De motor wordt afgeleverd met ingeperste klepzittingen voor de uitlaatkleppen, terwijl de klepzittingen voor de inlaatkleppen rechtstreeks in de cilinderkop zijn gefraisd. Indien tot revisie van de motor wordt overgegaan, kunnen zonodig bij DAF ook losse klepzittingen voor de inlaatkleppen worden besteld. Kamer in cilinderkop...
Pagina 4
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 BRANDSTOFINSPUITSYSTEEM Brandstofpomp typenummer PE6A 850320 RS 2242 Regulateur typenummer RQ 250/1300 AB 662 R KLEPPENMECHANISME Inlaatklep opent (bij 1 mm meetspeling) 3° na BDP Inlaatklep sluit (bij 1 mm meetspeling) 34° na ODP Uitlaatklep opent (bij 1 mm meetspeling) 33°...
Pagina 5
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 KRUKAS Hoofdlagerhalzen Diameter 78,734 - 78,754 mm Ondermaten 5 x 0,254 mm maximaal 5 x 1,27 mm Breedte 1e lagerhals 46,87 - 47,13 mm Breedte 2e, 3e, 5e en 6e lagerhals 35,433 - 35,687 mm...
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Cilinderkop 20.01183 20.01180/1 Fig. 7 Fig. 8 De cilinderkop compleet met inlaatspruikstuk en water- Vastzittende verstuivers moeten met de speciale trek- pomp demonteren. ker 4-99-535055 worden verwijderd. 95.0356/1 20.01057/1 Fig. 9 Fig. 10...
Pagina 9
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 95C.051 20.01056 Fig. 11 Fig. 12 Het aanbrengen van klepgeleiders. Deze moeten van De hoogte, die de klepgeleider boven de kop moet boven af worden ingeperst met het speciaal gereed- uitsteken, dient te worden gemeten zoals hierboven is schap 2-99-535073.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 20 C 063 Fig. 15 Koppakking droog, dus zonder olie of iets dergelijks aanbrengen (uiteraard nadat blok en kop zorgvuldig zijn gereinigd. Het aandraaien van de cilinderkopmoeren dient op de hierboven gegeven volgorde te geschieden daarbij in het midden te beginnen.
Pagina 11
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 20 CO 121/1 20 CO 120 Fig. 19 Fig. 20 Uitlaatklep (max. excentriciteit 0,1 mm klokuitslag). Inlaatklep (max. excentriciteit 0,1 mm klokuitslag). 60.177/1 60.176/1 Fig. 21 Fig. 22 Inlaatklep gemonteerd. Klepspeling moet bij koude Klepspeling moet bij koude motor worden gemeten.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Cilinderblok 20.0105/1 20.01043/1 Fig. 23 Fig. 24 Het uittikken van de busjes van de centrale bedie- De dieselmotor is voorzien van verwisselbare, droge ningsas dient op de hierboven aangegeven wijze te cilindervoeringen. geschieden.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Krukas met lagers 20.01092/1 20.01173/1 Fig. 27 Fig. 28 Het aanbrengen van de axiale drukringen. De middelste hoofdlagerkap wordt aan weerszijden van axiale drukringen voorzien. 20.01091/2 20 CO 359 Fig. 29 Fig. 30 Het meten van de axiale speling van de krukas Schematische tekening van de trillingsdemper.
Pagina 14
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 NL-08-70 Recovered by ms Roboot - www.roboot.nl...
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Zuigers en drijfstangen 20 CO 344 Fig. 33 De zuigers van de dieselmotor zijn voorzien van een toroïdale verbrandingskamer. 20.01064/1 Fig. 34 Let bij het monteren op de juiste stand van de zuiger en drijfstang t.o.v.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Nokkenas en distributie 95.0358/A 20.01048/2 Fig. 36 Fig. 37 Het verwijderen van het nokkenastandwiel dient te Monteer het voorste nokkenaslager met een speciale geschieden met behulp van trekker 2-99-535144. drevel 2-99-535079. Let hierbij op de juiste stand van het lager.
