Pagina 1
Handleiding voor machinist en onderhoudspersoneel Altijd bij de machine bewaren Vertaling van de originele handleiding Mengpomp MP 25 Machinenr. 3-0122 365524000_nl...
Met de QR-code belandt u in de map waarin de onderdelenlijsten zijn opgeslagen. De digitale onderdelenlijst vervangt daarmee het bestaande gedrukte exemplaar. Putzmeister Mörtelmaschinen GmbH Max-Eyth-Straße 10 D-72631 Aichtal Tel.+49 (7127) 599-0 Fax +49 (7127) 599-743 Service-hotline: +49 (7127) 599-699 Mail: mm@putzmeister.com...
Pagina 6
Inhoudsopgave Elektrische aansluiting ....................4 — 19 4.9.1 Stroombronnen ....................... 4 — 19 4.9.2 Elektrische voedingskabel ....................4 — 20 4.9.3 Machine aansluiten ......................4 — 21 Inbedrijfstelling ................ 5 — 1 Opbouwen van de machine voordat deze voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld .. 5 —...
Met betrekking tot de handleiding In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen en informatie, die het gemak‐ kelijker maken deze handleiding te gebruiken. Bij vragen kunt u zonder aarzelen contact opnemen met: Putzmeister Mörtelmaschinen GmbH Max-Eyth-Straße 10 D-72631 Aichtal Tel.: +49 7127 599-0 Fax: +49 7127 599-743 E-mail: mm@putzmeister.com...
Met betrekking tot de handleiding Voorwoord Deze handleiding maakt het voor u gemakkelijker om de machine te leren kennen en de doelmatige gebruiksmogelijkheden ten volle te benutten. De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen over hoe u de machi‐ ne veilig, doelmatig en rendabel kunt gebruiken. Het opvolgen van de aanwijzingen uit de handleiding helpt gevaren te voorkomen, repara‐...
Met betrekking tot de handleiding Teken/ Betekenis symbool/ aanwijzing Overzicht van verdere handelingsstappen. Bij‐ voorbeeld “Elektricien contacteren”. ✓ Inspectie- resp. instandhoudingswerk moet wor‐ den uitgevoerd Er is speciaal gereedschap nodig. Na dit teken staan speciale gereedschappen die voor de uit‐ voering van het werk nodig zijn.
Pagina 13
Met betrekking tot de handleiding GEVAAR Er bestaat een gevaarlijke situatie waarin een ongeval met ernstig en/of dodelijk letsel optreedt. Hoogste gevaarsniveau. ▶ Na het benoemen van het gevaar worden handelingsinstructies opgesomd, die de preventie of het verhelpen van het gevaar dienen.
Veiligheidsvoorschriften In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste veiligheidsvoorschriften voor u samengevat. Dit hoofdstuk moet door iedereen die met de machine in aanraking komt, worden gelezen en begrepen. Natuurlijk komt u de afzonderlijke voorschriften ook nog op de betreffende plaatsen in de handleiding tegen.
Veiligheidsvoorschriften Begripsbepaling Onderstaand worden de in deze handleiding gebruikte begrippen ver‐ klaard en de eisen aan bepaalde groepen personen beschreven. 2.1.1 Mengpomp De mengpomp is een machine voor het verwerken van droge mortel. De pomp mengt, pompt en spuit continu. 2.1.2 Fabrikant Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een machine of een...
Veiligheidsvoorschriften 2.1.7 Servicemonteur Personen die voor het uitvoeren van instandhoudingswerkzaamhe‐ den door de fabrikant gekwalificeerd of geautoriseerd zijn. 2.1.8 Instandhouding Instandhouding omvat alle maatregelen voor inspectie en reparatie van een machine. 2.1.9 Werkplek De werkplek is de plaats waar het personeel zich in verband met zijn werk bevindt.
Veiligheidsvoorschriften Let op de volgende grondbeginselen: ● Veiligheidsvoorzieningen mogen niet gedemonteerd, buiten bedrijf gesteld of gewijzigd worden. ● Veiligheidsvoorzieningen die i.v.m. instandhoudingswerkzaamhe‐ den werden gedemonteerd, moeten direct na beëindiging van de werkzaamheden weer worden gemonteerd. ● Na de montage moet de werking van de veiligheidsvoorzieningen worden gecontroleerd.
Veiligheidsvoorschriften De machine mag alleen conform de bepalingen in de zin van de handleiding en bijgevoegde documenten worden gebruikt. Alle aan‐ wijzingen en veiligheidsvoorschriften van de handleiding moeten ab‐ soluut worden opgevolgd. De machine dient uitsluitend voor het mengen, pompen en spuiten van droge mortel.
Veiligheidsvoorschriften ● Verkeerde bedrijfsstoffen ● Versleten, beschadigde of defecte onderdelen ● Versleten, beschadigde of onleesbare opschriften ● Versleten, beschadigde of defecte veiligheidsvoorzieningen ● Uitgeschakelde of veranderde veiligheidsvoorzieningen ● Ontoelaatbare of veranderde aansluitingen of beveiligingen 2.4.2 Demontage/verandering van veiligheidsvoorzieningen Afhankelijk van de uitvoering is de machine met verschillende veilig‐ heidsvoorzieningen ter bescherming tegen ernstig persoonlijk letsel uitgerust.
Veiligheidsvoorschriften 2.4.5 Onder druk staande systemen Het openen van onder druk staande systemen (pompslang) is verbo‐ den. Voor het openen moet de druk worden afgelaten resp. het gehe‐ le systeem worden ontlast. 2.4.6 Plaats van inzet De machine is niet voor het gebruik in explosiegevaarlijke omgeving goedgekeurd (voor zover niet anders aangegeven).
Veiligheidsvoorschriften 2.4.9 Instandhouding van veiligheidsvoorzieningen De voorgeschreven test en vervangingsintervallen voor veiligheids‐ voorzieningen moeten worden aangehouden. Veiligheidsvoorzieningen mogen alleen door deskundig en geautori‐ seerd vakkundig personeel worden gerepareerd, ingesteld of vervan‐ gen worden. Onbevoegd ingrijpen aan veiligheidsgerelateerde onderdelen (SRP), instelbare inrichtingen, machinegegevens of het verwijderen van ver‐ zegelingen door de exploitant of zijn geautoriseerde instandhoudings‐...
Veiligheidsvoorschriften Bouten en moeren mogen alleen met de gegeven aanhaalmomenten worden aangetrokken. Volgende bouten en moer mogen niet worden hergebruikt: ● Zelfborgende moeren ● Bouten met microgekapselde lijm ● Bouten vanaf sterkteklasse 10.9 Aansprakelijkheid De expoitant is verplicht om zich aan de instructies uit de handleiding te houden.
Veiligheidsvoorschriften ● zij die over de bediening en instandhouding van de machine geïn‐ strueerd zijn ● zij van wie mag worden verwacht dat zij de hen opgedragen taken naar behoren zullen uitvoeren ● zij die uitdrukkelijk door de werkgever met de genoemde handelin‐ gen zijn belast 2.6.1 Scholing...
Veiligheidsvoorschriften De machine bij functiestoringen onmiddellijk stilzetten en beveiligen. Storingen onmiddellijk (laten) verhelpen. Beveilig de machine op de plaats van opstelling tegen wegrollen met wiggen. Wees er zeker van dat niemand gevaar loopt door de startende ma‐ chine, voordat u deze inschakelt. Draai schroefverbindingen die onder druk staan niet losser of vaster.
Veiligheidsvoorschriften Persoonlijke veiligheidsuitrusting Om de gevaren voor de gezondheid en het leven van mensen te be‐ perken, moet het bedienend personeel, waar nodig of door voorschrif‐ ten vereist, de onderstaande persoonlijke beschermmiddelen gebrui‐ ken. Veiligheidshelm, veiligheidshandschoenen en veiligheidsschoe‐ nen moeten verplicht worden gedragen door een ieder, die aan of met de machine werkt.
