6. Bevestig de steunvoet aan de fundering.
Zorg ervoor dat de steunvoet geen spanning uitoefent op
de pomp.
Gerelateerde informatie
5.2.7 De toevoerleiding plaatsen
5.2.7 De toevoerleiding plaatsen
Zorg ervoor dat installatiestappen 1-3 worden uitgevoerd voordat de
positie van de toevoerleiding wordt gewijzigd. Zie de paragraaf over
het monteren van de motor en de pomp.
Als u de positie van de leiding wilt wijzigen, volgt u deze procedure.
Volg voor BMS xl de handleiding voor BMS hp en raadpleeg de
paragraaf over de positie van de toevoerleiding.
1.
a. Alle pompen, behalve BMS hs 7-42: markeer de pompmantel
en de wartelmoer en draai de bouten los.
b. BMS hs 7-42: markeer de pompmantel en de wartelmoer en
draai de bouten los.
2. Draai de toevoerleiding naar de benodigde positie en zorg
ervoor dat de wartelmoer volgt.
3. Controleer of de markeringen zijn uitgelijnd.
4.
8
a. Breng alle bouten opnieuw aan. Alle pompen behalve BMS
hs 7-42: draai alle bouten aan tot 33 Nm.
b. BMS hs 7-42: draai de M8 bout zoals aangegeven in de foto
aan tot 24 Nm en alle andere bouten tot 33 Nm.
5. Bevestig de steunvoet aan de fundering.
6. Controleer of de aftapopeningen correct zijn aangebracht.
Opmerking: BMS hs 7-42 heeft geen aftapopeningen.
Gerelateerde informatie
5.2.6 De motor en de pomp monteren
5.3 BMS hp pomp
5.3.3 De toevoerleiding plaatsen
5.2.8 Doorspoelen van het systeem
Voorkom verontreinigingen in de pomp door de leidingen
door te spoelen voordat u de toevoer- en persleiding van
de pomp aansluit.
5.2.9 Leidingaansluiting
Zowel de toevoer- als de persleiding zijn van klemvoeringen voor
Victaulic koppelingen voorzien en moeten dicht bij het einde van de
leiding worden ondersteund.
Leidingbeugel