN NOMINAAL ONTWERP KOPPEL EIGENSCHAPSGRAAD EIGENSCHAPSGRAAD EIGENSCHAPSGRAAD 8.8 (KOPMARKERING) 10.9 (KOPMARKERING) 12.9 (KOPMARKERING) KARAKTERISTIEK RECHTHOEKIG KOPPEL PATROON KAPSCHROEF OF MOER DRAADAFMETING EN SPOED KARAKTERISTIEK VIERKANT KOPPEL PATROON (Nm.) (FT-LBF) (Nm.) (FT-LBF) (Nm.) (FT-LBF) M6 X 1.0 M8 X 1.25...
  • Pagina 54 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Onderhoud Radiator van de motor Controleer het peil van de koelvloeistof in de radiator. De koelvloeistof moet de buizen in de bovenste tank bedekken (ongeveer 1 duim hoog op een peilstok die gebruikt wordt via de vulnek).
  • Pagina 55 Onderhoud Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Alarmsysteem vloeistofpeil reservoir De werking van het alarmsysteem voor het vloeistofpeil in het reservoir moet om de 3 maanden gecontroleerd worden, of telkens wanneer het ernaar uitziet dat het niet meer correct werkt. De peilknop bevindt zich onder aan een pijp onderaan het reservoir. Test de knop door de u-bouten van de pijp los te schroeven en de pijp om te keren om de vlotter te laten dalen.
  • Pagina 56: Aanpassingsinstructies En Testprocedures

    De alternator en de bedieningscompartimenten staan onder hoge spanning wanneer de motor draait. Er is steeds accuspanning aanwezig wanneer accu aangekoppeld. **Gebruik altijd Doosan- reserveonderdelen!** 2. Verwijder het linker- of voorpaneel van de alternatorkast wanneer de motor is uitgeschakeld. 3. Zoek de spanningsregelaar. Veld Met LAM...
  • Pagina 57: Spanningsregelaar Instellen

    Onderhoud Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding SPANNINGSREGELAAR INSTELLEN Zie TOEGANG TOT COMPARTIMENT en fictuur 8-1 voor de locatie. 1. Koppel elke elektrische belasting af. Schakel de motor uit. Zet de hoofdonderbreker op OFF. 2. Draai de spannings-POT (P2) op de regelaar zo ver mogelijk in tegenwijzerzin. 3.
  • Pagina 58: Bypass-Schakelaar Voor Onderhoud Van Motor-Ecu

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Onderhoud BYPASS-SCHAKELAAR VOOR ONDERHOUD VAN MOTOR-ECU Druk op de bypass-schakelaar om de ECU van de motor tijdelijk van stroom te voorzien tijdens computerdiagnose op een stilstaande motor. De schakelaar bevindt zich aan de zijkant van de motor naast de CAN-bus-diagnoseconnector. Can-bus-diagnoseconnector Bypass-schakelaar Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz.
  • Pagina 59: Installatie En Onderhoud Van De Alternator

    Installatie en onderhoud van de alternator Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E...
  • Pagina 60: Veiligheidsmaatregelen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Leroy Somer-alternator LSA 42.2/43.2/44.2/46.2/47.2 - 4 POLEN Dit hoofdstuk gaat over de alternator die is verwerkt in de machine die u zonet hebt gekocht. We willen uw aandacht vestigen op de inhoud van deze onderhoudsrubriek. Door een aantal belangrijke punten in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw alternator zult u er vele jaren zonder problemen gebruik van kunnen maken.
  • Pagina 61: Identificatie

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding WAARSCHUWING Veiligheidssymbool voor een handeling die de machine of omringende apparatuur kan beschadigen of vernietigen of die gevaarlijk kan zijn voor personeel. Veiligheidssymbool voor elektrisch gevaar voor personeel. Identificatie De alternator heeft een eigen identificatie die vermeld staat op het naamplaatje op het frame. Zorg ervoor dat het naamplaatje overeenstemt met uw bestelling.
  • Pagina 62: Naamplaatje

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Naamplaatje We raden aan de specificaties op het naamplaatje hieronder in te vullen om uw machine snel en correct te kunnen identificeren. Spanningsregeling - AREP-systeem met R438-regelaar (42.2, 43.2, 44.2) STATOR: 12 kabels (T1 tot T12 identificatie) HOOFDVELD OPWEKKER...
  • Pagina 63: Spanningsregeling Met Potentiometer Op Afstand: 470 Q, 0,5 W Min