Pagina 27
Veiligheidsvoorschriften Symbool Betekenis Veiligheidshandschoenen Veiligheidshandschoenen beschermen uw handen tegen agressieve c.q. chemische substanties, tegen mechanische inwerkingen (bijv. contactletsel) en tegen snijletsel. (DIN EN 388:2017; beschermhandschoenen tegen mechanische risico's; klasse 1111) Veiligheidsbril De veiligheidsbril beschermt uw ogen tegen letsel bij betonspatten en andere deeltjes. (DIN EN 166:2002;...
Veiligheidsvoorschriften 2.10 Gevaren voor letsel, restrisico De machine is conform de laatste stand van de techniek en de erken‐ de veiligheidstechnische regels gebouwd. Desondanks kan er bij het gebruik van de machine gevaar voor lijf en leven van de gebruiker of derden c.q.
Veiligheidsvoorschriften 2.11.2 Transport van de machine Indien de machine m.b.v. een kraan op een transportvoertuig wordt geladen, mag deze alleen aan de daarvoor bestemde kraanogen wor‐ den aangeslagen. Alleen zo is gegarandeerd dat de machine horizon‐ taal en veilig aan de haak hangt en niet kan kantelen. Neem de overige aanwijzing in het hoofdstuk “Transport, montage en aansluiting”...
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door verdraaien van de wormpomp Afhankelijk van de inbouwpositie van de stator c.q. wormmantel kan deze bij het inschakelen van de machine tot aan het aanliggen te‐ gen de aanslag draaien. 1. Beveilig de machine tegen onbevoegd gebruik of abusievelijke inbedrijfstelling.
Veiligheidsvoorschriften Gebruik uitsluitend originele zekeringen met de voorgeschreven stroomsterkte. Door te sterke zekeringen of overbrugging van de ze‐ keringen kan de elektrische installatie beschadigd raken. Werkzaamheden aan elektrische elementen van de machine mogen uitsluitend door een elektricien of geïnstrueerd personeel onder lei‐ ding en toezicht van een elektricien, overeenkomstig de elektrotechni‐...
Veiligheidsvoorschriften Voor meer bijzonderheden zie ook paragraaf “Stilzetten in geval van nood” in het hoofdstuk “Bedrijf”. (Stilzetten in geval van nood pag. 6 — 2) 2.15 Milieubescherming Van de restanten van oliën, vetten, oplos- of reinigingsmiddelen zich en milieuvriendelijk in geschikte vaten gescheiden van elkaar op. Sla ze milieuvriendelijk op en voer ze milieuvriendelijk af conform de plaatselijk geldende voorschriften.
Veiligheidsvoorschriften 2.16.1 Exploitant De exploitant is verplicht het personeel de gehoorbescherming ter be‐ schikking te stellen. Wijs uw personeel er voortdurend op dat zij de persoonlijke gehoor‐ bescherming dragen. U, als exploitant, bent er zelf voor verantwoor‐ delijk dat uw personeel zich ook aan dit voorschrift houdt. Alle geluiddempende inrichtingen moeten aanwezig zijn en in optima‐...
Pagina 34
Veiligheidsvoorschriften Afbeelding 2: Aanduiding veiligheidsrelevant onderdeel Pos. Benaming Links Blad met onderdelen Rechts Onderdeelverpakking BP15_013_1412DE 2 Afbeelding 3: Uittreksel van een instructief blad met onderdelen Pos. Benaming Asterix “*” - positie niet bestelbaar Uitroepteken “!” - Veiligheidsrelevant onderdeel (SRP) Gebruiksduur van het veiligheidsrelevant onderdeel in jaren 10 = 10 jaar Zandloper - gebruiksduur van veiligheidsrelevant onderdeel Instructief blad met onderdelen “EB00-5-xxxxx-xxxx”...
Veiligheidsvoorschriften Putzmeister legt voor ieder veiligheidsrelevant onderdeel (SRP) (3) vast. Vervang het veiligheidsrelevant onder‐ een gebruiksduur deel na afloop van deze gebruiksduur. 2.18 Reserveonderdelen Onderdelen moeten voldoen aan de technische eisen, die de fabri‐ kant heeft vastgesteld. Originele onderdelen voldoen altijd aan die ei‐...
Veiligheidsvoorschriften 2.21 Ongeoorloofd starten of gebruiken van de machine 2.21.1 Bedrijfsmodi Op de machine bestaat in de volgende bedrijfsmodi gevaar door on‐ geoorloofd starten of gebruiken van de machine: ● Inbedrijfstelling ● Bedrijf ● Reiniging, storingzoeken en instandhouding ● Buitenbedrijfstelling 2.21.2 Machine beveiligen De bediener moet de machine altijd kunnen overzien.
Algemene technische beschrijving In dit hoofdstuk staat de beschrijving en werkingswijze van de compo‐ nenten en modules van deze machine. Houd er rekening mee, dat eventuele extra voorzieningen (opties) ook beschreven staan. 3 — 1...
Wij kunnen gemakkelijker op uw vragen of bestellingen reageren wanneer u ons gegevens kunt verstrekken over het machinetype en het machinenummer. Overzicht Onderstaand vindt u een overzicht van de belangrijkste onderdelen. Afbeelding 4: Overzicht van de machine MP 25 Pos. Benaming Drukflens Wormpomp Luchtarmatuur (verborgen) 3 —...
Hijsogen (4x) Handvatten (4x) Compressor Heftruckvorkbeugel Indraaihulp Waterfilter Waterpomp Voetrem Technische gegevens De hieronder vermelde technische gegevens en eigenschappen heb‐ ben betrekking op de MP 25. Afmetingen Lengte 1344 mm Breedte 728 mm Hoogte 1484 mm Vulhoogte 984 mm Gewicht...
Algemene technische beschrijving Typeplaat Op de typeplaat vindt u de belangrijkste gegevens van de machine. Afbeelding 5: Typeplaat Pos. Benaming CE-markering (product voldoet aan de Europese voorschriften) EAC-markering (product voldoet aan de technische voorschriften van de Euraziatische Douane Eenheid) Type (machinetype) Mach.nr.
Algemene technische beschrijving Geluidsvermogensniveau In de buurt van het typeplaatje van de machine bevindt zich het on‐ derstaand afgebeelde plaatje, dat het gemeten geluidsvermogenni‐ veau van de machine aangeeft. Afbeelding 6: Plaatje – geluidsvermogensniveau Pos. Benaming Geluidsvermogensniveau Waarde in decibel Veiligheidsvoorzieningen Hieronder vindt u een lijst met de op de machine gemonteerde veilig‐...
Algemene technische beschrijving De mazen van het beschermrooster zijn zo wijd, dat het materiaal probleemloos in het reservoir valt, maar de bediener desondanks wordt beschermd. GEVAAR Levensgevaar door gedemonteerd beschermrooster Gevaar voor amputaties door beknellen, scharen, verstrikken of vangen door draaiend mengwerk. 1.
Pagina 45
Algemene technische beschrijving WAARSCHUWING Risico voor personen door de machine 1. Als er tijdens het bedrijf situaties optreden waarin personen in gevaar gebracht worden, moet de machine onmiddellijk met de NOODSTOP-knop worden gestopt. 2. Na bediening van de NOODSTOP moet het gevaar worden op‐ geheven, voordat het bedrijf weer mag worden gestart.
Algemene technische beschrijving Is uw machine niet met een NOODSTOP-knop uitgerust dan scha‐ kelt u bij dreigend gevaar de machine met de hoofdschakelaar uit. Het met behulp van de hoofdschakelaar uitschakelen van de ma‐ chine, zorgt voor een NOODSTOP. 3.6.3 Hellingschakelaar De machine is met een hellingschakelaar uitgerust.
