3.
Voor de volgende acht bedrijfsuren:
Vermijd continu motorbedrijf met gashen-
del volledig open gedurende meer dan
vijf minuten.
4.
Na de eerste 10 bedrijfsuren:
Laat de motor normaal draaien.
DMU27101
Controles voor gebruik
DWM00080
WAARSCHUWING
Als tijdens de controle vooraf blijkt dat een
onderdeel niet werkt zoals het hoort, moet
het worden nagekeken en hersteld, alvo-
rens de buitenboordmotor te gebruiken.
Anders zou er een ongeluk kunnen gebeu-
ren.
DCM00120
OPGELET:
Start de motor niet als uit het water is.
Oververhitting en ernstige motorschade
zouden daarvan het gevolg kunnen zijn.
DMU27110
Brandstof
Ga na of u wel voldoende brandstof voor
G
uw trip hebt.
Ga na of er geen brandstoflekken zijn of
G
brandstofgassen ontsnappen.
Controleer de brandstofleidingsaansluitin-
G
gen op hun dichtheid (indien uitgerust met
Yamaha-brandstoftank of boottank).
Zorg dat de brandstoftank op een veilig,
G
vlak oppervlak staat en dat de brandstoflei-
ding niet verdraaid of platgedrukt is of in
contact kan komen met scherpe voorwer-
pen (indien uitgerust met Yamaha-brand-
stoftank of boottank).
DMU27130
Bedieningselementen
Controleer de goede werking van gashen-
G
del, schakelhendel en besturing vooraleer
de motor te starten.
De bedieningselementen moeten vlot wer-
G
ken, zonder vast te lopen of ongewoon veel
speling.
Controleer op losse of beschadigde verbin-
G
dingen.
Controleer de werking van de start- en stop-
G
schakelaars als de buitenboordmotor in het
water ligt.
DMU27150
Motor
Controleer de motor en de motorbevesti-
G
ging.
Zoek naar losse of beschadigde bevesti-
G
gingsmiddelen.
Controleer de propeller op schade.
G
Ga na of de accu in goede staat is en of de
G
accuaansluitingen goed vastzitten.
DMU27163
Controleren van het oliepeil
1.
Zet de buitenboordmotor rechtop (niet
gekanteld).
2.
Verwijder de oliepeilstok en veeg hem
schoon.
3.
Schroef de peilstok volledig in de motor
en verwijder hem opnieuw.
4.
Controleer het oliepeil met de peilstok om
na te gaan of het peil tot ergens tussen de
bovenste en de onderste peilmarkering
komt. Vul olie bij als het oliepeil slechts
tot onder de onderste markering reikt, of
tap olie af als het peil tot boven de boven-
ste markering reikt.
Werking
25