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding R 438 LS-regelaar • Kortsluitstroom = 3 x IN gedurende 10 seconden • Kortsluitstroom = 3 x IN gedurende 10 seconden • Standaardvoeding; 2 hulpwikkelingen • Shuntvoeding; max. 4SV-50/60Hz • Nominale overbelastingsstroom: 8A-10S •...
  • Pagina 64: Lam-Eigenschappen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Snelle zekering Zonder LAM Met LAM 250V 8 A normaal snel Reactietijd 50Hz 60Hz Frequentie Maximale opwekstroom Ondersnelheid Stabiliteit Spanning Snelle zekering Monofasedetectie Statisme 3-fasedetectie Optie Optie Externe potentiometer Fig. 10 om voltage te regelen Optie LAM-eigenschappen...
  • Pagina 65: Frequentie

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Typische effecten van de LAM met een dieselmotor (zie fig. 12). Met LAM Tijdelijke spanningsval Zonder LAM (enkel U/F) Spanning Met LAM Zonder LAM (enkel U/F) Max snelheidsdip Frequentie Met LAM Zonder LAM (enkel U/F) Belastingsafschakeling door LAM...
  • Pagina 66: Installatie - Inbedrijfstelling

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator INSTALLATIE - INBEDRIJFSTELLING Montage Alle mechanische handelingen moeten worden uitgevoerd met beproefd materiaal. Bij de verschillende behandelingen moet de machine horizontaal blijven (wanneer de transportbeugel verwijderd is). Hantering De royaal bemeten hijsogen dienen voor het optillen van de alternator. Ze mogen niet gebruikt worden om alleen de alternator op te heffen.
  • Pagina 67: Elektrische Controles

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding WAARSCHUWING Zorg er tijdens het koppelen voor dat de gaten van de koppelschijven en het vliegwiel goed uitgelijnd zijn door de primaire riem van de motor te doen draaien. Gebruik nooit de ventilator van de alternator om de rotor te draaien. Draai de bouten van de koppelschijven aan zoals aanbevolen en controleer of er axiaal geen krukasspeling is.
  • Pagina 68 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator R438 afstellen (AREP-systeem) a) Oorspronkelijke potentiometerinstellingen (zie tabel op de volgende pagina). - Potentiometer voor spanningsregeling op afstand: center (ST4 verwijderd) b) Installeer een analoge 50V DC-voltmeter (naaldmodel), op de E+, E- en een 300 - 500 of 1000V AC-voltmeter op de alternatoruitgangen.
  • Pagina 69 Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding l) Stel de snelheid van de machine opnieuw in op de nominale waarde zonder belasting. Werking Fabrieksinst. Verm. Minimumspanning 400V - 50 Hz volledig naar links (0 - 380 V) Stabiliteit Niet ingest.
  • Pagina 70: Onderhoud

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator ONDERHOUD Veiligheidsmaatregelen Wanneer u onderhoudswerkzaamheden uitvoert of problemen probeert op te lossen, moet u steeds de instructies naleven om het gevaar op ongevallen te vermijden en de machine in haar oorspronkelijke staat te bewaren.
  • Pagina 71: Foutdetectie

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding - benzeen (giftig); ontvlambaar - ciclohexaire (niet giftig); ontvlambaar. Reiniging van de stator, rotor, opwekker en diodebrug het isolatiemateriaal en het impregnatiesysteem kunnen niet worden beschadigd door solventen (zie bovenstaande lijst van toegelaten producten). Vermijd dat reinigingsproduct in de gleuven lekt.
  • Pagina 72: Mechanische Defecten Lagerfout

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Mechanische defecten Mechanische defecten Lagerfout Actie Oververhitting van één of van beide Indien de lager blauwkleurig is of indien het vet lagers (temperatuur hoger dan 80°C; met verkoold is, moet u het lager vervangen. of zonder abnormaal geluid) Lager slecht geblokkeerd (beweegt uit de behuizing)
  • Pagina 73: Elektrische Problemen

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Elektrische problemen Defect Actie Symptomen Oorzaak Geen spanning bij Sluit gedurende 2 à 3 - Er wordt spanning - Tekort aan remanentie. opstarten of nullast seconden een accu aan opgewekt en de spanning van 4 tot 12V op de E- en is correct wanneer de E+ (polariteit respecteren)
  • Pagina 74 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Defect Actie Symptomen Oorzaak Spanning goed bij nullast, In nullast draaien en Spanning tussen E+ en E- Controleer de snelheid (of LAM te laag bij belasting (*) spanning controleren < 6V (DC). van R438 te hoog ingesteld).
  • Pagina 75: Controle Van De Diodebrug

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Controle van de diodebrug BELANGRIJK Schade die onder deze omstandigheden aan de regelaar veroorzaakt wordt, is niet gedekt door onze garantie. LSA 42.2 diodebrug Anode Kathode Een goed werkende diode laat de stroom slechts in één richting door, van anode naar kathode.
  • Pagina 76: Technische Kenmerken