Algemene technische beschrijving Regeleenheden In dit paragraaf vindt u een overzicht van de verschillende regeleen‐ heden van de machine. Afbeelding 8: Regeleenheden (verschillende uitvoeringen mogelijk) Pos. Benaming Schakelkast Waterarmatuur Waterpomp Compressor Luchtarmatuur (verborgen) Spuitapparaat De gegevens hebben betrekking op de standaard machine. Bij een speciale uitvoering kunnen deze afwijken.
Algemene technische beschrijving Schakelkast De bediening en aansturing van de machine geschieden via de scha‐ kelkast. 3.9.1 Algemeen GEVAAR Levensgevaar door dodelijke elektrische schok ▶ Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen worden uitgevoerd door gediplomeerde elektriciëns (kwalificatie conform voorschrift EN 60204, deel 1, pagina 14, punt 2.21). ATTENTIE Machineschade door gebruik van verkeerde zekeringen Door te sterke zekeringen of overbrugging van zekeringen kan de...
Algemene technische beschrijving 3.9.2 Overzicht Afbeelding 9: Schakelkast Pos. Benaming CEE apparaatcontactdoos Aansluiting stroomvoorziening CEE apparaatcontactdoos Aansluiting compressor Hoofdschakelaar Stroomvoorziening AAN - UIT Dubbele drukknop Pomp AAN - UIT Drukknop met controlelamp Controlelamp geel: verkeerde draairichting Drukknop: Pomp ACHTERUIT Keuzeschakelaar Mengen - UIT - Mengen en pompen Controlelampje Aandrijfmotor storing...
Pagina 50
Algemene technische beschrijving Pos. Benaming Multistekkerdoos Aansluiting pomp Multistekkerdoos Aansluiting roerwerk Keuzeschakelaar Waterpomp (afhankelijk van de aansluiting verschillende functies) NOODSTOP-knop (afhankelijk van de uitvoering) Uitschakelen van de machine in geval van nood Afbeelding 10: Symbolen op de schakelkast Pos. Benaming Aansluiting compressor Aansluiting pomp Parallelbedrijf pomp/roerwerk...
Pagina 51
Algemene technische beschrijving 3.9.2.1 Keuzeschakelaar “Mengen en pompen” Afbeelding 11: Keuzeschakelaar “Mengen - UIT - Mengen en pompen” Met de keuzeschakelaar kunt u kiezen, of bijv. bij pomppauzes de pomp en/of het roerwerk stil blijven staan. Schakelaarstand Gevolg Links “Mengen” Roerwerk draait continu Midden “UIT”...
Algemene technische beschrijving Keuzeschakelaar Waterpomp UIT - automaat Schakelaarstand Gevolg Links “UIT” Waterpomp uit Rechts “Automaat” De waterpomp start. Na 2 se‐ conden start de mengpomp. De stop volgt synchroon. 3.10 Compressor Als luchtproductie voor het verspuiten van het materiaal kan, afhan‐ kelijk van de uitvoering, een compressor zijn ingebouwd.
Algemene technische beschrijving WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beschadiging van de compressor 1. Gebruik de machine niet wanneer beschadiging zichtbaar zijn of de compressor ongewone geluiden of vibraties heeft. 2. Werkzaamheden aan de compressor mogen alleen door vak‐ kundig personeel worden uitgevoerd. 3.11 Wormpomp De in de machine ingebouwde wormpomp is een zogenaamde ver‐...
Pagina 54
Algemene technische beschrijving Afbeelding 15: Overzicht wormpomp met spanmantel Pos. Benaming Pompworm Wormmantel Spanmantel Spanbouten Door het naspannen kan de slijtage aan de wormpomp worden ge‐ compenseerd. Tevens kunt u de pompdruk verstellen door het voor of ontspannen van de wormmantel. In het hoofdstuk “Instandhouding” staat beschreven hoe u de wormpomp instelt.
Algemene technische beschrijving 3.12 Luchtarmatuur Pos. Benaming Drukschakelaar Manometer Koppelingsstekker - aansluiting schakelkast Slangkoppeling luchtafname Voor werkzaamheden met het spuitapparaat wordt lucht vanuit de compressor in de luchtarmatuur geleid. Daar bevinden zich de lucht‐ kranen en de aansluiting voor de luchtslang. Aan het slangeinde wordt een spuitapparaat vastgemaakt en de mortel wordt in de ge‐...
Algemene technische beschrijving Pos. Benaming Waterpomp Waterfilter Wateraansluiting waterpomp Aansluiting - waterafname-aansluiting Kogelkraan - waterafname Uitlaat waterpomp De elektrisch aangedreven waterpomp wordt als drukverhogings‐ pomp gebruikt wanneer de druk van de waterleiding te laag is. De waterpomp is een zuigpomp en zuigt het water zelf aan. 3.13.1 Waterfilter Het waterfilter zorgt voor een verbeterde reinheid van het water.
Algemene technische beschrijving 3.14 Waterarmatuur Pos. Benaming Wateraansluiting Drukschakelaar Manometer Drukreduceerventiel Aftapkraan Ventiel Aftapkraan Debietmeter Aansluiting mengpijp Stroomregelklep voor waterhoeveelheid De waterarmatuur brengt het water naar de mengpijp. De waterhoe‐ veelheid wordt met de stroomregelklep ingesteld. De debietmeter do‐ seert de benodigde waterhoeveelheid. 3 —...
Algemene technische beschrijving 3.15 Spuitapparaat Het spuitapparaat wordt aan het einde van de pompslang gemon‐ teerd. Afbeelding 16: Overzicht spuitapparaat Pos. Benaming Rubberen sierpleistersproeier Aansluiting pompslang Materiaalhendel (naargelang uitvoering) Afstandsbestuurde kraan Koppeling luchttoevoer Afsluitkraan (afhankelijk van de uitvoering) Luchtregelkraan (afhankelijk van de uitvoering) 3 —...
Algemene technische beschrijving 3.16 Kabelafstandsbediening Als optie is een kabelafstandsbediening verkrijgbaar. De contactdoos daarvoor bevindt zich op de schakelkast. Afbeelding 17: Kabelafstandsbediening Pos. Benaming Tuimelschakelaar “AAN - UIT” Koppelingstekker “afstandsbediening” 3.17 Inblaaskap De inblaaskap is niet in de leveringsomvang van de machine inbegre‐ pen.
Algemene technische beschrijving Afbeelding 18: Inblaaskap (verschillende uitvoeringen mogelijk) Pos. Benaming Vulpeilsonde Compactfilter Aanstuurkabel Op de mortelmachine wordt een inblaaskap geplaatst, die met een compactfilter en een vulpeilsonde is uitgerust. Een transportleiding verbindt de inblaaskap met het transportvat op de silo/container. Een aanstuurkabel gaat van de peilsonde van de inblaaskap naar de schakelkast van de transportinstallatie.
Mörtelmaschinen GmbH, als u wilt weten of en hoe u uw ma‐ chine kunt uitbreiden. Overige opties en accessoires gelieve u uit de catalogus van Putz‐ meister Mörtelmaschinen GmbH te halen of vindt u op het internet onder: putzmeister.com 3 — 25...
Transport, montage en aansluiting In dit hoofdstuk staat informatie voor een veilig transport van de ma‐ chine. Bovendien worden in dit hoofdstuk werkzaamheden beschre‐ ven, die verder nog noodzakelijk zijn voor de montage en de aanslui‐ ting van de machine. Het in bedrijf stellen van de machine wordt pas (Inbedrijfstelling pag.
Transport, montage en aansluiting Het uitpakken van de machine De machine wordt in de fabriek voor het transport verpakt. De ge‐ bruikte verpakking is van recyclebaar materiaal. Voer het verpakkingsmateriaal conform de geldende nationale be‐ palingen ter bescherming van het milieu af. Transport van de machine WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door hijsen en verladen van de machine...
