Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.3 Installatie van de motor
Gebruik trillingsdempers.
De motor moet waterpas staan. Als er een tussenruimte is tussen
fundering en motor, gebruikt u een waterpas, een voelermaat en
opvulstukjes om de motor waterpas te zetten. Zet vervolgens de
motor vast met behulp van geschikte bouten afhankelijk van de
fundering.
5.2.4 Draairichting
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
De elektrische installatie dient door een erkend
installateur te worden uitgevoerd, in overeenstemming
met de lokale voorschriften.
Sluit de voeding aan en controleer de draairichting. Zie de
paragraaf over elektrische aansluitingen. De draairichting moet
overeenkomen met de richting bij normale werking. Zie de
installatie- en bedieningsinstructies voor de motor.
5.2.5 Ophijsen en hanteren van de pomp met vrij asuiteinde
Takel de pomp met vrij asuiteinde naar de gewenste plek en laat
deze vervolgens langzaam zakken.
De pomp hijsen
Installeer de steunvoet van de pomp die met het product wordt
meegeleverd om de pomp te laten passen op de motorflens. Laat
de pomp zakken totdat de steunvoet de vloer bereikt.
5.2.6 De motor en de pomp monteren
Zorg er bij de montage van de pomp en motor voor dat de
toevoerleiding helemaal naar boven wijst en de
aftapopeningen naar beneden wijzen. De
splinekoppelingen moeten uitgelijnd zijn wanneer de
pomp en de motor worden samengevoegd. De twee delen
moeten voorzichtig met elkaar worden verbonden.
De positie van de toevoerleiding kan zo nodig later worden
gewijzigd. Zie de paragraaf over de posities van de toevoerleiding.
Positie van toevoerleiding (links) en aftapopeningen (rechts).
Opmerking: BMS xl heeft geen aftapopeningen.
Monteer de motor en de pomp voordat u de bouten aandraait. Zorg
voor een correcte installatie door deze procedure te volgen.
1. Breng alle vier de bouten voor verbinding van motor en pomp
aan. Draai de bouten nog niet aan.
2. Pas de opening aan met behulp van een voelermaat of
vergelijkbaar hulpmiddel. Draai één bout met de hand aan.
3. Pas de opening 180° aan tegenover de bout die u zojuist hebt
aangedraaid. Draai de bout niet aan. Beweeg de pomp om de
opening aan te passen.
4. Beweeg de pomp en pas de opening aan met behulp van de
voelermaat. Draai de bout met de hand aan. Raadpleeg de
paragraaf over de positie van de toevoerleiding als deze
gedraaid moet worden.
5.
a. Alle pompen, behalve BMS hs 7-42: draai alle bouten
kruislings aan tot 33 Nm als de opening is aangepast.
b. BMS hs 7-42: draai de M8 bout zoals aangegeven in de foto
aan tot 24 Nm en alle andere bouten tot 33 Nm.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
