Hoofdstuk 3 Afdrukken
De volgende instellingen kunnen vanuit het
submenu worden geconfigureerd.
•
Deze lijst afdrukk.
2
Tik op [Sluiten].
Instel. wijzigen
Om de taakinstellingen te controleren, selecteert u
de taak en tikt u op [Instel. wijzigen] in het
submenu.
Papierselectie
^
^
Selecteer een papierlade.
U kunt de instellingen voor de lade ook wijzigen
(papierformaat, papiertype, ctrl2xinvoer, en auto.
sel.).
Voor meer informatie raadpleegt u "Papierselectie"
(p.59) in "Kopiëren".
Afdrukdichtheid
^
^
U kunt de afdrukdichtheid aanpassen.
Voor meer informatie raadpleegt u
"Afdrukdichtheid" (p.63) in "Kopiëren".
Beeldpositie
^
^
Deze functie past de afdrukpositie van de
afbeeldingen aan.
Voor meer informatie raadpleegt u "Beeldpositie"
(p.71) in "Kopiëren".
Traag afdrukken
^
^
Deze optie vertraagt de afdruksnelheid en
vermindert het geluid van de taak die wordt
verwerkt.
Voor meer informatie raadpleegt u "Traag
afdrukken" (p.77) in "Kopiëren".
132
ComColor FT serie Gebruikershandleiding