Transport, montage en aansluiting 4.2.1 Verladen met heftruck Afbeelding 19: Heftruckvorkbeugel Gebruik voor het verladen van de machine m.b.v. van een geschikte heftruck de heftruckvorkbeugel aan de dwarsschoor van de onder‐ kant van het frame. Alleen zo is gewaarborgd dat de machine bij het transport met de heftruck niet omlaag kan vallen.
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Hijsoog 4.2.2.1 Verladen van de afzonderlijke componenten De machine kan door twee personen in afzonderlijke componenten (Demonteren van de machine in afzonderlijke worden gedemonteerd componenten pag. 4 — 6) . Om de afzonderlijke componenten met een geschikte kraan te transporteren gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 67
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Draagband Draagbeugel pomp 4. Hang de mengpomp met een draagband aan de draagbeugel. 5. Til de last op. Pos. Benaming Draagbanden Reservoir 6. Bevestig de draagbanden aan de vier handvatten. 7. Hef het reservoir omhoog. De afzonderlijke componenten van de machine kunnen - i.p.v.
Transport, montage en aansluiting Demonteren van de machine in afzonderlijke com‐ ponenten Voor transport naar een kleine ruimte, kleine laadvlakken, trappenhui‐ zen, etc. kan de mengpomp zonder gereedschap worden gedemon‐ teerd. De machine kan door twee mensen gedemonteerd en getrans‐ porteerd worden.
Pagina 69
Transport, montage en aansluiting Afbeelding 21: Voetrem 1. Bedien de voetrem Afbeelding 22: Ontluchtingsslang 2. Koppel de ontluchtingsslang los van het reservoir. 3. Trek de elektrokabel van de motor van de mengpomp los uit de schakelkast. 4 — 7...
Pagina 70
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Waterslang Mengpijp 4. Koppel de waterslang los van de mengpijp. Pos. Benaming Ringmoer Materiaalschuif 5. Sluit de materiaalschuif. 6. Draai de ringmoer los. 4 — 8...
Pagina 71
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Sluithendel 7. Hou de mengpomp aan de handgreep van de aandrijfmotor vast. 8. Druk de sluithendel omlaag. ⇒ De mengpomp kan nu in de bevestiging worden verdraaid. Pos. Benaming Mengpomp 9. Draai de mengpomp ca. 90°. 10.
Pagina 72
Transport, montage en aansluiting 12. Trek de stekker van de roerwerkmotor uit de schakelkast. Pos. Benaming Sluitnok Gereedschapskist Onderstel Reservoir 13. Ontgrendel het reservoir doordat u de sluitnok (in de gereed‐ schapskist) eruit trekt. 14. Trek het reservoir horizontaal van het onderstel af. 15.
Transport, montage en aansluiting Montage van de gedemonteerde machine Nadat de afzonderlijke componenten zijn verplaatst, moet u de ma‐ chine aan de hand van onderstaande stappen opnieuw monteren. Afbeelding 23: Afzonderlijke componenten (verschillende uitvoeringen mogelijk) Pos. Benaming Centreernok Reservoir Hoeklijn Hoeklijnopname Onderstel 1.
Pagina 74
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Sluitnok 3. Vergrendel het reservoir met behulp van de sluitnok (in de ge‐ reedschapskist). 4. Steek de stekker van de roerwerkmotor in de schakelkast. Pos. Benaming Mengpomp 5. Til de mengpomp van boven af in de mengpomphouder. 6.
Pagina 75
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Sluithendel 7. Trek de sluithendel omhoog. Pos. Benaming Ringmoer 8. Draai de ringmoer vast. ⇒ De mengpomp kan nu in de houder worden vergrendeld. 9. Steek de elektrokabel van de motor van de mengpomp in de schakelkast.
Pagina 76
Transport, montage en aansluiting Pos. Benaming Ontluchtingsslang Reservoir 10. Koppel de ontluchtingsslang van de mengpomp aan het reservoir vast. 11. Plaats de compressor in het onderstel en sluit de kabel op de schakelkast aan. Pos. Benaming Waterslang Mengpijp 12. Sluit de waterslang op de onderste aansluiting van de mengpijp aan.
Transport, montage en aansluiting De waterslang moet op de onderste aansluiting van de mengpijp worden aangesloten om een onberispelijke werking van de meng‐ pomp te waarborgen. De bovenste aansluiting is alleen voor speci‐ ale functies bestemd. Plaats van opstelling selecteren In de regel bepaalt het bouwtoezicht de plaats van opstelling van de machine en bereidt deze plaats dienovereenkomstig voor.
Transport, montage en aansluiting Controleer de beoogde plaats van opstelling nauwkeurig en ver‐ werp deze, wanneer er bedenkingen m.b.t. de veiligheid bestaan. Machine opstellen De machine moet zo worden opgesteld dat deze absoluut veilig staat en niet kan schuiven. 1. Beveilig de machine tegen wegrollen, door deze met de voetrem vast te zetten.
Pagina 79
Transport, montage en aansluiting WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwacht starten van de machine 1. Beveilig de machine tegen onbevoegd gebruik. 2. De machine mag niet zonder functionerende veiligheidsvoorzie‐ ning in bedrijf worden gesteld. 1. Demonteer het beschermrooster van het reservoir. Afbeelding 24: Inblaaskap Pos.
Transport, montage en aansluiting Wateraansluiting Hierna wordt beschreven hoe de machine op het waterleidingnet moet worden aangesloten. De aansluiting op het waterleidingnet mag alleen conform DIN 1988 - 4 en DIN EN 1717 plaatsvinden; dat wil zeggen middels leidingscheider van het inbouwtype 1 of vrije uitloop (tussenreservoir met drukverhogingspomp).
Transport, montage en aansluiting Elektrische aansluiting Het meegeleverde schakelschema vormt de basis voor de elektrische aansluiting. Het elektrische schema vindt u in de reserve-onderdelen‐ lijst van de machine. De elektrische aansluitwaarden vindt u in het elektrisch schakelsche‐ ma en op de typeplaat van de machine. Aan de volgende eisen aan de netaansluiting moet door de exploitant worden voldaan: ●...
Transport, montage en aansluiting De machine mag op bouwplaatsen alleen via een speciaal voedings‐ punt worden aangesloten. Als speciaal voedingspunt zijn de volgende stroombronnen toegestaan: ● Bouwstroomverdeler ● Kleinbouwstroomverdeler ● Veiligheidsverdeler ● Mobiele veiligheidsinrichting De stroombronnen moet aan volgende voorwaarden voldoen: ●...
Transport, montage en aansluiting GEVAAR Levensgevaar door dodelijke elektrische schok op schakelkasten en klemmenkasten Op schakelkasten en klemmenkasten kan er direct contact met on‐ der spanning staande onderdelen ontstaan. Let erop dat het openen van de schakelkast alleen met speciale sleutel of gereedschap mogelijk is.
Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de inbedrijfstelling van de ma‐ chine. In dit hoofdstuk vindt u de stappen voor de eerste inbedrijfstel‐ ling van de machine, en ook hoe u na langere pauzes de machine weer klaarmaakt voor gebruik. Hierin vindt u, hoe u de toestand van uw machine controleert en hoe u een proefdraaien met functiecontro‐...
Inbedrijfstelling Opbouwen van de machine voordat deze voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld Voor het plaatsbesparende transport van de machine wordt in de fa‐ briek de wormpomp niet gemonteerd voordat deze wordt uitgeleverd. Na het uitpakken van de machine, moet u de wormpomp eerst mon‐ teren voordat u de machine kunt gaan gebruiken.
Inbedrijfstelling 5.1.1.1 Indraaihulp Op het frame is een indraaihulp voor de wormonderdelen vastgelast. De opnamen van de indraaihulp houdt de wormmantel veilig in positie zodat de pompworm met beide handen in de wormmantel gedraaid kan worden. Een gleuf in de indraaihulp borgt de wormmantel aan de verdraaibeveiliging, zodat deze bij het erin draaien van de pompworm niet kan meedraaien.
