Oorzaak
Het toerental is te hoog.
8.7 Trillingen
Oorzaak
De as is verbogen door beschadiging.
Mechanische storing aan lager en/of waaier.
Verkeerde uitlijning.
De fundering is niet stevig genoeg.
8.8 Lawaai door cavitatie
Oorzaak
Luchtlek in aanzuigleiding of flens.
Cavitatie; ontoereikende NPSH (afhankelijk van
installatie).
De aanzuigleiding is niet diep genoeg
ondergedompeld.
Lucht of gassen in de vloeistof.
Het toerental is te hoog.
8.9 De pomplagers zijn oververhit
Oorzaak
De as is verbogen door beschadiging.
Mechanische storing aan lager en/of waaier.
Verkeerde uitlijning.
Oplossing
•
Controleer of de frequentie van de
elektriciteitstoevoer overeenkomt met de frequentie
die op het typeplaatje van de motor staat.
Oplossing
•
Controleer de afwijking van de as. Totale
slingertolerantie dient niet groter te zijn dan 0,05
mm.
•
Vervang zo mogelijk de as.
•
Controleer de lagers en waaier op beschadigingen.
•
Vervang zo nodig de lagers of de waaier.
•
Lijn de pomp en motor opnieuw uit.
•
Draai de moeren van de funderingsbouten opnieuw
vast. Controleer of de fundering overeenkomstig de
installatie- en bedieningsinstructies is gemaakt.
Oplossing
•
Vervang of repareer het defecte leidingdeel of de
defecte flens.
1. Vergroot de NPSH door de pomp op een lagere
positie te plaatsen.
2. Breng het aanzuigvat onder druk.
•
Verleng de aanzuigleiding zodat er geen risico op
luchtaanzuiging meer is.
•
Verwijder het gas of de lucht uit de verpompte
vloeistof.
•
Zie oplossing onder "Cavitatie; ontoereikende NPSH
(afhankelijk van installatie)" hierboven.
•
Controleer of de frequentie van de
elektriciteitstoevoer overeenkomt met de frequentie
die op het typeplaatje van de motor staat.
Oplossing
•
Controleer de afwijking van de as. Totale
slingertolerantie dient niet groter te zijn dan 0,05
mm.
•
Vervang zo mogelijk de as.
•
Controleer de lagers en waaier op beschadigingen.
•
Vervang zo nodig de lagers of de waaier.
•
Lijn de pomp en motor opnieuw uit.
41