Pagina 17
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 95 C 048 20.01082/1 Fig. 40 Fig. 41 De centreerbus in doorsnede. Het monteren van de distributietandwielen. Let hierbij 1. Frontplaat op de pijlen bij het nokkenastandwiel en de verticale 2. Nokkenas stand van de spie van het krukastandwiel, waarbij de 3.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Vliegwiel en vliegwielhuis 20.01104/1 20.01081/1 Fig. 42 Fig. 43 Het vliegwiel van de krukas afdrukken met behulp van De borgdraden worden sinds 1977 niet meer gebruikt. de speciale drukbouten. De bouten borgen met Loctite 242 of een vergelijkbaar product.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Smeersysteem 0530 C 076/1 20.01088/2 Fig. 46 Fig. 47 Het oliecircuit. Speling controleren van de oliepomptandwielen 20 CO 241 20.01095 Fig. 48 Fig. 49 De smering van nokkenas en klepstoters. Het aanbrengen van het oliepompaandrijfasbusje m.b.v.
Pagina 20
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 20.01060/2 20.01491 Fig. 50 Fig. 51 Gebruik voor het los- en vastdraaien van de olieka- Het oliedrukregelventiel in onderdelen. naalplug een zeskant-stiftsleutel. 20 C 077 20 C 077/1 Fig. 52 Fig. 53 Het smeeroliefilter.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Waterpomp 20 CO 342/1 Fig. 54 Doorsnede van de waterpomp. 1. Lagerhuis De voorkant van de waterkeerring moet gelijk 2. Schoepenwiel liggen met de voorkant van het lagerhuis. 3. Borgplaat Deze ruimte moet bij montage voor 1/3 gedeelte 4.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 DAF gereedschap 95 CO 330 Trekker voor het demonteren van krukaspoelie en nokkenastandwiel. Bestelnr. 2-99-535144. 95 C 051 Drijver voor het inpersen van klepgeleiders. Bestelnr. 2-99-535073 95 C 043 Reinigingsspil voor verstuiverholten in cilinderkop.
Pagina 23
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 95 CO 107 Gereedschap voor het inpersen en uittrekken van cilindervoeringen. 16 W8-592 Bestelnr. 2-99-535223. Verlengstuk voor toerenteller. Bestelnr. 2-99-535265. 95.0223 95 C 083 Demontage gereedschap voor krukastandwiel. Centreerbus voor drukring van nokkenas.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Filters Bezinkkolf (C.A.V.) In de bezinkkolf heeft het water, dat zich in drup- pelvorm in de brandstof kan bevinden, de gelegenheid om uit te zakken, zodat het niet tot de overige brand- stofapparatuur kan doordringen.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 DEMONTEREN Verwijder de toevoerpomp en het zijdeksel. Laat de smeerolie uit het pomphuis lopen. Plaats de brandstofpomp in een (de)montage- klem. Verwijder de geleidepen uit het regula- teurdeksel; verwijder het deksel (smeerolie op- vangen!) en neem het regulateurmechanisme uit het huis (zie pag.
Pagina 27
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 de onderste veerschotels uit het pomphuis. Neem van de pomp blijkt dat de op het testblad vermelde vervolgens ook de sleufbussen met de bovenste waarden niet kunnen worden verkregen, moeten de veerschotels en de regelkwandranten uit het elementen worden vernieuwd.
Pagina 28
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Pomphuis Instellen positie en axiale speling van nokkenas. Een lekkend of zwaar beschadigd pomphuis kan niet Leg de oliekeerring in het lagerdeksel en be- worden hersteld. Zittingen van de pompcilinders moe- vestig het deksel met alle vier bevestigings- ten zonodig worden bijgewerkt met behulp van een schroeven stevig op het pomphuis.
Pagina 29
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Schroef de persklephouder in het pomphuis. In verband met het ”zetten” van de O-ring moet het vastzetten van de persklephouder nog tweemaal worden herhaald. Aanhaalkop- pel: 4,5 - 0 - 4,5 - 5,0 mkg.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 de regelstang àf staan gekeerd (fig. 10). 13. Controleer of in elke stand van de regelstang het kwadrant zowel in verticale richting als zijwaarts een voelbare speling heeft. Hierbij de regelstang vasthouden! 14. Schuif de bovenste veerschotel over de sleufbus en monteer plunjer, veer en onderste veerschotel van onder af (fig.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Speciaal gereedschap 26 CO 232 26 CO 233 Stoterklem; vastzetten van stoter (6 stuks bestellen). Perskleptrekker; verwijderen van persklep. Bestelnr. 4-99-535509. Bestelnr. 4-99-535511. 95 CO 358 26 CO 234 Handfrees voor het opzuiveren van de pompcilinder- Kaliber;...
