• Schakel naar de vrijstand
en schakel vervolgens naar
de achteruit bij een laag
motortoerental.
Schakel niet plotseling naar
de achteruit bij een hoog
motortoerental.
• U kunt gewond raken door
bewegende delen. Plaats de
motorkap als de motor is
gestart door middel van de
noodprocedure. Gebruik de
buitenboordmotor niet zonder
motorafdekkap.
9
• Zorg ervoor dat u weet hoe u de
motor in een noodsituatie snel kunt
uitschakelen. Ken alle
bedieningsmogelijkheden en weet
hoe deze gebruikt moeten worden.
• Gebruik geen zwaardere motor dan
door de fabrikant van de boot is
voorgeschreven en controleer de
bevestiging van de
buitenboordmotor.
• Laat de buitenboordmotor niet
bedienen door iemand die niet op
de hoogte is van de werking.
• Bestudeer, voordat u de
buitenboordmotor gaat gebruiken,
eerst de wetten en regels die
betrekking hebben op het gebruik
van boot en motor.
• Breng geen modificaties aan de
motor aan.
• Draag altijd een zwemvest als u
aan boord bent.
• Gebruik de buitenboordmotor niet
zonder motorafdekkap.
Onbeschermd ronddraaiende delen
kunnen verwondingen
veroorzaken.
VEILIGHEID
• Laat de beugels, veiligheidslabels,
schilden, afdekplaten en
veiligheidsvoorzieningen zitten;
deze zijn gemonteerd voor uw
eigen veiligheid.
• Zet de motor onmiddellijk stil als
er iemand overboord valt.
• Laat de motor niet lopen als de
boot zich in de buurt bevindt van
iemand in het water.
• Bevestig het koord van de
dodemansschakelaar op de juiste
wijze aan de bestuurder.
9