9.3 Draairichting
De pomp mag worden gestart gedurende
een zeer korte periode zonder dat deze
N.B.
ondergedompeld is om de draairichting te
controleren.
De wikkeling van alle eenfasepompen is in de fabriek
ingesteld op de juiste draairichting.
Voordat driefasenpompen worden ingeschakeld
dient de draairichting gecontroleerd te worden.
Een pijl op het statorhuis geeft de juiste draairichting
aan.
De waaier draait met de klok mee, van
bovenaf bekeken. Na inschakeling geeft
N.B.
de pomp een ruk in de richting tegenge-
steld aan de draairichting.
Wanneer de draairichting verkeerd is, wissel dan één
van de twee fasen in de voedingskabel om. Zie afb.
5
of 6.
Controle van de draairichting
Controleer de draairichting op één van de volgende
manieren, elke keer dat de pomp is aangesloten op
een nieuwe opstelling.
Procedure 1:
1. Start de pomp en controleer de volumestroom of
de persdruk.
2. Stop de pomp en wissel twee willekeurige fasen
in de voedingskabel om.
3. Schakel de pomp opnieuw in en controleer de
hoeveelheid vloeistof of de persdruk.
4. Schakel de pomp uit.
5. Vergelijk de resultaten onder punt 1 en 3. De
aansluiting die de grootste hoeveelheid vloeistof
of de hoogste druk geeft, heeft de juiste draai-
richting.
Procedure 2:
1. Laat de pomp aan de hijsinstallatie hangen, bijv.
het hijstoestel om de pomp in de put te laten zak-
ken.
2. Schakel de pomp in en uit en bekijk de beweging
(reactie) van de pomp.
3. Bij correcte aansluiting zal de pomp in de tegen-
overgestelde richting trekken van de draairich-
ting. Zie afb. 11.
4. Wanneer de draairichting verkeerd is, wissel dan
één van de twee fasen in de voedingskabel om.
Zie afb.
5
of 6.
16
Afb. 11
Reactierichting
10. Onderhoud en service
Waarschuwing
Voordat er werkzaamheden aan de pomp
worden verricht, dient u er zeker van te
zijn dat de zekeringen zijn verwijderd of
dat de netschakelaar is uitgeschakeld. U
dient er zeker van te zijn dat de voedings-
spanning niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
Er mogen geen onderdelen meer draaien.
Waarschuwing
Met uitzondering van service aan de pom-
ponderdelen moet alle andere service wor-
den uitgevoerd door Grundfos of een door
Grundfos erkend servicebedrijf en zijn
goedgekeurd voor onderhoud van explo-
sieveilige producten.
Zorg dat de pomp grondig is doorgespoeld met
schoon water voordat wordt begonnen met onder-
houds- of servicewerkzaamheden. De gedemon-
teerde onderdelen dienen afzonderlijk in schoon
water te worden schoongespoeld.
Waarschuwing
Houd er bij het losdraaien van de schroe-
ven van de oliekamer rekening mee dat er
druk opgebouwd kan zijn in de oliekamer.
Verwijder de bouten niet voordat de druk
volledig ontsnapt is.
Als de pomp lange perioden inactief is,
N.B.
adviseren wij u de werking van de pomp te
controleren.
Servicevideo's zijn te vinden in het Grund-
N.B.
fos Product Center op www.grundfos.com.