<Controleren>
BRANDSTOFFILTER
(in filterhouder)
1. Verwijder de motorafdekkap (zie
bladzijde 64).
2. Kijk door de doorschijnende
filterbeker en controleer het
brandstoffilter op waterophoping
en verstopping.
Vervang het brandstoffilter indien
nodig door een nieuwe.
153
<Vervangen>
BRANDSTOFSLANGEN
BEVESTIGINGSBAND
STEUN
BRANDSTOFFILTER
1. Verwijder het bevestigingsbandje
van de steun van het brandstoffilter
en verwijder vervolgens het bandje
van het brandstoffilter.
Knijp voordat het brandstoffilter
verwijderd wordt, de slangen aan
beide zijden van het filter dicht met
slangklemmen om lekkage te
voorkomen.
2. Neem de brandstofleidingen van
het brandstoffilter los.
ONDERHOUD
BRANDSTOFFILTER
(in filterhouder)
KOPPELING
INLAATZIJDE
BRANDSTOF
RAND AAN
DE BASIS
VAN DE
KOPPELING
UITLIJNMERK-
TEKEN OP DE
BEVESTIGING
BEVESTIGINGSBAND
3. Plaats het nieuwe brandstoffilter in
de omgekeerde volgorde van
verwijderen.
Plaats het brandstoffilter met de
filterhouder met de rand van de
brandstofinlaat in lijn met het
merkteken op de bevestiging, zoals
hierboven afgebeeld.
153