Pagina 88
Inbedrijfstelling Pos. Benaming Spanslot WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling ▶ Grijp niet in bewegende delen bij het omklappen van de men‐ germotor. 1. Open het spanslot om de mengermotor te kunnen omklappen. 2. Draai de mengermotor naar de zijkant weg. Pos. Benaming Mengeras Mengpijp...
Inbedrijfstelling 5.1.3 Montage mengpomp Pos. Benaming Wormpomp Drukflens Mengpijp Schroefhuls Wormpompdrukaansluitingsunit 1. Plaats de wormpomp in de drukflens. 2. Hang de drukaansluitunit van de wormpomp met de schroefhul‐ zen in de mengpijpflens. 3. Draai de beide schroefhulzen van de drukaansluitingsunit van de wormpomp met een geschikte steeksleutel gelijkmatig op de mengpijp vast.
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door verdraaien van de wormpomp Afhankelijk van de inbouwpositie van de stator c.q. wormmantel kan deze bij het inschakelen van de machine tot aan het aanliggen te‐ gen de aanslag draaien. 1. Beveilig de machine tegen onbevoegd gebruik of abusievelijke inbedrijfstelling.
Inbedrijfstelling 5.2.1 Zichtcontroles Voor het starten van de machine moeten enkele zichtcontroles wor‐ den uitgevoerd. 1. Controleer voor iedere aanvang van het werk de machine op ge‐ breken. 2. Controleer de pompslang op beschadigingen. 3. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn en func‐ tioneren.
Inbedrijfstelling 5.3.1 Inschakelvoorwaarden Voordat u de pomp inschakelt, moet aan onderstaande inschakel‐ voorwaarden zijn voldaan: 1. Controleer of de machine zich in horizontale positie bevindt. 2. Controleer of de machine op een geschikte watertoevoer (min‐ (Wateraansluiting pag. 4 — 18) stens 4 bar) is aangesloten.
Inbedrijfstelling Na bedienen van de hoofdschakelaar volgt eerst een lampentest. Een korte oplichten van de verlichte drukknop “Pomp retour” geeft de correcte draairichting aan. Bij verkeerde draairichting blijft het controlelampje in de verlichte drukknop continu branden. De draairichting van de aandrijfmotor moet worden gewijzigd.
Inbedrijfstelling 5.3.4 Aandrijfmotor starten De aandrijfmotor wordt met de dubbele drukknop ingeschakeld. Pos. Benaming Hoofdschakelaar “Stroomvoorziening AAN - UIT” Dubbele drukknop “Pomp AAN - UIT” Keuzeschakelaar “Mengen - UIT - Mengen en pompen” 1. Schakel de machine met de hoofdschakelaar in. ⇒...
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door defecte veiligheidsvoorziening Door een defecte veiligheidsvoorziening kan onder omstandigheden de werking veilig lijken, terwijl dit niet het geval is. Dit kan er toe lei‐ den dat de machine doordraait of bij gevaar door de vertraging niet snel genoeg uitschakelt.
Pagina 96
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door defecte NOODSTOP-knop Bij een defecte NOODSTOPknop is de machine niet meer veilig in gebruik, omdat u deze bij dreigend gevaar niet snel genoeg kunt uit‐ schakelen. 1. Als de NOODSTOPknop bij de controle niet goed functioneert, mag u de machine niet meer in bedrijf stellen.
Inbedrijfstelling 5.4.3 Functiecontrole van de hellingschakelaar Uw machine is met een hellingschakelaar uitgerust. Controleer de functie van de hellingschakelaar als onderstaand beschreven. Pos. Benaming Spanslot ( Aandrijfmotor starten pag. 5 — 10) 1. Start de aandrijfmotor. 2. Open het spanslot om de mengermotor te kunnen omklappen. 3.
Inbedrijfstelling Machine stilzetten na inbedrijfstelling Na de functiecontrole kunt u de machine stilzetten. 1. Schakel de pomp uit m.b.v. de dubbele drukknop “Pomp AAN / UIT”. 2. Schakel de machine met de hoofdschakelaar uit. 3. Beveilig de machine tegen ongeoorloofd starten of gebruiken. 5 —...
Bedrijf In dit hoofdstuk ontvangt u informatie over het werken met de machi‐ ne. U krijgt informatie over de werkstappen die nodig zijn voor het in‐ stellen, de bediening en de reiniging. 6 — 1...
Bedrijf Voorwaarden Voordat u begint met het werk, moet u de stappen voor het opstellen en de inbedrijfstelling van de machine zorgvuldig hebben uitgevoerd. Voordat u medium in de machine doet en het door de pompslang pompt, moet u er zeker van zijn dat: ●...
Bedrijf Maak u met de positie van de NOODSTOP-knop(pen) op uw ma‐ chine vertrouwd. 1. Druk bij dreigend gevaar op de NOODSTOPknop ⇒ De pomp blijft stilstaan. ⇒ De aandrijfmotor wordt uitgeschakeld. ⇒ Alle bedienings en schakelboxen zijn elektrisch vergrendeld. 2.
Bedrijf Pos. Benaming Drukknop “Watertoevoer” ▶ Druk de druktoets Watertoevoer net zolang totdat het water 1,5 cm boven de wormmantel staat. Het water mag niet hoger dan 1,5 cm boven de wormmantel staan. Indien de waterspiegel hoger is, moet u het water wegpompen. 6.3.1 Droge mortel vullen Nu kunt u de droge mortel in de trechter vullen.
Bedrijf 2. Schakel de compressor (indien aanwezig) in. De compressor mag alleen met de drukschakelaar worden be‐ diend. Pos. Benaming Dubbele drukknop “Pomp AAN - UIT” Keuzeschakelaar “Mengen - UIT - Mengen en pompen” Keuzeschakelaar “Waterpomp” 3. Draai de keuzeschakelaar “Mengen - UIT - mengen en pom‐ (2) naar rechts op “Mengen en pompen”...
Pagina 104
Bedrijf Pos. Benaming Stroomregelklep voor waterhoeveelheid Debietmeter U kunt de waterhoeveelheid m.b.v. de stroomregelklep regelen. Dit gebeurt door kleine stapsgewijze veranderingen in de waterhoeveel‐ heid (20-40 l/h). Hetgeen d.m.v. de vlotter in het kijkglas zichtbaar wordt gemaakt, die op de schaalverdeling de bereikte waarde aan‐ geeft.
Bedrijf Pos. Benaming Drukaansluitstuk 2. Controleer de mortelconsistentie op het drukaansluitstuk. 3. Regel de hoeveelheid water m.b.v. de stroomregelklep stapsge‐ wijs naar beneden af, tot de gewenste mortelconsistentie is be‐ reikt. ⇒ Het aanpompen is beëindigd, wanneer de gewenste mortel‐ consistentie bij de drukaansluiting naar buiten komt.
Bedrijf 6.4.1 Aanpompen met kalkspoeling Bij aanvang van het pompen moet de gehele pompslang worden be‐ vochtigd. Het aanpompen moet over het algemeen met een kalkspoeling plaatsvinden. Door de pompslang met de spoeling te smeren, wordt de pompslang voorgesmeerd en worden verstoppingen voorkomen.
Bedrijf Pos. Benaming Drukaansluitstuk Koppelingsstuk Pompslang 2. Sluit de pompslang met de gevulde zijde op het drukaansluitstuk aan. 3. Pomp de spoeling door de pompslang. 4. Vang de spoeling aan het einde van de pompslang in een ge‐ schikte container op en voer de spoeling volgens de voorschriften ⇒...
Pagina 108
Bedrijf WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen door materiaal dat uit het spuitapparaat spuit 1. Sluit de afstandsbestuurde kraan op het spuitapparaat voordat u de machine inschakelt. 2. De gebruiker van het spuitapparaat moet tijdens het spuiten be‐ slist een veiligheidsbril dragen. Afbeelding 28: Overzicht spuitapparaten (verschillende uitvoeringen mogelijk) Pos.
