10.3 BMSX systeem
In deze procedure wordt beschreven hoe u het BMSX systeem kunt
uitschakelen.
A
7
6
13
3
11
14
5
15
16
4
2
1
25
Voorbeeld van een BMSX systeem
Pos.
Beschrijving
A
1000 ppm TDS
Procedure
1. Laat de BMS hp pomp (6) aflopen en schakel deze vervolgens
uit.
2. Laat de BMS hp pomp (13) aflopen en schakel deze vervolgens
uit.
3. Schakel de toevoerpomp voor zeewater (1) uit.
4. Maak het systeem drukloos door de klep (19) te openen.
5. Start de zoetwaterpomp (25) en spoel het systeem met zoet
water, minimaal 2 bar voor het spoelen.
6. Start de BMS hp pomp (13), laat deze oplopen tot 1700 tpm en
laat deze draaien totdat het zoutgehalte lager is dan 1000 ppm
TDS. Open de klep (20) om een efficiënte doorspoeling van het
systeem te waarborgen.
7. Start de BMS hs pomp (6) en laat deze oplopen tot minimaal
1700 tpm of totdat het zoutgehalte lager is dan 1000 ppm TDS.
U kunt het druklager en de asafdichting van de BMS
hs pomp doorspoelen door de pomp te starten zodat
het zoetwater het druklager kan binnendringen.
Verlaag de stroomsnelheid tot maximaal 10% van het
nominale debiet als het spoelen meer dan 10 minuten
duurt.
Tijdens perioden van inactiviteit vult u de pompen met
schoon zoetwater.
8. Stop de BMS hs pomp (6), de BMS hp pomp (13) en de
spoelpomp voor zoetwater (25).
9. Sluit alle kleppen om het zoetwater in het systeem te houden
tijdens de afsluiting.
10. Als het systeem voor lange tijd uit bedrijf wordt genomen,
moeten voorzorgsmaatregelen worden getroffen om biologische
groei te voorkomen. De systeemeenheden moeten een laatste
keer worden doorgespoeld met dezelfde oplossing als wordt
gebruikt voor het conserveren van de membranen.
Gerelateerde informatie
10.1 BMS hs pomp
9
26
17
18
12
19
20
21
22
23
24
10.4 Doorspoelen
BMS pompen kunnen worden doorgespoeld in de stroomrichting.
Het doorspoelen van de boosterpompen is heel belangrijk, met
name als de pompen worden gebruikt voor het verpompen van
zeewater of water met chemicaliën.
Als zeewater in de pompen achterblijft nadat deze zijn
uitgeschakeld, bestaat het risico op holtecorrosie van het rvs.
Als water met chemicaliën in de pompen achterblijft nadat deze zijn
uitgeschakeld, kunnen de rubberen onderdelen van de pomp of
motor worden aangetast.
In het geval dat de reinigingsoplossing chemicaliën bevat die de
rubber in de pomp en drukwisselaar van BMSX kunnen aantasten,
moet een omloopleiding worden geïnstalleerd. Een drukwisselaar
moet worden geïsoleerd tijdens chemische reiniging.
Spoel de pompen door om te voorkomen dat stilstaand
zeewater het begin van corrosie binnen in de pomp kan
veroorzaken. Tijdens het spoelen moet BMS 7-42 op
minimaal toerental draaien. Bij grotere formaten wordt
aanbevolen om op minimaal toerental te werken.
11. Opslag
Als de pompen moeten worden opgeslagen, moet de locatie
vorstvrij zijn.
21