Werking
1. Middellijn (kiellijn)
DMU26930
Montagehoogte (bootbodem)
Om uw boot met optimaal rendement te laten
varen, moet de waterweerstand van de boot
en van de buitenboordmotor zo klein mogelijk
worden gehouden. De montagehoogte van
de buitenboordmotor heeft een grote invloed
op de waterweerstand. Als de montagehoog-
te te groot is, treedt makkelijk cavitatie op,
waardoor de voortstuwing nadelig wordt beïn-
vloed; en als de propellerpunten door de lucht
klieven, zal het motortoerental abnormaal stij-
gen en oververhitting van de motor veroorza-
ken. Als de montagehoogte te laag is, zal de
waterweerstand toenemen en daardoor het
motorrendement verlagen. Monteer de bui-
tenboordmotor zodanig dat de anti-cavitatie-
plaat is uitgelijnd met de bodem van de boot.
24
NOTA:
De optimale montagehoogte van de buiten-
G
boordmotor wordt beïnvloed door de
boot/motorcombinatie en de gewenste toe-
passing. Proefvaarten met verschillende
hoogtes kunnen de optimale montage-
hoogte helpen bepalen. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer of bootfabrikant voor ver-
dere informatie over het bepalen van de
juiste montagehoogte.
Voor instructies over het instellen van de
G
trimhoek van de buitenboordmotor, zie pa-
gina 31.
DMU30172
Uw nieuwe motor vereist een inloopperiode
om de contactoppervlakken tussen bewegen-
de onderdelen gelijkmatig te laten inlopen.
Wanneer u de motor goed laat inlopen zal hij
beter werken en langer meegaan.
DCM00800
OPGELET:
Als men de inloopprocedure niet volgt,
kan een kortere levensduur van de motor
of zelfs ernstige motorschade het gevolg
zijn.
DMU27080
Procedure voor 4-takt modellen
Laat de motor als volgt onder belasting wer-
ken (in versnelling met een propeller geïnstal-
leerd).
1.
Voor het eerste bedrijfsuur:
Laat de motor aan 2000 omw/min of met
ongeveer half open gashendel draaien.
2.
Voor het tweede bedrijfsuur:
Laat de motor aan 3000 omw/min of met
ongeveer driekwart open gashendel
ZMU01762
draaien.
Inlopen van de motor