en P2.
• Druk een vijfde keer op toets P3 (MAAND) en stel de maand in met toetsen P1 en P2.
• Druk een zesde keer op de toets P3 (JAAR) en stel het jaar in met toetsen P1 en P2.
• Druk twee keer op P4 om de programmering te verlaten.
11.13
DAGPROGRAMMERING
Maakt het mogelijk de functies van de dag-chronothermostaat in te schakelen, uit te schakelen en in te stellen.
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (03) "SET CHRONO" weergegeven wordt. Druk één keer
op toets P3 en selecteer met toetsen P5 en P6 "PROGRAM DAG". Druk één keer op P3 waarna "CHRONO DAG"
verschijnt. Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Het is mogelijk twee tijdzones voor de werking in te stellen die door de ingestelde tijden afgebakend worden.
Na "CHRONO DAG":
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 2". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 2". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
• Druk drie keer op toets P4 om het menu te verlaten.
11.14
WEEKENDPROGRAMMERING
Maakt het mogelijk de functies van de dag-chronothermostaat in te schakelen, uit te schakelen en in te stellen.
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (03) "SET CHRONO" weergegeven wordt. Druk één keer
op toets P3 en selecteer met toetsen P5 en P6 "PROGRAM WEEKEND".
Druk één keer op P3 waarna "CHRONO WEEKEND" verschijnt. Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Het is mogelijk twee tijdzones voor de werking in te stellen die door de ingestelde tijden afgebakend worden en
alleen voor de zaterdag en de zondag geldig zijn.
Na "CHRONO WEEKEND":
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 1 WEEKEND". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip
van inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 1 WEEKEND". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip
van inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 2 WEEKEND". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip
van inschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 2 WEEKEND". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip
van inschakeling in, of "OFF".
• Druk drie keer op toets P4 om het menu te verlaten.
11.15
WEEKPROGRAMMERING
Maakt het mogelijk de functies van de dag-chronothermostaat in te schakelen, uit te schakelen en in te stellen.
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (03) "SET CHRONO" weergegeven wordt. Druk één keer
op toets P3 en selecteer met toetsen P5 en P6 "PROGRAM WEEK". Druk één keer op P3 waarna "CHRONO WEEK"
verschijnt. Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Het is mogelijk twee tijdzones voor de werking in te stellen die door de ingestelde tijden afgebakend worden.
Na "CHRONO WEEK":
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START PROG-1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP PROG-1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
uitschakeling in, of "OFF".
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "MAANDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "DINSDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "WOENSDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "DONDERDA PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "VRIJDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "ZATERDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
• Druk op P5: nu verschijnt de tekst "ZONDAG PROG-1". Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Ga nu verder door op toets P5 te drukken en alle vorige handelingen te herhalen voor Prog-2, Prog-3, Prog-4.
• Druk drie keer op toets P4 om het menu te verlaten.
11.16
INSTELLING VENTILATOREN
Druk op toets P3 in menu 1 "REGELING VENT" waarna een menu ventilator Nr2 en Nr3 verschijnt.
Door op toets P1 te drukken, wordt ventilator Nr2 ingesteld, door op toets P2 te drukken, wordt ventilator Nr3
ingesteld.
Met de functie "A" worden de ventilatiegegevens geactiveerd die in de fabriek ingesteld waren. (Voorbeeld:
op vermogen 1 worden de van tevoren ingestelde toeren van vermogen 1 geactiveerd, op vermogen 2 worden
de van tevoren ingestelde toeren van vermogen 2 geactiveerd, enz...).
Met de functie "1" of "2" of "3" of "4" of "5" wordt de ventilator verplicht altijd op het geselecteerde vermogen te
draaien. (Voorbeeld: als "2" ingesteld wordt, zal de ventilator ook op vermogen 5 draaien alsof hij op vermogen
VENUS PLUS - GIOIA-2
NL
61