Hoofdstuk 8 Optionele apparatuur
[OFF]
Papier is niet gevouwen.
[Enkelvouw]
Elk blad papier wordt dubbelgevouwen.
[Wikkelvouw naar binnen]
Elk blad papier wordt drie keer gevouwen naar
binnen toe.
[Wikkelvouw naar buiten]
Elk blad papier wordt drie keer gevouwen naar
buiten toe.
[Zigzagvouw]
Elk blad papier wordt in zigzagvorm gevouwen.
Wanneer daarbij [Versch. form. orig.] wordt
gebruikt, wordt zowel papier met zigzagvouw als
papier zonder zigzagvouw uitgevoerd.
Selecteer het vouwtype en klik op [Details] om het
dialoogvenster [Vouwen] weer te geven.
Configureer de vouwrichting en de positie van de
inbindzijde.
Vouwrichting
Wanneer u [Enkelvouw], [Wikkelvouw naar binnen]
of [Wikkelvouw naar buiten] hebt geselecteerd,
moet u opgeven of het bedrukte oppervlak naar
binnen of naar buiten moet worden gevouwen.
•
Wanneer beide zijden zijn bedrukt, is de eerste
^
^
pagina het bedrukte oppervlak.
[Binnenzijde drukken]
Vouw het papier met het bedrukte oppervlak naar
binnen.
[Buitenzijde drukken]
Vouw het papier met het bedrukte oppervlak naar
buiten.
Enkelvouw
192
Wikkelvouw naar binnen
Wikkelvouw naar buiten
Inbindzijde
Wanneer u [Zigzagvouw] geselecteerd heeft,
specificeert u de inbindpositie.
[Binden links/boven]
Vouw de rechterhelft van het papier in zigzagvorm.
[Binden rechts/onder]
Vouw de linkerhelft van het papier in zigzagvorm.
ComColor FT serie Gebruikershandleiding