SMERING EN ONDERHOUD / DAGELIJKS (VERVOLG)
4. Als het luchtfilter een automatische stofafvoerklep (A)
heeft, duwt u op de afvoerklep op het luchtfilter om
alle opgehoopte stof te verwijderen.
Afbeelding 34: Stofafvoerklep en indicator
A
Stofafvoerklep
B
Luchtverstoppingsindicator
Indien uitgerust met luchtinlaatverstoppingsindicator (B),
controleert u de indicator om te bepalen of onderhoud
aan het luchtfilter moet worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG
Maximale
luchtinlaatverstopping
(0,06 bar) (1,0 psi) (25 in. H
terelement veroorzaakt overmatige inlaatverstopping
en verminderde luchttoevoer naar de motor.
5. Inspecteer de motorruimte grondig. Let op olie- of
koelvloeistoflekken,
aandrijfriemen van accessoires, losse aansluitingen
en opgehoopt vuil. Verwijder opgehoopt vuil en laat
zo nodig reparaties uitvoeren als lekken worden
gevonden.
NB:
Neem alle fittingen, doppen en plugs af voor u
onderhoud
uitvoert
systeemcontaminatie te verminderen.
Inspecteer:
•
radiateur op lekken en opgehoopt vuil.
•
Slangen en aansluitingen van luchtinlaat op
barsten en losse klemmen.
•
Ventilator, dynamo en aandrijfriemen op barsten,
scheuren of andere schade.
•
Koelvloeistofpomp op koelvloeistoflekken.
is
6,25
O). Een verstopt luchtfil-
2
versleten
ventilator
om
de
kans
NB:
Het is normaal dat een kleine hoeveelheid lekt
terwijl de motor afkoelt en onderdelen inkrim-
pen. Overmatige koelvloeistoflekken kunnen
aangeven dat de koelvloeistofpompdichting
moet worden vervangen. Neem contact op
met de verdeler van uw motor of servi-
ce-dealer voor reparaties.
kPa
en
op
44
G80, G100, G150, G200
bedienings- en onderhoudshandleiding