Bedrijf 6.5.1 De luchtsproeierbuis instellen Afbeelding 29: Verschillende uitvoeringen mogelijk Pos. Benaming Luchtsproeierbuis Mortelsproeier ▶ Plaats afhankelijk van de mortelconsistentie, sproeiers met 10, 12 resp. 14 mm in, zogenaamde sierpleistersproeiers. Grotere sproeiers resulteren in lagere snelheden en daardoor in minder terugstoot. Kleinere sproeiers zorgen voor een betere ver‐ stuiving.
Bedrijf 2. Sluit de luchtslang op de luchtarmatuur en het spuitapparaat aan. 3. Sluit de afstandsbestuurde kraan op het spuitapparaat. 4. Afhankelijk van de uitvoering moet u ook de afsluitkraan of de luchtregelkraan sluiten. Door de afstandsbestuurde kraan op het spuitapparaat te openen of te sluiten, wordt de pomp in- of uitgeschakeld.
Bedrijf ⇒ De mengpomp begint te draaien. ⇒ U kunt met het mortel spuiten beginnen. 4. Om de gewenste materiaalconsistentie te bereiken, draait u eventueel aan de stroomregelklep voor de waterhoeveelheid op de waterarmatuur. Daardoor verandert u de doorstroomhoeveel‐ heid. De doorstroomhoeveelheid kunt u op de debietmeter afle‐ zen.
Bedrijf Werken met de kabelafstandsbediening Voor het werken met de kabelafstandsbediening gaat u als volgt te werk: Afbeelding 31: Kabelafstandsbediening Pos. Benaming Tuimelschakelaar “AAN - UIT” Koppelingstekker “afstandsbediening” 1. Trek de brugstekker resp. de koppelingsstekker van de drukscha‐ kelaar van de contactdoos “Aansluiting afstandsbediening” op de schakelkast los.
Bedrijf Zorg ervoor dat u, voordat u begint met pompen, op de hoogte bent van het verloop van de handelingen voor het stilzetten van de machine, die in een noodgeval moeten worden verricht. Bij optreden van een functiestoring tijdens het pompproces raad‐ pleegt u eerst het hoofdstuk “Storingen, oorzaken en oplossing”.
Bedrijf 3. Ontlast de pompslang tijdens kortere pauzes door kortstondig re‐ tour pompen. 4. Schakel de machine bij langere pauzes uit en reinig deze. 6.7.2 Pompbedrijf beëindigen Bij een werkonderbreking die ● bij gipspleister langer dan 10 min., ● bij nietgipshoudende pleister 20 min. bedraagt, of bij langere pauzes en aan het einde van de dienst, moet het pom‐...
Bedrijf Pos. Benaming Drukmanometer Drukflens WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door uitspuitend pompmedium 1. Beveilig de gevarenzone tegen toegang van onbevoegde per‐ sonen. 2. Draag uw veiligheidsbril. 3. Draag uw persoonlijke beschermmiddelen. 4. Koppel de pompslang pas los wanneer u op de drukmanometer hebt gecontroleerd of er geen druk meer op het systeem staat.
Bedrijf Verstoppingen betekenen een grotere kans op ongelukken. Een goed gereinigde en dichte pompslang voorkomt vormen van ver‐ stoppingen. Verstopping ontstaan door volgende oorzaken: ● Onvoldoende smering van de pompslang. ● Slecht verpompbaar medium en te verpompen medium dat ge‐ makkelijk uiteen valt.
Pagina 117
Bedrijf Pos. Benaming Hoofdschakelaar “Stroomvoorziening AAN - UIT” Dubbele drukknop “Pomp AAN - UIT” Verlichte drukknop “Pomp retour” Keuzeschakelaar “Mengen - UIT - Mengen en pompen” Voor het verhelpen van verstoppingen moet het systeem eerst drukloos worden gemaakt door kort retour pompen. ( Draairichting wijzigen 4.
Bedrijf WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door uitspuitend pompmedium 1. Beveilig de gevarenzone tegen toegang van onbevoegde per‐ sonen. 2. Draag uw veiligheidsbril. 3. Draag uw persoonlijke beschermmiddelen. 4. Koppel de pompslang pas los wanneer u op de drukmanometer hebt gecontroleerd of er geen druk meer op het systeem staat. 5.
Pagina 119
Bedrijf ATTENTIE Schade aan de machine door binnendringend water 1. Wanneer de machine met water, een stoom/hogedrukreiniger of andere reinigingsmiddelen wordt schoongemaakt, moeten alle openingen afgedekt of afgeplakt worden, waarin uit veiligheids‐ overwegingen geen water, stoom of reinigingsmiddelen mogen binnendringen. Vooral elektrische motoren, schakelkasten en elektrische stekkeraansluitingen lopen gevaar.
Bedrijf ● Maak de eerste zes gebruiksweken alle gelakte oppervlakken uit‐ sluitend met koud water met een maximale waterdruk van 5 bar schoon. Pas na deze tijd is de lak volledig uitgehard en kunt u stoomreinigers en dergelijke hulpmiddelen gebruiken. ●...
Pagina 121
Bedrijf Pos. Benaming Spanslot 5. Draai de mengermotor naar de zijkant weg. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door bewegende delen ▶ Grijp niet in bewegende delen bij het omklappen van de men‐ germotor. 6. Trek de mengspiraal uit de machine. 7. Plaats de reiniger in de machine. 8.
Bedrijf 12. Herhaal de procedure tot er schoon water uit het drukaansluitstuk naar buiten komt. ⇒ De machine is nu schoongespoeld. 13. Schakel de machine met de hoofdschakelaar uit. 14. Open het spanslot om de mengermotor te kunnen omklappen. 15. Draai de mengermotor naar de zijkant weg. 16.
Pagina 123
5. Wend uw gezicht af, wanneer u de leidingkoppeling opent. 6. Open de koppeling voorzichtig. 1. Maak de pompslang op de drukaansluiting los. 2. Doordrenk een Putzmeister-sponsbal met water. Afbeelding 33: Pompslang reinigen Pos. Benaming...
Bedrijf 6.9.3.1 Reinig de pompslang met waterdruk De pompslang wordt met waterdruk gereinigd. Hiervoor gebruikt u het wateraansluitstuk uit het accessoirepakket. Afbeelding 34: Wateraansluitstuk Pos. Benaming Wateraansluitstuk Pompslang 1. Sluit het wateraansluitstuk aan op de pompslang. Pos. Benaming Waterafname-aansluiting met kogelkraan Wateraansluitstuk (2) op de waterafname-aansluiting (1) 2.
Bedrijf Beschikt uw machine over een waterpomp, dan schakelt u de wa‐ terpomp in met de keuzeschakelaar “Waterpomp”. De waterpomp mag niet drooglopen (geen waterafname)! 4. Druk de mortelresten en de sponsbal met de waterdruk door de pompslang naar buiten. 5.
Pagina 126
Bedrijf Afbeelding 35: Afdichtingen reinigen Pos. Benaming Drukaansluiting Afdichtrubber 1. Maak alle afdichtingen en afdichtzittingen schoon. 2. Vet de afdichtingen in voordat u ze weer monteert. 3. Verwijder bij kans op vorst eventueel achtergebleven water uit de machine en alle leidingen. 6 —...
Bedrijf 6.9.5 Spuitapparaat reinigen Pos. Benaming Luchtkraan Luchtsproeierbuis Sproeierreiniger 1. Maak de luchtkraan op het spuitapparaat en het mondstuk van de luchtsproeierbuis schoon. 2. Reinig de luchtsproeierbuis met de sproeierreiniger. 6 — 29...
