Oorzaak
Het actuele werkpunt van de pomp ligt rechts van het
gespecificeerde werkpunt op de pompcurve. Het
resultaat is een lagere opvoerhoogte, groter debiet en
groter energieverbruik.
De viscositeit of dichtheid van de verpompte vloeistof
is groter dan die van water.
De as is verbogen door beschadiging.
Mechanische storing aan lager en/of waaier.
Verkeerde uitlijning.
Elektrische defecten.
Het toerental is te hoog.
8.6 De motor is overbelast
Oorzaak
De viscositeit of dichtheid van de verpompte vloeistof
is groter dan die van water.
De as is verbogen door beschadiging.
Mechanische storing aan lager en/of waaier.
Elektrische defecten.
40
Oplossing
•
Zie oplossing onder "Cavitatie; ontoereikende NPSH
(afhankelijk van installatie)" hierboven.
•
Plaats een meetflens onmiddellijk achter de flens
aan de perszijde. De meetflens verhoogt de
systeemkarakteristiek of verhoogt de tegendruk,
zodat de opvoerhoogte hoger wordt en het debiet
lager. De grootte van de meetflens moet worden
aangepast zodat de druk overeenstemt met het
gewenste werkpunt.
•
Gebruik een grotere motor. Vraag advies aan
Grundfos over de aanbevolen grootte.
•
Bepaal de viscositeit en de dichtheid van de
vloeistof.
•
Controleer de afwijking van de as. Totale
slingertolerantie dient niet groter te zijn dan 0,05
mm.
•
Vervang zo mogelijk de as.
•
Controleer de lagers en waaier op beschadigingen.
•
Vervang zo nodig de lagers of de waaier.
•
Lijn de pomp en motor opnieuw uit.
•
Controleer of de spanning en de frequentie van de
elektriciteitstoevoer juist zijn.
•
Los de mogelijke defecten in de motor op.
•
Controleer of de motor op de juiste wijze gekoeld
wordt.
•
Controleer of de frequentie van de
elektriciteitstoevoer overeenkomt met de frequentie
die op het typeplaatje van de motor staat.
Oplossing
•
Gebruik een grotere motor. Vraag advies aan
Grundfos over de aanbevolen grootte.
•
Bepaal de viscositeit en de dichtheid van de
vloeistof.
•
Controleer de afwijking van de as. Totale
slingertolerantie dient niet groter te zijn dan 0,05
mm.
•
Vervang zo mogelijk de as.
•
Controleer de lagers en waaier op beschadigingen.
•
Vervang zo nodig de lagers of de waaier.
•
Controleer of de spanning en de frequentie van de
elektriciteitstoevoer juist zijn.
•
Los de mogelijke defecten in de motor op.
•
Controleer of de motor op de juiste wijze gekoeld
wordt.