Hoofdstuk 3 Afdrukken
Omdat CMY, dat wordt gebruikt om de kleuren aan
te geven die op papier worden afgedrukt, minder
kleuren heeft dan RGB, dat wordt gebruikt om de
kleuren aan te geven die op een computerscherm
worden weergegeven, kan de printer de kleuren
niet op precies dezelfde wijze als op de monitor
afdrukken. Daarom moet een speciale methode
worden gebruikt om RGB-kleuren te converteren
naar CMY-kleuren, zodat nagenoeg dezelfde
kleuren of natuurlijke kleuren worden
gereproduceerd.
Deze methode wordt "kleurbeheer" genoemd en
de conversietabel wordt een "kleurenprofiel"
genoemd.
Met kleurbeheer selecteert de printer automatisch
verschillende soorten kleurenprofielen om de
optimale kleur te verkrijgen op basis van de
combinatie van het originele beeld en het gebruikte
papier.
•
Deze printer gebruikt kleurprofielen die zijn
^
^
gemaakt en bewerkt op basis van de
ColorSet-technologie onder licentie van
Monotype Imaging Inc.
Uitvoer en bestemming
^
^
Bepaal of de gegevens afkomstig van een
computer moeten worden afgedrukt of moeten
worden opgeslagen in een map op de printer.
U kunt de gegevens ook als een PRN-bestand
opslaan op een USB-flash-station, of u kunt een
bestand aanmaken voor gebruik in de Software
voor definitie streepjescodegebied.
[Print]
Het document wordt afgedrukt.
[Afdruk en opslag]
Slaat de originele gegevens op in een map op de
machine en drukt ze af.
[Opslag]
U kunt de documentgegevens als PRN-bestand
opslaan in een map op de printer.
[Op USB-stat. opsl.]
U kunt de documentgegevens als PRN-bestand
opslaan op een USB-flash-station. Zelfs als u geen
netwerkomgeving heeft, kunt u afdrukken door een
USB-flash-station te verbinden met de machine.
[Opslaan als bestand]
Een PRN-bestand wordt aangemaakt voor gebruik
in de Software voor definitie streepjescodegebied.
112
^
^
•
Verwijder het USB-flashstation niet
voordat het opslaan is voltooid. Tijdens
het opslaan van de gegevens verschijnt
een printerpictogram in de taakbalk op de
computer. Wanneer de gegevens volledig
opgeslagen zijn, verdwijnt het
printerpictogram. Controleer of het
pictogram verdwenen is voor u het USB-
flash-station verwijdert.
•
De gegevens die in een map op deze machine
^
^
zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt
vanaf het [Opslag] - [Laden]-scherm (p.135),
of vanaf "Menu [Opslag]" (p.160) op de 'RISO
Console'.
•
De gegevens die zijn opgeslagen op een USB-
stick kunnen worden afgedrukt vanaf het
[USB] - [Laden]-scherm door de USB-stick op
de machine aan te sluiten. U kunt de
gegevens ook op deze machine opslaan door
ze naar een map op de machine te kopiëren.
(p.150 "Naar map kopiëren")
•
Een PRN-bestand is een specifieke
bestandsindeling waarin gegevens worden
uitgevoerd via het printerstuurprogramma.
Dergelijke bestanden kunnen alleen worden
geopend op een RISO-printer of -toepassing.
•
De gebruikersnaam van de computer wordt,
als eigenaar, toegevoegd aan de gegevens die
opgeslagen zijn in een map op de machine.
Instellingen voor de doelmap
De mappen die bij [Mapinvoer] op het tabblad
[Omgeving] zijn geregistreerd, worden
weergegeven bij [Bestemming]. (p.127 "Tabblad
[Omgeving]")
1
Bij [Uitvoer] selecteert u [Afdruk en
opslag], [Opslag] of [Op USB-stat.
opsl.].
2
Klik op [Details].
Het dialoogvenster [Uitvoer] wordt weergegeven.
3
In het vervolgkeuzemenu
[Bestemming] selecteert u de map
met de originele gegevens.
De beschikbare mappen worden weergegeven in de
lijst [Bestemming].
ComColor FT serie Gebruikershandleiding