Storingen, oorzaken en oplossing In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van mogelijke storingen, hun eventuele oorzaken en oplossingen. Neem bij het opsporen van een storing de veiligheidsvoorschriften in acht. Het inspectie en onderhoudspersoneel moet vakkundig gekwalifi‐ ceerd en geautoriseerd zijn. Het personeel moet kennis hebben van de inrichtingen van de machine en de inhoud van de handleiding ken‐...
Storingen, oorzaken en oplossing Machine algemeen Hieronder worden mogelijke algemene storingsoorzaken en het ver‐ helpen daarvan beschreven. Storing Oorzaak Verhelpen De machine wilt ondanks de stroom en Waterdruk te laag. De manometer geeft Het filter van de wateraansluiting van wateraansluiting niet starten. minder dan 2 bar aan.
Storingen, oorzaken en oplossing Storing Oorzaak Verhelpen Er komt geen mortel uit het einde van Geen aanvoer van materiaal. Verpompbaar materiaal in de trechter de pompslang. vullen. Onjuiste draairichting van de aandrij‐ Draairichting wijzigen. ving. Er zit een verstopping in de pompslang Voor het pompen van materiaal moet en doordat de overdrukbeveiliging werd zorgvuldig worden aangepompt wor‐...
Storingen, oorzaken en oplossing Elektrisch systeem Onderstaand worden mogelijke algemene storingsoorzaken en hun oplossing beschreven die het elektrisch systeem betreffen. GEVAAR Levensgevaar door dodelijke elektrische schok ▶ Werkzaamheden aan elektrische elementen van de machine mogen uitsluitend door een elektricien of geïnstrueerd perso‐ neel onder leiding en toezicht van een elektricien, overeenkom‐...
Pagina 133
Storingen, oorzaken en oplossing Storing Oorzaak Verhelpen De aandrijfmotor wordt te weinig ge‐ Plaats de machine zodanig, dat de ventileerd. aandrijfmotor voldoende ventilatiemo‐ gelijkheden heeft. 7 — 5...
Instandhouding In dit hoofdstuk ontvangt u informatie over instandhoudingswerk‐ zaamheden, die noodzakelijk zijn voor een veilig en rendabel gebruik van de machine. Wij brengen uitdrukkelijk onder uw aandacht, dat u alle voorgeschre‐ ven controles, testen en preventieve instandhoudingswerkzaamhe‐ den nauwgezet moet doorvoeren. Anders wijzen wij iedere aanspra‐ kelijkheid en garantie af.
Instandhouding Instandhouding inclusief inspectie door de gebrui‐ Door regelmatige, preventieve inspecties kunt u schade aan uw ma‐ chine op tijd herkennen en de vereiste maatregelen treffen. Informatie over het soort en de frequentie van de noodzakelijke inspecties vindt u in de paragraaf Instandhoudingstermijnen. Wij raden aan de inspec‐ ties en hun resultaten in geschikte vorm te documenteren.
Pagina 137
Instandhouding Frequentie / termijn Werkzaamheden Opmerking dagelijks visueel Visuele controle van de elektrische kabels Wekelijks Waterfilter controleren Waterfilter indien nodig vervan‐ om de 2 weken Vuilfilter in drukreduceerventiel reinigen Zie hoofdstuk Instandhoudings‐ (Vuilfilter in werkzaamheden drukreduceerventiel reinigen pag. 8 — 11) Wormpomp dagelijks Slijtagecontrole...
Instandhouding Restrisico's bij instandhoudingswerkzaamheden Bij instandhoudingswerkzaamheden kan gevaar voor lijf en leden van het personeel of derden ontstaan. 8.3.1 Eisen aan het personeel Instandhoudingswerkzaamheden mogen alleen door vakkundig per‐ soneel worden uitgevoerd. Vakkundig personeel is personeel dat voor het uitvoeren van de handelingen een vakopleiding afgesloten heeft, die het voor het uitvoeren van deze handeling kwalificeert.
Pagina 139
Instandhouding GEVAAR Levensgevaar door dodelijke elektrische schok ▶ Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen worden uitgevoerd door gediplomeerde elektriciëns (kwalificatie conform voorschrift EN 60204, deel 1, pagina 14, punt 2.21). WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwacht starten van de machine ▶...
Instandhouding Bedrijfsstoffen In dit gedeelte staan alle bedrijfsstoffen van uw machine vermeld. De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor schade die wordt ver‐ oorzaakt door het gebruik van niet goedgekeurde bedrijfsstoffen. Maatgevend is altijd de documentatie van de fabrikant. Wend u bij vragen tot de bevoegde Serviceafdeling van de fabri‐ kant.
DIN 51502: K2K, NLGIklasse 2. 8.4.4 Pompworm Voor de montage van de pompworm mag uitsluitend siliconenolie van Putzmeister worden gebruikt. Putzmeister siliconenolie is als spuitbus onder artikelnummer 210923.003 verkrijgbaar. Algemene aanhaalmomenten van bouten Een overzicht van de algemene aanhaalmomenten vindt u in de on‐...
Instandhouding ATTENTIE Gevaar voor beschadiging van componenten door verkeerde bou‐ 1. Wanneer er bouten moeten worden vervangen, moet u beslist bouten van dezelfde grootte en dezelfde kwaliteitsklasse ge‐ bruiken. 2. Vervang bouten met micro-ingekapselde lijm en zelfborgende moeren na de demontage. Instandhoudingswerkzaamheden In aansluiting vindt u alle instandhoudingswerkzaamheden voor deze machine.
Instandhouding Voer voor aanvang van de instandhoudingswerkzaamheden volgen‐ de handelingen uit: 1. Stel de machine op een vlakke ondergrond horizontaal op. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwacht starten van de machine ▶ Stel voor instandhoudingswerkzaamheden de machine buiten bedrijf en beveilig hem tegen onverwacht starten (bijv. vergren‐ delen van bedieningsorganen).
Pagina 144
Instandhouding Voordat u het filter gaat vervangen, moet u de volgende stappen uit‐ voeren: 1. De voedingsspanning onderbreken. 2. Beveilig de compressor tegen onbevoegde inbedrijfstelling. Afbeelding 36: Compressor Pos. Benaming Deksel Filtermatten Houder voor filter Vergrendelknop 3. Druk de vergrendelknoppen van de houder op de deksels aan de zijkant van de compressor.
Instandhouding 8.6.3 Vuilfilter in drukreduceerventiel reinigen Deze paragraaf beschrijft het reinigen van het vuilfilter in het drukre‐ duceerventiel. De vuilvanger in het drukreduceerventiel moet bij conti‐ nubedrijf minimaal om de 2 weken verwijderd en als onderstaand be‐ schreven gereinigd worden. Raadpleeg de gegevens in de paragraaf (Instandhoudingstermijnen pag.
Instandhouding 8.6.4 Pompworm verwisselen Deze paragraaf beschrijft het verwisselen van de pompworm. Raad‐ (In‐ pleeg de gegevens in de paragraaf “Instandhoudingstermijnen”. standhoudingstermijnen pag. 8 — 2) (Demontage druk‐ Zie daarvoor ook paragraaf “Demontage drukflens” flens pag. 8 — 12) Gebruik alleen originele onderdelen van de fabrikant. 1.
Pagina 147
Instandhouding WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onbevoegde of abusievelijke inbedrijfsstel‐ ling van de machine 1. Stel zeker dat de machine buiten bedrijf gesteld is. 2. Stel zeker dat de machine tegen onbevoegde of abusievelijke inbedrijfsstelling beveiligd is. 2. Beveilig de machine tegen onbevoegd gebruik. Voor de demontage van de drukflens moet u eerst de mengeras uit de mengpijp nemen.
Pagina 148
Instandhouding Pos. Benaming Mengeras Mengpijp 5. Trek de mengeras uit de mengpijp. ⇒ De drukflens kan nu gedemonteerd worden. Pos. Benaming Schroefhuls Wormpompdrukaansluitingsunit (1) van de drukaansluitingsunit van 6. Draai de beide schroefhulzen (2) met een geschikte steeksleutel gelijkmatig op de wormpomp de mengpijp vast.
