I
a^f
rc*
e.
Maak
in
deze stand
de
bevestigingsbouten
weer goed
vast.
Indien
dit
niet het
gewenste resultaat
mocht
geven,
is het
wenseliik
de
DAF-agent
te
hulp
te
roepen
voor controle en afstelling. Het
verdient
aanbeveling deze werkzaamheden iedere
48000
km (1800 uur) te
laten
verrichten door een
vak-
kundige.
De smeerolievoorraad
van
de brandstofpomp
be-
draagt
I
liter.
Hiervoor moet dezelfde
soort
motorolie als
in
het motorcarter
worden qebruikt.
ledere
4000
km
(150 bedrijfsuren)
m-oet ook
de
olie van de brandstofpomp via de aftapplug
A
worden afgetapt
(fig. 25). Vul
daarna
nieuwe
olie via
vulopening
B
totdat
er
olie
uit
het
overlooppiipje
C
komt.
Waarschuwing: Vergeet
niet een nieuw
gemon-
teerde brandstofpomp met
olie
te
vullen
alvorens
deze
in
be-
driif te
stellen.
Vacuumregulateur
In
de afstelling van de regulateur mag
geen wi!-
ziging worden
aangebracht;
met
h.et
verbreken
van de verzegeling vervalt alle garantiè die door
de fabriek wordt
gegeven
op de
motor.
Slecht
trekken van
de motor
kan
ook een gevolg
ziin van een gescheurd
of
poreus membraan
van
de
regulateur.
Dit
dient als
volgt te worden
ge-
controleerd
(fig. 2ó):
a.
Maak
de
vaèuum-
en
luchtaansluitingen
op
de
regulateur los (maak van deze gelegenheid
ge-
bruik om zo mogeliik deze
leidingen
schoon
te
blazen
met perslucht).
b.
Zet de
stophefboom
in
de
stopstand
en
sluit
de vacuum-
en
luchtaansluitingen
goed
af
met
de vingers.
c. Laat
de
stophefboom
in
ziin
oorspronkeliike
stand terugkomen.
d. Het membraan
moet nu
op zìin
plaats
bliiven;
zo niet,
dan
wiist dit op
een slechte
toestand
van het
membraan,
e. Bii het vriigeven van
de
aansli.ritingen
behoort
het membraan
plotseling met kracht te worden
teruggedrukt door
de
kracht
van
de
veer.
Waarschuwing:
laat
nooit de motor draaien
als
de
regulateur
niet
aangesloten
is
op het
motorvacuum, daar
an-
ders het toerental
niet
begrensd
is en de motor zeer ernstig
kan
worden beschadigd
(
het zgn.
op
hol slaan van
de motor)!
Mechanische
regulateur
(îig.
n)
Hieraan mogen evenals aan
de vacuumregulateur
geen
wiizigingen
in de
afstellingen worden
aan-
gebracht.
De
mechanische
regulateur
is van
de
fabriek
uit
gevuld met ca 150 cc motorolie
van
dezelfde soort als voor de smering van de motor
wordt
gebruíkt.
Controleer iedere
4000 km
(
.|50
uur)
het
niveau
door
de niveauplug
A
uit te
draaien en
zo nodig
olie via de opening
B
bii te
vullen totdat de olie
uit
het pluggat lekt.
26
Verstuivers
Voor een goede werking van de dieselmotor
is
het een absolute vereiste, dat de verstuivers
op
de iuiste inspuitdruk ziin afgesteld. Het
verdient
daarom aanbeveling steeds enige
op de
iuiste
druk afgestelde
reserveverstuivers
bii de
hand
te
hebben. Wanneer
wordt getwiifeld
of
een
ver-
stuiver goed functioneert, kan als volgt te
werk
worden
gegddl't:
a.
Laat
de
motor stationair
d,raaien.
b. Draai
een
voor één de wartels
aan
de
verstui-
vers een halve
slag los
(fig.28).
c.
Bii het
losdraaien
van de wartel van de
on-
deugdeliike verstuiver zal
dit
geen
merkbare
invloed
op
het
draaien
van
de
motor
uit-
oefenen.
Het controlerèn
der verstuivers dient
in elk
geval
iedere
48000
km
(
1800
uur
)
te
qeschieden
en
bovendien
onmiddelliik wanneer de motor
over-
matig rookt onder normale
belasting.
Luchtf
ilter
Het
luchtfilter dient periodiek te worden
schoon-
gemaakt. Tenminste
geliik met
iedere motorolie-
verversing, doch
-
afhankeliik van
de
bedriifsom-
standigheden
-
zonodig
vaker. Raadpleeg
hierom-
trent de
DAF-agent.
Het reinigen van het oliebadluchtfilter vindt
als
volgt
plaats
:
a. Demonteer
het
oliereservoir
en het
filterele-
ment.
Dek
de opening
in
het inlaatspruitstuk
af
met
een
schone
doek, zodat geen voorwerpen
en
vuil in
de motor
kunnen vallen.
b.
Was reservoir
en
element
uit in
benzine
en
droog ze
bii
voorkeur met
perslucht.
c.
Vul het
reservoir met schone motorolie.
Opmerking
Laat het oliepeil
niet boven
het
aangegeven
maximum komeh,
daar dit een b"perking
van
de
luchttoevoer
naar de motor tot
gevolg heeft
(fig.29).
d.
Dompel
het filterelement
in
schone motorolie
en laat het goed
uitlekken.
e. Plaats
het
element
in
het
oliereservoir
en
monteer
dit
weer.
zorg dat
a
lle
verbindingen tussen
het
luchtf
ilter
en het
inlaatspruitstuk
van
de
motor goed
aan-
sluiten, teneinde
het
aanzuigen
van
ongefiltreer-
de lucht te
voorkomen.
Het droge luchtfilter dient
te
worden
gereinigd
door het filterelement
f
link te
spoelen
in
schone
benzine
of
gasolie. Het drogen
van het
element
moet
extra goed gebeuren wanneer benzine voor
het schoonmaken is gebruikt
Smoorklepbediening
Voor
een
soepele
werking is het nodig de
smoor-
klepbediening iedere 2000 km
(75 uur)
te
smeren
met enkele druppels motorolie.
Let
op
sliitage
van het
smoorklep-asie
in
ziin
draaipunten,6àngezien
langs deze
plaatsen
on-
gef
iltreerde lucht kan worden
binnengezogen.