7.2 BMS hs en BMS xl pompen
7.2.1 Voor de start
Volg deze instructies om een correcte start van de BMS hs en BMS
xl pompen te waarborgen.
WAARSCHUWING
Beschrijving van gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de pomp en het systeem volledig zijn
ontlucht voordat u ze inschakelt.
Bekijk het typeplaatje van de motor voor het type en de
hoeveelheid smeervet en de smeringsinterval.
Controleer of de voeding plaatsvindt volgens het typeplaatje.
Het gebruik van een sine-wave filter wordt sterk
aanbevolen om oververhitting en mogelijke schade aan
het product te voorkomen.
4
6
5
3
2
1
Voorbeeld van een BMS hs pomp
Pos.
Beschrijving
A
Ingebouwde keerklep
1
Voedingspomp voor ongezuiverd water
2
Manometer (ongezuiverd water)
3
Filter
4
Lagedrukschakelaar
5
Debietmeter
6
BMS hs pomp met ingebouwde keerklep
7
Hogedrukschakelaar
8
Manometer (persdruk BMS hs)
9
Ontluchting
10
Veiligheidsventiel
11
Manometer (zoetwaterpomp)
12
Spoelpomp voor zoetwater
2)
Er moet een spoelpomp voor zoetwater worden gemonteerd in systemen
voor ontzilting van zeewater of vergelijkbare systemen.
Gerelateerde informatie
6.1 Uitgangsfilters
A
8
7
9
11
12
7.2.2 Inschakeling
Als een uitlaatklep is gemonteerd, adviseren wij u de klep 1/4 slag
te openen bij het starten van de pomp of het systeem.
Laat de pompen niet draaien bij een gesloten klep.
Ga als volgt te werk om een BMS hs of BMS xl pomp in bedrijf te
stellen:
1. Start de voedingspomp (1) en controleer of de voordruk (2) van
de pomp (6) hoger is dan 1,0 bar en lager dan 35,0 bar.
Opmerking: deze beperking geldt alleen voor de opstartfase. Als
de pomp eenmaal draait, kan de maximale inlaatdruk hoger zijn.
Raadpleeg de pompspecifieke waarden in de paragraaf over
productbereik.
2. Ontlucht de pomp (6).
3. Schakel de pomp (6) in. Laat de pomp (6) oplopen volgens de
fabrieksinstellingen. Zie de onderstaande afbeelding (1 en 2).
Laat het toerental binnen drie seconden oplopen van 0
tot 1700 tpm.
rpm
2
1700
1
4
3s
Oplopen, BMS hs of BMS xl
Oplooptijd:
• Oplopen: van 0 tot 1700 tpm, maximaal 3 seconden.
• Oplopen: van 1700 tpm tot maximaal toerental, te
configureren door de klant.
• Aflopen: van maximaal toerental naar 1700 tpm, te
configureren door de klant.
• Aflopen: van 1700 tot 0 tpm, maximaal 3 seconden.
4. Stel de persdruk van de pomp (8) in op de gewenste waarde.
5. Controleer of de voordruk (2) van de pomp hoger is dan 1,0 bar
en lager dan 35,0 bar. Opmerking: deze beperking geldt alleen
voor de opstartfase. Als de pomp eenmaal draait, kan de
maximale inlaatdruk hoger zijn. Raadpleeg de pompspecifieke
waarden in de paragraaf over productbereik.
Zorg ervoor dat de pomp beveiligd is tegen drooglopen.
Raak de elektrische aansluitingen niet aan als de pomp
tegenstroom heeft.
Gerelateerde informatie
7.2.1 Voor de start
13.1.1 BMS hs PM boostersysteem
3
t[s]
13