•
Om documenten van gemengd formaat af te
^
^
drukken op beide zijden van het papier, moet u
de inbindrichting opgeven in het
dialoogvenster [Versch. form. orig.] van het
scherm [Versch. form. orig.].
Kopieën
^
^
Geef het aantal af te drukken kopieën (1 tot 9999)
op.
•
Wanneer het programma geconfigureerd is,
^
^
kunt u het aantal kopieën niet invoeren.
Afdrukken en pauze
^
^
Wanneer een document met een groot aantal
pagina's of bladen wordt afgedrukt, wordt een
pagina of een set afgedrukt (deze pagina of set
maakt geen deel uit van het opgegeven aantal
pagina's), zodat u alles kunt controleren voor u de
eigenlijke afdruk start. Als u de afdruk heeft
gecontroleerd, drukt u op de [Start]-toets op de
printer om verder te gaan met afdrukken. Selecteer
het selectievakje om deze optie te activeren.
•
Afhankelijk van de afdrukeenheid ([Niet-
^
^
gesorteerd] of [Gesorteerd]) die is
geselecteerd bij [Sorteren], wordt een afdruk
gemaakt zodat u dit kunt controleren.
•
Nadat u de afdruk heeft gecontroleerd, kunt u
de instellingen wijzigen op het
bedieningspaneel van de printer. (p.101
"Instellingen wijzigen tijdens afdrukken")
Instellingen printerstuurprogramma
Sorteren
^
^
Geef de uitvoermethode van het papier op
wanneer u meerdere kopieën afdrukt.
[Gesorteerd], [Niet-gesorteerd]
^
^
•
Als [Gesorteerd] is geselecteerd,
verwijdert u het vinkje bij [Sorteren] in het
dialoogvenster Afdrukken van de
toepassing. Documenten worden mogelijk
niet goed afgedrukt als dit selectievakje
geselecteerd is.
Origineelformaat
^
^
Geef het papierformaat en de oriëntatie van de
documentgegevens op.
[Oriëntatie]
[Staand], [Liggend]
•
Bij het afdrukken op enveloppen is het aan te
^
^
bevelen dat u de optionele stapelbak en
envelopinvoer installeert.
•
In de lijst vindt u de formaten die zijn
geregistreerd bij [Aangepast pap.formaat] op
het tabblad [Omgeving]. (p.128 "Aangepast
pap.formaat")
ComColor FT serie Gebruikershandleiding
3
109