BEDIENING
Indien een overmatige hoeveelheid
gas wordt gebruikt wanneer de boot
vooruit vaart, keert de
buitenboordmotor terug naar de
spiegelhoekafstellingspook. (type G)
126
Meerdere buitenboordmotoren
Op boten met meer dan één
buitenboordmotor, werken normaal
gesproken alle motoren tegelijkertijd.
Indien een of meer motor(en) wordt/
worden gestopt, terwijl de ander(en)
nog draait/draaien, moet de gestopte
motor in stand "N" (vrij) worden
geschakeld en dient de motor te
worden gekanteld, zodat de schroef
boven water komt te liggen.
Als de schroef van de gestopte motor
in het water blijft, kan deze gaan
draaien als de boot door het water
beweegt, waardoor vanaf de
uitlaatzijde een tegenstroom ontstaat.
Deze tegenstroom ontstaat als de
schroef van de gestopte motor in het
water is, de versnelling in "R"
(achteruit) staat en de boot naar voren
vaart. Tegenstroom kan een
motorstoring veroorzaken.
126