Pagina 149
Instandhouding Pos. Benaming Mengpijp Schroefhuls Wormpompdrukaansluitingsunit 7. Haal de schroefhulzen uit de mengpijpflens. ⇒ De drukaansluitunit van de wormpomp is nu los. 8. Trek de drukaansluitunit van de wormpomp af. Pos. Benaming Wormpomp Drukflens 9. Neem de wormpomp uit de drukflens. 8 —...
Pagina 150
Instandhouding 8.6.6 Montage wormpomp aan de mengpijp Deze paragraaf beschrijft hoe u de wormpomp aan de mengpijp mon‐ teert. Raadpleeg de gegevens in de paragraaf “Instandhoudingster‐ (Instandhoudingstermijnen pag. 8 — 2) mijnen”. (Demontage druk‐ Zie daarvoor ook paragraaf “Demontage drukflens” flens pag.
Pagina 151
Instandhouding Pos. Benaming Spanslot WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling ▶ Grijp niet in bewegende delen bij het omklappen van de men‐ germotor. 3. Open het spanslot om de mengermotor te kunnen omklappen. 4. Draai de mengermotor naar de zijkant weg. Pos. Benaming Mengeras Mengpijp...
Pagina 152
Instandhouding Pos. Benaming Wormpomp Drukflens 6. Plaats de wormpomp in de drukflens. Pos. Benaming Mengpijp Schroefhuls Wormpompdrukaansluitingsunit 7. Hang de drukaansluitunit van de wormpomp met de schroefhul‐ zen in de mengpijpflens. 8 — 18...
Pagina 153
Instandhouding Pos. Benaming Schroefhuls Wormpompdrukaansluitingsunit 8. Draai de beide schroefhulzen van de drukaansluitingsunit van de wormpomp met een geschikte steeksleutel gelijkmatig op de mengpijp vast. Let tijdens het vastzetten van de drukaansluitunit van de worm‐ pomp op de correcte passing van de afdichtvlakken van de druk‐ aansluitingsunit van de wormpomp en de mengpijp.
“Instandhoudingstermijnen”. houdingstermijnen pag. 8 — 2) Het volgende speciale gereedschap is nodig: ● Testmanometer Putzmeister art. nr. 208745.002 Om de capaciteit van de wormpomp te controleren, wordt deze bij een draaiende motor met waterdruk getest.
Instandhouding 8.6.7.1 Controle van de onderhoudsvrije wormpomp Afbeelding 38: Verschillende uitvoeringen mogelijk Pos. Benaming Mengpijp Drukmanometer Drukaansluitstuk Pompslang Testmanometer Afsluitkraan 1. Sluit op de drukaansluiting een minimaal 5 m lange pompslang aan. 2. Sluit de testmanometer aan op het uiteinde van de pompslang. 3.
Instandhouding De wijzer van de testmanometer daalt tot een laagste waarde. De‐ ze waarde geeft de terugstuwdruk aan. Herhaal de procedure voor het afdrukken min. 6 maal. De daarbij hoogst afgelezen druk geldt. 8.6.7.2 Controleren van de wormpomp met spanmantel Afbeelding 39: Verschillende uitvoeringen mogelijk Pos.
Pagina 157
Instandhouding 5. Wanneer de kraan is gesloten en de druk het hoogste punt heeft bereikt, moet u de druk op de testmanometer aflezen en de ma‐ chine uitzetten. ⇒ De druk daalt! De wijzer van de testmanometer daalt tot een laagste waarde. De‐ ze waarde geeft de terugstuwdruk aan.
Instandhouding ATTENTIE Verhoogde slijtage van de wormonderdelen door te sterk aanspan‐ nen van de spanmantel 1. Span de spanmantel slechts zover voor totdat de vereiste druk bereikt wordt. Wordt van de vereiste druk ook na sterk aanspannen niet be‐ reikt: 2.
Instandhouding Pos. Benaming Stelbout uitschakeldruk Stelbout drukverschil 1. Verwijder het huisdeksel van de drukschakelaar. (1) in. (+ 2. Stel de uitschakeldruk met de “stelbout uitschakeldruk” stijgende druk, - dalende druk) 3. Stel het drukverschil en daarmee de inschakeldruk op de “Stel‐ (2) in.
Pagina 160
Instandhouding Afbeelding 41: Drukschakelaar waterarmatuur Pos. Benaming Instelbout onderste schakelpunt Instelbout bovenste schakelpunt Drukaanduiding onderste schakelpunt Drukaanduiding bovenste schakelpunt 1. Verwijder de schroef in het midden van het huisdeksel met een schroevendraaier. 2. Trek het deksel er naar boven toe af. (2) naar wens in.
Buitenbedrijfstelling Tijdelijke buitenbedrijfstelling Als de machine slechts tijdelijk buiten bedrijf gesteld moet worden, moet u de volgende maatregelen treffen. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door uitspuitend pompmedium 1. Beveilig de gevarenzone tegen toegang van onbevoegde per‐ sonen. 2. Draag uw veiligheidsbril. 3.
Buitenbedrijfstelling Het conserveren en doorsmeren van de machine beschermt deze tegen corrosie en versnelde veroudering. Dat is noodzakelijk, wan‐ neer de machine: ● langere tijd niet wordt gebruikt; ● tijdens het transport of op de opslagplaats aan een corrosieve atmosfeer wordt blootgesteld. ATTENTIE Beschadiging van de machine door bevroren water ▶...
Buitenbedrijfstelling VOORZICHTIG Gevaar voor letsel door geopende, scherpe machineonderdelen ▶ Draag uw persoonlijke beschermmiddelen. ATTENTIE Milieuvervuiling door weglopende bedrijfsstoffen Bij de definitieve buitenbedrijfstelling van de machine moet met ge‐ varen door gelekte smeermiddelen, oplosmiddelen, conserverings‐ middelen enz. rekening worden gehouden. 1.
Buitenbedrijfstelling Materiaal Gebruikt bij / in Staal Pompdelen Compressordelen Delen luchtarmatuur Kunststof, rubber, pvc Afdichtingen Slangen Kabel Wielen Printplaten Polyester Printplaten 9.3.2 Delen met afzonderlijke afvoer De volgende onderdelen en bedrijfsstoffen moeten afzonderlijk afge‐ voerd worden: Omschrijving Is van toepassing op Elektronisch schroot Elektrische voeding Printplaten met elektrische componenten...
Bijlage In dit hoofdstuk bevinden zich o.a. de volgende onderstaand vermel‐ de thema's: ● Aanbeveling smeermiddelen ● Voorbeeld van de EGverklaring van overeenstemming Steeds naargelang machinetype kunt u in bijlage meer documenten vinden. 10 — 1...
10.1 Aanbeveling smeermiddelen In de onderstaande tabellen vindt u geschikte smeermiddelen voor uw machine. Putzmeister is niet aansprakelijk voor de kwaliteit van de vermelde smeermiddelen of kwaliteitsveranderingen door de produ‐ cent van de smeermiddelen zonder naamsverandering van de soort. ATTENTIE Gevaar voor schade aan de machine door mengen van oliën...
Bijlage Minerale transmissieolie vol‐ CLP ISO VG 220 gens DIN 51502 MOBIL Mobilgear 630 SHELL Shell Omala 220 10.2 Voorbeeld EGverklaring van overeenstemming De originele EGverklaring van overeenstemming behoort tot de leve‐ ringsomvang van de machine. Bewaar deze op een veilige plaats. 10 —...
Trefwoordenlijst Trefwoordenlijst In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste trefwoorden met het paginanummer van de pagina waarop u het trefwoord kunt vinden. Dit trefwoordenregister staat in alfabetische volgorde. pag. 9 — 1 Buitenbedrijfstelling pag. 10 — 2 Aanbeveling smeermiddelen pag. 5 — 10 Aandrijfmotor starten pag.