2.4 Doorspoeling en zoutgehalte
Als het boostersysteem wordt afgesloten, is het zeer belangrijk om
het systeem door te spoelen volgens deze richtlijnen.
Spoel de pomp door om te voorkomen dat stilstaand
zeewater het begin van corrosie binnen in de pomp kan
veroorzaken. Tijdens het spoelen moet BMS 7-42 op
minimaal toerental draaien. Bij grotere formaten wordt
aanbevolen om op minimaal toerental te werken.
Zie ook perioden van inactiviteit in de paragraaf Inschakelen na
stilstand.
Zoet water
p
Pomptype
min
[ppm TDS]
[bar]
BMS hs
BMS xl
BMS hp
1
Drukwissela
ar van
BMSX
1)
TDS: Totaal vaste stof
Gerelateerde informatie
9. Inschakelen na stilstand
3. Het product ontvangen
Conserveer de pompen tijdens de levering en opslag nooit
met glycerine of vergelijkbare vloeistoffen die agressief
voor de pompmaterialen zijn.
3.1 Het product transporteren
De fabriek levert de pompen in de juiste verpakking, waarin ze tot
aan de installatie moeten blijven.
3.2 Het product inspecteren
1. Controleer of de pomp niet beschadigd is geraakt tijdens het
transport.
2. Controleer of de typeaanduiding overeenkomt met de bestelling.
Zie het typeplaatje van de pomp.
3. Vergelijk de gegevens over motorvoltage en -frequentie op de
typeplaatjes van motor en frequentieomzetter met de
beschikbare voeding.
4. Installatievereisten
4.1 Lezen van de gids
Volg de onderstaande stappen bij het installeren van de producten.
Houd er rekening mee dat de stappen per product kunnen
verschillen.
1. Mechanische installatie.
2. Elektrische aansluiting.
3. Inbedrijfstelling.
6
Max.
Doorspoeltijd
zoutgehalte
[min.]
1)
Afhankelijk van
druk, debiet,
1000
waterkwaliteit en
systeemontwerp en
-omvang.
5. Mechanische installatie
5.1 Fundering
Bouw de fundering zodanig dat deze veilig onder alle
omstandigheden het boostersysteem of de pompen kan
ondersteunen. De pomp en motor moeten op hetzelfde niveau
worden geïnstalleerd.
De fundering moet het gewicht van beide units kunnen dragen.
5.1.1 Trillingsdemping
Gebruik de trillingsdempers die zijn meegeleverd met de BMS hs
pomp.
5.2 BMS hs en BMS xl pompen
De pomp kan direct op de vloer of op een basisframe (accessoire)
worden gemonteerd.
BMS hs pomp
5.2.1 Locatie
Teneinde voldoende koeling van de motor te waarborgen, moet een
vrije ruimte van minimaal 100 mm achter de motor (non-drive end)
worden aangehouden.
5.2.2 Ophijsen en hanteren van de motor
Gebruik banden bij het ophijsen van de motor en laat deze
langzaam zakken.
WAARSCHUWING
Vallende voorwerpen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Neem lokale regelgeving in acht met betrekking tot
beperkingen voor handmatig hijsen of hanteren.
‐
Gebruik banden voor het hijsen van de motor. Hijs niet
op aan de ventilatorbescherming.
‐
Controleer of de hijskraan geschikt is voor de klus.
Gebruik gecertificeerde en goedgekeurde
hijsapparatuur. Zie het typeplaatje.
Voorbeeld van hoe de motor moet worden opgehesen
Als u deze instructies niet opvolgt, bestaat het risico van
kromtrekken of verpletteren van bepaalde apparatuur
zoals de klemmenkast, de afdekplaat of de lekbak.