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Brandstoftoevoerpompen Type Bosch FP/K22 P5 Type Bosch FP/K22 P5 Type Bosch FP/KE22 AD Type Bosch FP/KE22 AD Algemeen Brandstoftoevoerpompen van bovenvermelde typen zijn enkelwerkende plunjerpompen, waarvan de werking hieronder aan de hand van de figuren 1 en 2 wordt uiteengezet.
Pagina 33
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Voorfilter alle aansluitingen en laat de pomp met 600 omw./min. draaien. Sluit langzaam de kraan in de persleiding en De toevoerpomp is voorzien van een voorfilter (fig. 4). lees de opvoerdruk af. Deze moet 2,5 - 4,5 atm. bedra- Het onderhoud hiervan beperkt zich tot het elke 8000 gen.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Bosch verstuiver Verstuiverhouder: KBL 97 S 80/13 Technische gegevens Verstuiver: DLL 140 S 248 Aantal verstuivergaten: Diameter verstuivergaten: 0,35 mm Hoek verstuivergaten: 140° Lichthoogte verst.naald, nieuw: 0,40 mm Naaldhoek/Zittinghoek: 60° Inspuitdruk: 165 - 170 kg/cm2...
Pagina 35
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Neem de naald uit het verstuivermondstuk en reinig Maak verstuivermondstuk en -naald goed schoon in deze onderdelen door ze met een koperen borstel te gasolie. bewerken en daarna in gasolie af te spoelen. Indien...
Pagina 36
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Het controleren van de inspuitdruk geschiedt door bij wanneer in kleine gebieden het “kraken” niet optreedt, ingeschakelde manometer de hefboom langzaam om- is dit van geen betekenis. De snelheid waarmee de laag te drukken, totdat de verstuiver met een licht kra- hefboom wordt bewogen, mag niet lager zijn dan één...
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 ken!). Dit zou immers het geval zijn, wanneer de motor Regulateur type RQ is afgesteld om in lagere toerentalgebieden zijn volle vermogen te ontwikkelen en daardoor bij hogere toe- Algemeen rentallen evenredig meer brandstof ingespoten zou De RQ-regulateur is een zogenaamde “two-speed”-...
Pagina 39
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Neem het gewichtenstelsel en het overbrengings- mechanisme in het regulateurdeksel slechts alleen dan verder uit elkaar, wanneer hieraan behoefte is in verband met overmatige spelingen, klemmen, bescha- digingen, enz. 26 CO 220 Fig. 6.
Pagina 40
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 deblok, geleidepen, regelhefboom schaarblokje, bedieningshefboom en de in het regulateurdeksel aangebrachte onderde- len van het overbrengingsmechanisme. Wanneer de zijvlakken van het geleideblok groeven tonen of het verbindingsstuk en het geleideblok blauw zijn aangelopen tengevol- ge van onvoldoende smering, moeten deze onderdelen worden vernieuwd.
Pagina 41
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 26 CO 225 Fig. 10. Veerspanning van regulateurveren. Links: minimale veerspanning. Rechts maximale veerspanning. 32. Stelmoer 33. Veerschotel 26.0511 35. Gewichtendragerpen Fig. 11. De stelmoeren moeten altijd een halve of een hele Het controleren van de speling der regulateurge- slag worden verdraaid, aangezien zij alleen in deze wichten.
Pagina 42
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Schuif het gewichtenstelsel weer op de nokkenas. oogbout. Let er op, dat de koppelpen niet klemt; Monteer de vulringen en de nokkenasmoer. Draai ruimen in gemonteerde toestand is niet toelaat- de moer vast met 4 à 5 mkg.
Pagina 43
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Meet de afstand tussen de liniaal en de ach- Opmerking terzijde van het geleideblok. Het schaarblok moet met zijn kom-vormige einde Tel bij deze afstand de dikte van de liniaal op naar boven gericht in de regelhefboom worden en trek hiervan de halve dikte van het gelei- gemonteerd.
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 einde onder alle omstandigheden de regelstang – te- Regulateur type RQV gen de regelkrachten van de gewichten in – op stop te kunnen zetten. Tevens worden de regelkrachten op Algemeen het regulateurmechanisme beperkt tot de veerkracht De RQV-regulateur is een zogenaamde “all-speed”-...
Pagina 46
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Neem het gewichtenstelsel en het overbrengingsme- chanisme in het regulateurdeksel slechts alleen dan verder uit elkaar, wanneer hieraan behoefte is in ver- band met overmatige spelingen, klemmen, beschadi- gingen, enz. 26 CO 220 Fig.
