3.3.1 Bedrijf met een frequentie-omvormer
U kunt alle driefasenmotoren aansluiten op een
frequentie-omvormer.
Frequentie-geregeld bedrijf stelt de isolatie van de
motorwikkelingen vaak bloot aan zwaardere belasting
en kan er toe leiden dat de motor luidruchtiger is dan
normaal, door wervelstromen als gevolg van
spanningspieken.
Als u niet zeker weet of de motor
frequentiegeregeld bedrijf aan kan, neem
dan contact op met de leverancier van de
motor.
Bovendien worden grote motoren die worden
aangedreven via een frequentie-omvormer, belast
met stromen door de lagers.
Controleer de volgende bedrijfscondities als de pomp
wordt bedreven via een frequentie-omvormer:
Bedrijfsomstan
Actie
digheden
2-, 4- en 6-polige
Zorg ervoor dat het motorlager
motoren,
dat zich niet aan het einde van
bouwgrootte 225
de aandrijving bevindt elektrisch
en meer
geïsoleerd is.
Monteer een dU/dt-filter tussen
motor en frequentie-omvormer.
Geluidsgevoelige
Dit reduceert de
toepassingen
spanningspieken en dus ook het
geluid.
Vooral
geluidsgevoelige
Monteer een sinusvormig filter.
applicaties.
Monteer een kabel die voldoet
aan de specificaties van de
leverancier van de frequentie-
Kabellengte
omvormer. De lengte van de
kabel tussen motor en
frequentie-omvormer beïnvloedt
de motorbelasting.
Voedingspanning
Controleer of de motor geschikt
tot 500 V
is voor frequentie-omvormers.
•
filterMonteer een dU/dt-filter.
Dit reduceert de
spanningspieken en dus ook
Voedingspanning
het geluid.
tussen 500 V en
690 V
•
Of zorg ervoor dat de motor
een verstevigde isolatie
heeft.
•
filterMonteer een dU/dt-filter.
Voedingspanning
van 690 V en
•
Zorg ervoor dat de motor een
hoger
verstevigde isolatie heeft.
3.4 Leidingen
Beschermende afdekkingen zijn op de
zuig- en persopeningen aangebracht om
te voorkomen dat voorwerpen van buitenaf
de pomp binnenkomen tijdens transport en
installatie. Verwijder deze afdekkingen van
de pomp voordat u leidingen aansluit.
Zuig- en persleiding
Om wrijvingsverliezen en hydraulische geluiden in de
leidingen te minimaliseren, kiest u een leiding die één
of twee maten groter is dan de zuig- en
persopeningen van de pomp. Stroomsnelheden
dienen typisch niet groter te zijn dan 2 m/s (6 ft/sec)
voor de aanzuigleiding (opening) en 3 m/s (9 ft/sec)
voor de persleiding (opening).
Zorg dat de beschikbare NPSH (NPSHA) groter is
dan de vereiste NPSH (NPSHR). NPSH = Net
Positive Suction Head
3.4.1 Algemene voorzorgsmaatregelen
Houd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij
het installeren van de leidingen:
•
Laat de leidingen altijd rechtstreeks naar de pomp
lopen.
•
Beweeg de pomp niet naar de leidingen toe. Dit
zou de uiteindelijke uitlijning onmogelijk kunnen
maken en spanning veroorzaken in pompflenzen
en leidingen.
Zorg dat zowel de zuig- als persleiding
onafhankelijk wordt ondersteund nabij
de pomp, zodat geen belasting op de
pomp wordt overgebracht wanneer u
de flensbouten aandraait. Gebruik
leidingbeugels of andere
ondersteunende middelen met
voldoende tussenruimte om
ondersteuning te geven.
•
Als u expansiekoppelingen gebruikt in het
leidingensysteem, brengt u de koppelingen aan
op een minimale afstand van 2 x de
leidingdiameter vanaf de pompflens aan de
zuigzijde. Dit voorkomt turbulentie in de
koppelingen en zorgt voor optimale
zuigeigenschappen.
•
Installeer de leidingen zo recht mogelijk en
vermijd onnodige bochten. Maak waar nodig
gebruik van 45° fittingen of 90° fittingen met lange
straal om het wrijvingsverlies te verminderen.
•
Zorg dat alle leidingkoppelingen goed sluitend
zijn.
•
Als u flenskoppelingen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat binnendiameters goed overeenkomen.
•
Verwijder bramen en scherpe randen bij het
maken van de verbindingen.
•
Zorg dat de leidingen geen spanning of belasting
op de pomp veroorzaken.
13