2
Selecteer de positie waarop de
scheidingspagina's moeten worden
ingevoegd.
3
Druk op de papierlade.
Het [Lade select.]-scherm wordt weergegeven.
4
Selecteer de papierlade voor
scheidingspagina's en druk op [OK].
5
Configureer de instelling
[Nummerafdr.].
6
Tik op [OK].
•
Als u de optionele offset-nietmachine of
^
^
multifunctionele nabewerker gebruikt, wordt de
[Versprongen uitvoer] functie is beschikbaar.
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer
informatie:
-
bij gebruik van de optionele offset-
nietmachine
(p.179 "Offset-uitvoer ([Scheiding])")
-
bij gebruik van de optionele multifunctionele
nabewerker
(p.195 "Versprongen uitvoer ([Scheiding])")
Inbindmarge
Geef de inbindmarge op.
[Inbindzijde]
Geef de inbindzijde op.
Breedte
Voer de breedte in met [
toetsen.
[Auto. verkl.]
Stel deze optie in op [ON] om de afbeelding
automatisch te verkleinen zodat deze op het papier
past wanneer een deel van het afdrukgebied
ontbreekt vanwege de instelling van de
inbindmarge.
1
Tik op [Inbindmarge].
Het [Inbindmarge]-scherm wordt weergegeven.
2
Geef de inbindmarge op.
•
Specificeer [Inbindzijde].
], [
], of de numerieke
•
Voer de breedte in met [
numerieke toetsen.
•
Als een deel van het afdrukgebied ontbreekt
vanwege de instelling van de inbindmarge, stelt u
[Auto. verkl.] op [ON].
3
Tik op [OK].
Nieten/ perforeren
Als u de optionele offset nietmachine of
multifunctionele nabewerker gebruikt, kunt u de
nietpositie opgeven. U kunt ook de inbindmarge
opgeven. Als u de optionele multifunctionele
nabewerker met de perforator gebruikt, kunt u ook
de perforatie-instelling configureren.
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer
informatie:
•
bij gebruik van de optionele offset-nietmachine
(p.179 "Nieten")
•
bij gebruik van de optionele multifunctionele
nabewerker (p.196 "Nieten/perforeren")
Vouwen
Als u de optionele multifunctionele nabewerker
gebruikt, kunt u het vouwen van het papier
opgeven.
Voor meer informatie raadpleegt u "Vouwen"
(p.197) in "Optionele apparatuur".
Traag afdrukken
Deze optie vertraagt de afdruksnelheid en
vermindert het geluid van de taak die wordt
verwerkt.
[OFF], [ON]
1
Tik op [Traag afdrukken].
Het [Traag afdrukken]-scherm wordt weergegeven.
2
Tik op [ON].
3
Tik op [OK].
ComColor FT serie Gebruikershandleiding
Kopieerinstellingen
], [
], of de
77
1