Verbind deze machine en een computer met het netwerk om deze machine als een printer
te gebruiken.
Met behulp van het printerstuurprogramma kunt u de afdrukgegevens vanaf een
computer naar deze machine sturen.
Overzicht van afdrukbewerkin -
gen
(printerstuurprogramma)
Open het scherm van het
1.
printerstuurprogramma.
Wijzig de instellingen.
2.
3.
Klik op [OK].
Klik op [Afdrukken] of [OK].
4.
Instellingen printerstuurprogramma
In dit hoofdstuk wordt elke instelling van het printerstuurprogramma
in detail besproken.
Afdrukmodus Functieknoppen
In dit hoofdstuk worden de in de afdrukmodus beschikbare functies
besproken.
Overzicht van afdrukbewerkin -
gen
p.100
(afdrukmodus)
Tik op [Print] op het [Thuis]-
1.
scherm.
Selecteer een taak.
2.
3.
Druk op de [Start]-toets.
Afdrukken
p.100
p.107
p.131
3
ComColor FT serie Gebruikershandleiding
3
99