Pagina 47
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 SAMENSTELLEN Regulateurgewichten. Pers de scharnierpennen 40 in de gewichtendrager en breng de spanstiften aan. Monteer haakse hefbomen, gewichten en scharnierpennen 1 en borg hen met de spanstiften. De gewichten moeten zich – bij gemon- teerde koppelpen –...
Pagina 48
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Gewichtenstelsel den gecorrigeerd door de dikte van de vulringen Verwijder het apparaat 4-99-535354 en neem het te wijzigen. gewichtenstelsel weer van de nokkenas af. Neem het gewichtenstelsel weer van de nokkenas Steek de koppelpen provisorisch door de haakse af en leg de trillingdemper in de gewichtendrager.
Pagina 49
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 Controleer of de veer de met de drukring en de stelring(en) spelingvrij ligt opgesloten tussen de beide moerbussen. Controleer dit door het com- plete verbindingstuk snel heen en weer te schud- den, waarbij geen ”rammelend” geluid mag worden waargenomen.
Pagina 50
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 ring en de sluitringen aan de zijde van de be- Houd de regelstang in de stop-positie en plaats de dieningshefboom. bedieningshefboom schuin omhoog. Monteer het Leg de spie in de as en monteer de bedie- regulateurdeksel van bovenaf;...
Werkplaatsinstructies DAF DD 575 - DS 575 95 CO 368 95 CO 377 Noksleutel; los- en vastdraaien van diverse Trekker; verwijderen van meenemer. schroeven. Bestelnr. 4-99-535353. Bestelnr. 4-99-535352 95 CO 369 95 CO 367 Sleutel; los- en vastdraaien van schroefpluggen.
TESTBLAD nr. B-3 Brandstofinspuitsysteem BRANDSTOFPOMP Testcondities BOSCH, type PE 6 A 85 C 320 RS 2242 Testverstuiver: EF8511/9A Test-inspuitdruk: 180 kg/cm2 Testleidingen: 600 x 6 x 1,5* mm *) wanddikte REGULATEUR Afstelprocedure en toleranties BOSCH, type RQ 200/1300 AB 662 R Alle afstellingen uit te voeren met op de pomp gemonteerde drukregelklep.
Pagina 54
TESTBLAD nr. B-4 Brandstofinspuitsysteem BRANDSTOFPOMP Testcondities BOSCH, type PE 6 A 85 C 320 RS 2242 Testverstuiver: EF8511/9A Test-inspuitdruk: 180 kg/cm2 Testleidingen: 600 x 6 x 1,5* mm *) wanddikte REGULATEUR Afstelprocedure en toleranties BOSCH, type RQV 250/1300 AB 667 R Alle afstellingen uit te voeren met op de pomp gemonteerde drukregelklep.
De koelvloeistof dient altijd eerst door de oliekoeler van de keerkoppeling te lopen en daarna achtereen- Op de DAF 615 kunnen twee verschillende typen re- volgens door de oliekoeler van de motor, dan (in geval gulateurs gemonteerd zijn, de RQ (two-speed) of de van vlakkoeling) de motor zelf en pas als laatste door RQV (all-speed).
G. Invoer motorsmeerolie H. Afvoer motorsmeerolie Aftapkraan motorkoelwater K. Aftapkraan buitenboordwater Aftapplug motorsmeerolie De DAF scheepsdieselmotoren worden als regel uit- gerust met interkoeling of met kielkoeling, terwijl in bepaalde gevallen ook vlakkoeling kan worden toege- past. INTERKOELING Bij dit koelsysteem wordt het koelwater van de motor op de gebruikelijke wijze in circulatie gebracht door de waterpomp.
Pagina 64
Het is een absolute eis, dat alle aftappluggen worden losgenomen om er zeker van te zijn dat geen water is achtergebleven. EXPANSIETANK DAF-scheepsdieselmotoren zijn uitgerust met een kleine voorraadtank voor motorkoelwater, de zoge- naamde expansietank. Dit tankje mag niet helemaal vol worden gevuld, doch slechts voor driekwart ge- deelte.
Vernieuwing van stopbuspakking Gebruik uitsluitend de originele pakkingringen, welke De Sihi buitenboordwaterpomp is een zelfaanzuigende als DAF-onderdeel leverbaar zijn. Verwijder nauw- pomp, welke uit vijf hoofdbestanddelen is samenge- gezet alle oude pakkingresten. Zorg er bij de montage steld. Het bronzen schoepenwiel, waarvan de schoe- voor, dat de deelvlakken van de ringen verspringen.