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator TECHNISCHE KENMERKEN Elektrische kenmerken De PARTNER-alternator is een machine zonder sleepring en borstels met roterende opwekker, 2/3-wikkelspoed; 12 draden met isolatiemateriaal van klasse H en een bekrachtigingssysteem dat in de SHUNT- en AREP-versie beschikbaar is. Interferentie- onderdrukking conform norm EN 55011, groep 1, klasse B.
  • Pagina 77 Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding AREP-bekrachtigingssysteem Met AREP-bekrachtiging wordt de elektronische R438-regelaar aangedreven door twee hulpwikkelingen die losstaan van het spanningsdetectiesysteem. De eerste wikkeling heeft een spanning proportioneel aan die van de alternator (shunt eigenschap); de tweede heeft een spanning proportioneel aan de statorstroom (compound eigenschap: boostereffect).
  • Pagina 78 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Opties R438-regelaar • Stroomtransfo voor parallelwerking. • Spanningsregeling met potentiometer op afstand: 470 Q, 0,5 W min: instellingsbereik: t 5% (bereik beperkt door interne spanningspotentiometer P2). ST4 verwijderen om de potentiometer aan te koppelen. (Er kan ook een potentiometer van 1 k gebruikt worden om het instellingsbereik uit te breiden) Snelle zekering Met LAM...
  • Pagina 79 Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding LAM-eigenschappen Het LAM-systeem is standaard voorzien op de R438 LS-regelaar. Functie van de "LAM" (BelastingsAcceptatieModule): • Bij inschakelen van een belasting vermindert de rotatiesnelheid van de generator. Wanneer deze onder de vooringestelde frequentiedrempel daalt, gaat de "LAM" de spanning doen dalen met ongeveer 15%, waardoor de actieve belasting met ongeveer 25% vermindert, zolang de snelheid niet opnieuw is gestegen tot de nominale waarde.
  • Pagina 80 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Demontage-montage Deze handeling mag tijdens de garantieperiode enkel en alleen in een erkend LEROY- SOMER-atelier worden uitgevoerd of in onze fabrieken; zoniet kan de garantie vervallen. Tijdens de verschillende handelingen moet de machine horizontaal blijven (wanneer de transportbeugel verwijderd is).
  • Pagina 81 Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Spankoppel van bouten en moeren Ø van de Identificatie Koppel Nm schroef Klemmenbout opwekker Veldschroef Bout diodenbrug Diodenmoer Montagestang Aardingsschroef Balanceerschroef Bout schijf/as Transportbout Roosterbout Bout afdekplaat Toegang tot aansluitingen en het regelsysteem Verwijder het deksel van de klemmenkast voor toegang tot de klemmen.
  • Pagina 82: Hermonteren

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Hermonteren - Plaats de diodenbrug terug; let op de polariteit. - Plaats de varistor terug. - Plaats een nieuwe O-ring in het lagerschild. - Plaats het achterschild terug (zie fig. 24) en schuif de kabelbundel in de bovenste sleuf van het schild.
  • Pagina 83: Opmerking

    Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding - Wees voorzichtig met de ventilator nadat de rotor is verwijderd. Bij demontage moet de ventilator altijd worden vervangen. OPMERKING: Indien aan het poolrad gewerkt wordt (herwikkeling, vervanging van onderdelen) moet men het rotorgeheel opnieuw balanceren. Hermonteren - Volg de demontageprocedure in tegenovergestelde richting.
  • Pagina 84 Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator Tabel met elektrische eigenschappen Alternator - 2/4 polen - 50/60Hz - standaardwikkeling nr. 6. (400V voor de bekrachtigingen). De spannings- en stroomwaarden zijn opgegeven bij nullast en bij nominale belasting met afzonderlijke bekrachtiging.
  • Pagina 85 Installatie en onderhoud van de alternator Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Weerstand bij 20 °C () LSA 43.2 Stator Rotor Wikk. Wikk. Veld Rot. X1, X2 Z1, Z2 0,155 1,35 0,32 0,52 0,23 0,155 1,35 0,32 0,52 0,23 0,155 1,35 0,32 0,52 0,23 0,128...
  • Pagina 86: Ruimtelijke Afbeeldingen

    Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding Installatie en onderhoud van de alternator RUIMTELIJKE AFBEELDINGEN 44.2 koppeling Aantal Omschrijving Aantal Omschrijving Stator Inspectieluik Rotor Plaat voor klemmenlijst Ventilator Klemmenplaat Bevestigingsschroeven Spanningsregelaar Aarding Demper spanningsregelaar Schild aandrijfzijde Klemmenplaat Rooster luchtuitlaat PMG-behuizing Schild aan Aanpassingsas bekrachtigingszijde Montagestang Magnetische rotor...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

G20G30G40G60G80G100 ... Toon alles

Inhoudsopgave