lnbouw-dieselmotoren
Koelsysteem
Koelsysteem
Zomer
,
leidingwater
met
1
%
toevoeging
van
een
em
u
lgeerba
re
ol ie.
Winter:
Water-antivries mengsel,
zo
nodig
een
emulgeerbare
olie
toevoegen.
Aftappen
Voor het volledig aftappen van een normaal
koel-
systeem
is het nodig de
radiateurvuldop
te
ver-
wiideren en twee aftapkranen, t.W.
in
het
cilin-
derblok
( f
ig.
30
)
en
in de onderbak van de
radia-
teu
r,
te
openen.
Bovendien
is het
aanbevelenswaa
rdig
hierna
de
motor gedurende zeer korte
tiid
(
ten hoogste
een
halve minuut
)
stationair
te laten draaien,
teneinde
te
voorkomen
dat enig water zal
achterbliiven,
dat
bii
bevriezing
toch nog
schade
zov
kunnen
ve
roo
rza ken
.
Voorts verdient het
de voorkeur om het
afgetap-
te water weer
te
gebruiken
voor het vullen
van
het
koelsysteem, aangezien
vers water de
vor-
ming van
ketelsteen bevordert.
Vullen
Giet geen koud
water in
een
warme motor,
aan-
gezien hierdoor
scheuren
in
het blok
of in
de
cilinderkop kunnen
ontstaan.
Het
is strikt
noodzakeliik
zomer en winter
een
anti-roest midciel aan
het
koelwater
toe
te
voe-
gen, teneinde
de corrosieve
werking
in
het
koel-
systeem
te
onderdrukken.
Als
anti-roest middel
moet een
emulgeerbare
olie
worden
gebruikt,
welke
1
,rt
van de hoeveelheid koelwater
moet
beCragen
.
(Zie onder,,Koelsysteem").
Het
koelwater
kriigt
hierdoor
een
melkwitte
kleu
r.
Wanneer
tiidens een geregelde
controle
mocht
bliiken dat het koelwater
doo
rzichtiger
is
geworden mag een kleine hoeveelheid
van
deze
olie worden
toegevoegd.
ln
anti-vriesmiddelen
is
meestal reeds
van
huis
uit
een anti-roestmiddel
aanwezig.
Na het
vullen van het koelsysteem moet de motor
2 tot 3
minuten
snel stationair draaien,
wdarna
het
koelwaterniveau
in de
radiateur
moet
wor-
den gecontroleerd en zonodig koelwater dient
te
worden biigevuld.
Radiateurblok-
en
slangen
Uiteraard zal
de
radiateu
r
ziin
koelende
werking
onvoldoende kunnen verrichten als
de
luchtdoor-
laten verstopt zouden
ziin door
vuil of
insekten.
Het
reinigen
kan het
eenvoudigste
geschieden
door een krachtige waterstraal
of
persluchtstroom
op het koelblok te
richten. Mocht
dit
niet
afdoen-
de
bliiken
te ziin,
dan zullen de verstopte
ope-
ningen moeten worden
doorgestoken.
Hiervoor mag uitsluitend een zacht houten voor-
werp worden gebruikt, daar
anders kans
op
be-
schadiging
van het koelblok
bestaat.
De waterslangen dienen
ten allen
tiide hun
volle
doorlaatopening
te
behouden.
a.
Controleer iedere 2000
km (75
uur
)
bii
draaiende
motor
of
de
slangen
niet plat
wor-
den
gezogen.
b.
Demonteer
iedere 24000
km
(
qOO
uur
)
de
slangen,
daar inwendige vertering vaak
niet
van buiten
af
kan
worden
geconstateerd.
V-snaar
De
spanning van de
V-snaar
dient iedere 2000
km
(75
uur
)
te
worden gecontroleerd.
Bii een
iuiste spanning moet men de
snaar
tussen
ventilator
en dynamo
12-1
5
mm kunnen
indruk-
ken
(
f
ig. 3l
).
De
spanning kan
worden
ingesteld
door middel van de stelbout in de
dynamosteun
na eerst
de
beíde bevestigingsbouten
te
hebben
I
osged
ra
a
id
.
Een
n
ieuwe
V-snaa
r
moet
in
het
a
lgemeen
reeds
na een
half uur draaien weer op
spanning wor-
den gecontroleerd
in
verband
met mogeliik
op-
getreden
rek.
Thermostaat
(fig.
32)
Zolang
de bedriifstemperatuur nog niet is bereikt,
sluit de
thermostaat
de toegang tot de
radiateur
voor het koelwater
af
.
Een
goede
werking van
de
thermostaat
is dus
zeer
belangriik
voor het
snel
op
bedriifstemperatuur komen
van de motor
en
het
ha
nd
haven
va
n
deze
tem
peratu
u
r.
Een
defecte
thermostaat
moet
daa
rom
on
m
iddel
liik
worden
ve
rva
n
gen
.
Doorspoelen
Laat
tweemaal
per iaar het
koelsysteem
door-
spoef
en teneinde het verstopt
ra
ken
van
kanalen
te voorkomen. Aangezien het blok echter
thermo-
syphonkoeling heeft, kan men niet
op de
gebrui-
geliike wiize
doorspoelen.
Ga daarom als volgt
te
werk
t
l.
Verwiider de vuldop en tap radiator en
cilin-
derblok af.
Breng
de vuldop weer
aan.
2.
Maak
de radiatorslangen
los
van het motorblok.
3.
Steek
een waterslang
in
de onderste
radiator-
slang
en draai
er een lup
omheen, teneinde
zo
wein
ig
mogelíjk
dru
k te
verliezen.
4. Laat
nu water door de radiator
stromen totdat
het
er
aan
de
bovenziide schoon uitkomt.
5.
Maa
k
het
thermostaathuisdeksel
los en verwii-
der de
thermostaat.
ó.
Controleer de
werking van de thermostaat
(zíe
bii
reparatiewerkzaamheden ).
7.
Steek
de waterslang nu in de opening van
de
waterpomp
(
fig.
33
).
29