Inhoudsopgave
Advertenties
4. Het product in bedrijf nemen
4.1 Algemene informatie
Schakel de pomp pas in wanneer deze
met vloeistof is gevuld en is ontlucht.
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Bij het verpompen van drinkwater moet
de pomp met schoon water grondig
worden doorgespoeld alvorens te
worden ingeschakeld om alle vreemde
materie, zoals conserveringsmiddelen,
testvloeistof of vet, te verwijderen.
4.1.1 Pompen met stopbuspakking
Controleer bij pompen met een stopbuspakking of de
pakkingdrukker correct is aangebracht. De pompas
moet handmatig kunnen worden gedraaid. Als de
pomp lange tijd uitgeschakeld is geweest, draait u
deze handmatig om er zeker van te zijn dat de pomp
niet is gaan vastzitten. Maak de stopbuspakking los
of verwijder de pakking.
4.1.2 Het leidingsysteem spoelen
De pomp is niet ontworpen voor het
verpompen van vloeistoffen die vaste
deeltjes bevatten, zoals puin uit leidingen
en lasslakken. Voordat u de pomp opstart
moet het leidingsysteem grondig worden
gereinigd, gespoeld en met schoon water
worden gevuld.
De garantie bestrijkt geen schade als
gevolg van het spoelen van het
leidingsysteem met de pomp.
De inschakelprocedure voor de pompen omvat vier
stappen:
1. Controles vóór de inschakeling. Controles vóór de
inschakeling, zie paragraaf.
2. Ontluchting. Zie paragraaf Ontluchting.
3. Inschakelen. Zie paragraaf Inschakelen.
4. Uiteindelijke uitlijning. Zie paragraaf Uiteindelijke
uitlijning.
Schakel de pomp pas in nadat u alle
controles vóór de inschakeling heeft
uitgevoerd.
18
4.2 Controles vóór de inschakeling
Controles voorafgaand aan de inschakeling omvatten
vier stappen:
1. Lagers
2. Pakkingbussen
3. Drukmeter
4. Draairichting.
4.2.1 Lagers
Controleer of alle lagers correct zijn gesmeerd. Zie
paragraaf Smering.
Gerelateerde informatie
6.3.3 Smering
4.2.2 Pakkingbussen
Controleer of de pakkingringen van elke
stopbuspakking op de juiste wijze zijn vastgezet.
Dit is niet van toepassing op pompen met
mechanische asafdichtingen.
4.2.3 Drukopnemers
Controleer of de aansluitingen voor de drukopnemer
gesloten zijn.
4.2.4 Draairichting
Controleer de draairichting op de volgende manier:
1. Verwijder de koppelingsbescherming.
2. Koppel de twee koppelingshelften tussen pomp
en motor los.
3. Controleer of de motoras vrij kan draaien.
4. Schakel de motor kort in om de draairichting te
controleren. De juiste draairichting wordt met
pijlen op het pomphuis aangegeven.
De draairichting van de pomp is niet
altijd gelijk aan de stromingsrichting.
5. Als de draairichting onjuist is, corrigeer deze door
twee fasen op de motor om te wisselen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u twee fasen verwisselt
dient u er zeker van te zijn dat de
elektriciteitstoevoer is
uitgeschakeld en niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
6. Controleer de draairichting opnieuw.
Advertenties
Inhoudsopgave
