Inbedrijfstelling
5 — 8
5.3.1
Inschakelvoorwaarden
Voordat u de pomp inschakelt, moet aan onderstaande inschakel‐
voorwaarden zijn voldaan:
1. Controleer of de machine zich in horizontale positie bevindt.
2. Controleer of de machine op een geschikte watertoevoer (min‐
stens 4 bar) is aangesloten.
3. Controleer of de noodzakelijke stroomvoorziening beschikbaar is.
(Elektrische aansluiting pag. 4 — 19)
Voor het proefdraaien moet u eerst de hoofdschakelaar en daarna
de pomp inschakelen.
5.3.2
Controle draairichting aandrijfmotor
Controleer de correcte draairichting van de elektrische aandrijfmotor
op de volgende manier:
Pos.
Benaming
1
Hoofdschakelaar "Stroomvoorziening AAN-UIT"
2
Verlichte drukknop "Pomp retour"
▶
Schakel de machine met de hoofdschakelaar in.
➙
De machine voert een automatische draaiveldtest uit.
(Wateraansluiting pag. 4 — 18)