Koelwatersysteem Jabsco buitenboordwaterpomp Droog draaien Laat de pomp nooit langer dan een tiental seconden zonder water draaien. Bedrijfstemperatuur De bedrijfstemperatuur van de pomp mag niet hoger dan ongeveer 45 °C komen. Opleggen Wanneer het vaartuig voor langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld, verdient het aanbeveling om de rotor uit het pomphuis te nemen.
Transmissie Twin Disc keerkoppeling MG-506 TECHNISCHE GEGEVENS Merk: Twin Disc Model: MG-506 Type: Hydraulisch bediende meervoudige platen keerkoppeling OLIESYSTEEM Hoeveelheid incl. koeler en leidingen: 4,5-5 liter Kwaliteit en viscositeit: Gelijk aan voor de motor voorgeschreven smeerolie Bedrijfstemperatuur: Normaal: 60-83 °C Minimaal: 60 °C Maximaal: 107 °C Bedieningsdruk (gekoppeld):...
Pagina 71
Transmissie Bediening 1000 bedrijfsuren te worden herhaald. Wanneer het Indien de bediening van motor en keerkoppeling niet vaartuig langer dan drie maanden opgelegd is ge- automatisch gelijktijdig plaatsvindt, gelden bij het weest. moet de olie worden ververst alvorens het vaar- schakelen de volgende voorschriften: tuig weer in bedrijf wordt gesteld.
ALGEMEEN Voor het schoon houden der sleepringen is bovendien een drietal reinigingsborstels aangebracht. Laatst ge- DAF-scheepsdieselmotoren kunnen worden geleverd noemde borstels onderscheiden zich van de stroom- met een Z.F.-keerkoppeling van een der hierna ge- borstels door het ontbreken van de kabelaansluiting.
Transmissie de electrische bediening van de keerkoppeling gebruikelijke wijze plaats door het element goed in (schakelaar en keerkoppeling zijn daartoe d.m.v. schone benzine of gasolie te spoelen en daarna flink een meer-aderige kabel met elkaar verbonden). uit te slaan of liefst met perslucht te drogen. de mechanische regeling van het toerental van de motor.
Transmissie ZF scheepskeerkoppeling BMK-50 BEDIENING Het electrisch inschakelen van de koppeling mag al- leen geschieden bij stationair toerental van de motor. Voor gebruik in noodgevallen kan de koppeling langs MECHANISCHE weg worden ingeschakeld. Het in- schakelen mag daarbij UITSLUITEND BIJ AFGE- ZETTE MOTOR en UITGESCHAKELDE STROOM- BRON plaatsvinden.
Transmissie BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN keerkoppeling zal bij het peilen van de olie in de keerkoppeling - nadat de motor enige tijd heeft Uitgezonderd in noodgevallen mag niet worden ge- stilgestaan - het niveau hoger dan tot aan de bovenste schakeld bij een hoger toerental dan 1000 omw./min. merkstreep op de peilstok behoren te reiken.
Transmissie Rockford platenkoppeling moeilijk bereikbaar zou zijn, is de aandrijfas bovendien halverwege voorzien van een radiaal geboord gat, waarin dan een smeernippel kan worden geschroefd. Het gat dat niet voor een smeernippel wordt gebruikt, moet uiteraard worden afgeplugd. Het koppelingsmechanisme - en in het bijzonder de stelring van de drukplaten - is bereikbaar, als het in- spectiedeksel van het koppelingshuis wordt weg- genomen.
Omrekeningstabel Omrekeningstabel Met ingang van 1 januari 1978 is het SI-stelsel in werking getreden en moeten verschillende nieuwe eenheden woren ingevoerd. PK’s verdwijnen, hiervoor in de plaats komen kW’s om vermogen aan te geven. De onderstaan- de tabel helpt u waar nodig, de eenheden om te rekenen, zowel van oud naar nieuw als omgekeerd. ARBEID ft.
Storingstabel Storingstabel dieselmotoren Motor draait niet, of traag Oververhitting Te lage accuspanning Slippende V-snaar Verbroken of slechte accuverbindingen Te weinig water Zekering van startschakelaar doorgeslagen Verstopt koelsysteem Te dikke smeerolie Defecte waterpomp Defecte startmotor Thermostaat blijft hangen Inspuitmoment te laat Motor start niet Uitlaat rookt Brandstoftank leeg...